even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
zondag 5 mei 2019
Nog nooit voelden de Algerijnse jongeren zich zo verbonden / NRC
Demonstraties tegen oude regime
De jongeren vormen de ruggengraat van de protestbeweging die de
afgelopen paar maanden het oude regime steeds sterker doet wankelen.
„Wij betogen vreedzaam door, tot we bereikt hebben wat we willen.”
Floris van Straaten
De
fotoserie bij dit verhaal is gemaakt door fotograaf Fethi Sahraoui. Hij
documenteert de protesten in de Algerijnse hoofdstad Algiers sinds
februari van dit jaar.
Foto Fethi Sahraoui
Hiba (19) en haar vriendin Houa (20) schateren het uit. Nee,
natuurlijk waren ze niet in politiek geïnteresseerd voor de eerste grote
demonstratie tegen het autoritaire bewind van de invalide Algerijnse
president Bouteflika van 22 februari. „Er veranderde toch nooit iets in
ons land”, vertelt Houa, die net als haar vriendin computerwetenschappen
studeert. „Toen een neef uit Frankrijk me vertelde dat ze daar een
nieuwe president zouden krijgen, was ik verbluft. Kon dat? Een nieuwe
president?”
Tijdens die eerste betoging tegen een hernieuwde kandidatuur van
Bouteflika, een bijna revolutionaire gebeurtenis in Algerije, lieten ze
nog verstek gaan. Deels uit vrees voor de politie. Een week later
sprong een vonk over. „Ik zat in de universiteitsbibliotheek te werken
en hoorde de demonstratie voorbijkomen”, vertelt Houa, die niet met haar
achternaam in de krant wil. „Ik ben opgesprongen, liet mijn spullen
liggen en ben de straat op gegaan. Het was geweldig, we voelden ons zo
een met zijn allen.” Sinds die bevrijdende ervaring demonstreren ze
elke week.
Nu volgen beiden een cursus in een kelder bij Sylabs,
een organisatie in het centrum van Algiers die ondernemerschap onder
jongeren bevordert. Ze zetelt vlak achter het monumentale postkantoor
waar de massale protestbeweging zich vooral op vrijdagen concentreert.
Enige tientallen jongeren proberen er onder deskundige begeleiding
nieuwe apps te ontwikkelen die Algerijnen correcte informatie geven over
de protestbeweging en mogelijke nieuwe verkiezingen. „We willen
voorkomen dat ze door nepnieuws worden gemanipuleerd”, zegt Hiba, die
ook anoniem wil blijven. De angst voor de autoriteiten is nog lang niet
weg.
Foto Fethi Sahraoui
Na tientallen jaren stagnatie ruiken de jongeren – 70 procent van de bevolking is jonger dan 30 jaar – een kans eindelijk invloed uit te oefenen op het bestuur van hun land.
Ze vormen de ruggengraat van de protestbeweging die de afgelopen paar
maanden het oude regime steeds sterker doet wankelen. President
Bouteflika is er na een bewind van twintig jaar al door ten val gekomen.
Miljoenen Algerijnen in het hele land hebben zich bij de protesten
aangesloten. Elke vrijdag weer en soms ook door de week marcheren ze
door de straten om te eisen dat de hele oude garde om Bouteflika
eindelijk opstapt.
Die oude garde, ook de machtige strijdkrachten, teerde op de glorie
van de onafhankelijkheidsstrijd tegen Frankrijk uit de jaren 50 en 60
van de vorige eeuw en de keiharde repressie van de islamitische
fundamentalisten, die eind jaren 90 bijna een succesvolle gooi naar de
macht deden. Sindsdien maakte een kleine groep rond Bouteflika de dienst
uit, verdeelde de winsten uit de grote olie- en gassector onder
zichzelf en de bevolking. Verkiezingen waren niet vrij en steeds weer
zette Bouteflika zijn bewind voort, ook toen hij in 2012 door een
beroerte in een rolstoel belandde en nooit meer in het openbaar
verscheen. Tweederde van alle Algerijnen heeft nooit bewust een andere
president meegemaakt dan Bouteflika.
De 22-jarige schrijver Anys Mezzaour, met enkele romans op zijn naam,
spreekt in een uitgebreide email van „een geprivilegieerde kaste die
zonder inspraak regeert en heeft geprobeerd de bevolking intellectueel
en materieel te verpauperen zodat ze niet wist hoe ze haar rechten moest
opeisen”. De betogingen bewijzen volgens hem dat die poging is
mislukt.
„Deze revolutie is een gevolg van decennialange, opgekropte frustraties”, beaamt advocate Zoubida Assoul
(62) in haar kantoor in een chique wijk in Algiers. „De jongeren willen
geen politiek van de 20ste eeuw maar eentje die bij hen past.” De in
een knalrood jasje geklede juriste richtte in 2012 een eigen beweging
op, de UCP, die nu ook jeugdige aanhangers heeft, omdat ze voor
democratie pleit. Her en der is de naam van de partij op muurtjes
gekalkt, aan verkiezingen heeft ze nog nooit deelgenomen.
Het wemelt nu in Algiers van de jongeren die doelloos op straat
rondhangen omdat ze geen werk hebben. „Natuurlijk doen wij mee aan de
marsen”, zegt een jongeman in een blauw poloshirt. Met vrienden drinkt
hij koffie uit kartonnen bekertjes langs een groezelige winkelstraat in
Bab El Oued, een vervallen wijk die in de jaren 90 een bolwerk van de
fundamentalisten was. Overal hangen lappen voor de ramen van de hoge
huizen tegen de brandende zon. „Maar het gebrek aan werkgelegenheid is
onze grootste zorg”, vervolgt hij. „Weet u, ik heb geen vaste baan en
drie jonge kinderen. Hoe ik die moet onderhouden, weet God alleen.” Zijn
naam wil hij niet geven.
Foto Fethi Sahraoui
Ook Sidali Houri, een 19-jarige jongen in een trainingspak die in een
parkje even verderop zit, doet enthousiast mee met de marsen. Maar zijn
politieke engagement reikt zo mogelijk nog minder diep. Wel veert hij
op als hij hoort dat de vragensteller uit Nederland komt. „Ik kan goed
voetballen en wil graag bij Ajax spelen. Kunt u daarbij helpen?”
Zo’n ontsnapping naar het buitenland is nu maar voor weinigen
weggelegd. Alleen rijken of mensen met familie in Frankrijk beproeven
hun geluk elders. Zeer getalenteerde hoog opgeleide jonge Algerijnen
zijn ook welkom in Canada, met name in het Frans sprekende deel.
„Eigenlijk zijn wij hier gevangenen in eigen land”, zegt een man in een
vaal oranje shirt tijdens de wekelijkse massale protestdemonstratie in
het centrum van Algiers. „We willen wel naar het buitenland maar niemand
geeft ons een visum en hier kunnen we ook weinig uitrichten.”
Said Salhi, vice-voorzitter van burgerrechtenorganisatie LADDH,
bevestigt dit. „Alle deuren waren onder Bouteflika gesloten.” Op een na:
die van de sociale media en vooral jongeren stortten zich er met hart
en ziel op. Salhi: „De samenleving is echt gevlucht in de sociale
netwerken.”
Dankzij de sociale media leerden jonge Algerijnen wat er te koop is
in de wereld. Ze beseften dat ze in een erg gesloten land leven, dat met
zijn stokoude leiders de aansluiting met de buitenwereld dreigde te
missen. „De generatie van de sociale media (…) kent wel de trucs en het
gekonkel van degenen die de besluiten nemen terwijl die niets van haar
weten door het feit dat ze zijn losgekoppeld”, meent schrijver Mezzaour.
Foto’s Fethi Sahraoui
Door sociale media verbonden
Ook de recente demonstraties zijn in veel opzichten een product van
de verbondenheid die de sociale media hebben geschapen. Jongeren sturen
elkaar constant nieuwtjes over de protestbeweging en over de zetten van
het interim-bewind. Ook wisselen ze boodschappen uit over de plaatsen en
tijden van de demonstraties en ontmoeten ze elkaar daar vervolgens.
Sommigen gaan met medestudenten, anderen met collega’s uit de buurt of
van het werk. Een alomvattende organisatie zit er niet achter,
duidelijke leiders evenmin. Opvallend is ook dat er bij de grote,
vreedzame betogingen nauwelijks toespraken worden gehouden.
Doordat de beweging over zoveel schijven loopt, heeft ze ook een
diffuus karakter. Onduidelijk is hoe hieruit ooit een samenhangend
programma kan ontstaan dat een alternatief kan vormen voor de restanten
van het oude regime. Veel jonge betogers doen daar nogal luchtig over.
Ze wijzen erop dat er veel hoog opgeleid talent rondloopt en anders wel
jonge Algerijnen uit het buitenland. Er moet een constituerend beraad
beginnen, waarin diverse bevolkingsgroepen zijn vertegenwoordigd, waarna
er een democratische grondwet en verkiezingen kunnen volgen. Dit alles
liefst binnen een jaar.
Foto Fethi Sahraoui
Sommige jongeren zijn speciaal terug uit het buitenland om te
demonstreren of anderszins te helpen. Ishmail Chaib (31), een IT’er die
nu een cursus geeft bij Sylabs, woont en werkt eigenlijk in Berlijn.
„Ik ben nu wel in de verleiding me hier weer te vestigen”, erkent hij.
„Zo’n kans om een zinvolle bijdrage aan je land te leveren krijg je
maar eens in je leven.”
Helemaal zonder gevaar is dat niet. Dat ondervond Bouregag
Abdelkader, een tengere 22-jarige student. Hij liep mee met een
demonstratie en kreeg een traangasgranaat van de oproerpolitie op zijn
hoofd. Een stevig verband op zijn hoofd herinnert daar nog aan. Volgens
sommige berichten treedt de politie bij de laatste paar betogingen ook
harder op dan in het begin. Maar Abdelkader is vastbesloten door te
gaan. „Angst heb ik niet”, zegt hij vastbesloten. „Wij betogers zullen
vreedzaam doorgaan met onze marsen tot we bereikt hebben wat we willen.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten