even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
zondag 5 mei 2019
Moge de armste schrijver winnen! Libris literatuurprijs / Trouw
Op een grauwe, vergeefse maandagochtend
in februari zit ik mijn lessen voor te bereiden. Vier-havo, altijd
lastig. Er vliegt een pushbericht over het beeldscherm, het is een
mailtje en het beneemt mij meteen de adem. Het is van mijn redacteur bij
de uitgeverij, het onderwerp is 'Longlist Libris Literatuurprijs' en de
aanhef luidt 'Gefeliciteerd'. Het is eveneens gericht aan Rob van Essen
en Marieke Lucas Rijneveld (zelfde uitgeverij). Ik wist niet dat het
vandaag was, de bekendmaking van de Longlist, gelukkig maar, anders had
ik me de ganse ochtend druk gemaakt. Ik open het mailtje nog niet,
schort de vreugde op omdat ik houd van het moment dat je even in het
luchtledige hangt, dat je je eigen euforie nog van buitenaf kunt
bekijken.
'Gefeliciteerd, jullie schreven de
mooiste boeken van het jaar' staat in het mailtje. Hoera, ik doe mee aan
het grootste literaire prijzencircus van Nederland. Geloof me, dat is
waar iedere schrijver op hoopt, in een jaar dat er een boek van hem of
haar is verschenen: een plek op de Longlist van de Libris. Uit ruim
tweehonderd titels geselecteerd worden, bij de 'beste 18' horen, dat
betekent: je leeft, je bent nog niet dood! Een schrijver bestaat niet
als zijn werk niet verkocht en gelezen wordt, en mijn boek was inmiddels
bedolven onder honderden andere boeken, het lag in het massagraf van de
haast-vergeten-boeken, maar het is er weer uit opgevist. Het is een
kleine opstanding. Die middag haal ik taart, ik werk Facebook en
Instagram bij en door de vele berichten en felicitaties kom ik aan de
voorbereiding van lessen niet meer toe. Lessen in vier-havo, echt, I
can't be bothered.
Deze hooghartige euforie duurt niet lang:
tot de volgende ochtend. Het zijn niet eens de leerlingen uit vier-havo
die er een eind aan maken, het is mijn eigen gevoel voor proportie. Die
longlist halen is aardig, in de literaire wereld wordt het opgemerkt,
een kort ogenblik, daarbuiten bestaat het nauwelijks. 'Op naar de
shortlist', zegt iedereen, want het moet altijd voort en het kan altijd
beter.
De bekendmaking van de shortlist is op
een maandag in maart. Achttien schrijvers zijn gegijzeld in hun huis, op
last van de organisatie, want een cameraploeg van 'Nieuwsuur' belt aan
bij zes van de achttien genomineerden, ergens tussen 9:00 en 13:00.
Alsof het de bezorgers van de wasmachine zijn. >>
Het verschil: die wasmachine komt, daar
ben je (bijna) zeker van. De cameraploeg van Nieuwsuur komt niet, daar
ben je ook (bijna) zeker van. In het woordje 'bijna' ligt de angst
besloten die mij die ochtend in zijn greep houdt. Ik doe gewoon wat ik
altijd doe, maar bij iedere auto die de straat in rijdt kijk ik
schichtig op. Hoop is raar en hardnekkig spul, het blijft aan je handen
zitten als kettingsmeer.
Het is 13:00. Ze zijn niet gekomen. Denk
niet dat ik teleurgesteld ben, welnee want ik wist het toch al. Je wordt
op het schild gehesen en er even later weer vanaf gekieperd. Het hoort
bij het circus. Ze kwamen aan de deur bij Esther Gerritsen, Rob van Essen, Johan de Boose, Bregje Hofstede, Jan van Aken en Ilja Leonard Pfeijffer.
Ik zou willen weten hoe dat voelt, dat ze echt aanbellen en dat je
denkt dat je droomt. Ik probeer de teleurstelling op afstand te houden,
maar het mislukt. Ik ben niet alleen teleurgesteld, ik ben ook boos,
nijdig, jaloers op die zes mazzelaars, en morgen wacht vier-havo weer.
Vier-havo? Werkelijk.
Ook deze boosheid en jaloezie houden niet
lang aan, ze maken de volgende dag al plaats voor berusting, gepaard
aan nieuwsgierigheid naar de andere boeken. Mijn eerste gedachte bij het
beschouwen van de shortlist: een mooie maar behoudende keuze.
Behoudend, want er staan twee boeken op die onontkoombaar leken op basis
van de stortvloed aan lovende kritieken, twee boeken van vrouwen, een
Vlaming, en slechts één verrassing.
Maar je doet zowel de jury als de boeken
tekort om in zulke termen te spreken over een lijstje titels en namen.
Eerst maar eens alle boeken lezen, en dan bepalen wie de Libris
Literatuurprijs moet krijgen.
O ja, er staat ook een bevriend schrijver
op de lijst. Met Rob van Essen zit ik in een leesclub van schrijvers
genaamd 'De Kapsalon'- de naam is ontleend aan de roman 'Absalom,
Absalom!' van William Faulkner, het eerste boek waar de club zich
doorheen worstelde. Waarom vertel ik dit? Misschien om aan te tonen dat
ik niet geheel objectief kan zijn. U hoeft niets van mij aan te nemen.
Ik ben zelf een verliezer, een matig verliezer bovendien. Desondanks
heeft u hier mijn licht tendentieuze en beslist versimpelde oordeel.
Ilja Leonard Pfeijffer, Grand Hotel
Europa. We werden haast doof van de loftrompetten. Door de recensenten
gelijktijdig en unaniem tot tijdloos meesterwerk gekroond. Maar is het
dat ook? Het is van alles, dit boek, zoveel is zeker: een Europese
cultuurexegese, Dan Brown-pastiche, liefdesdrama, lofdicht aan een
stervend continent. Het is eveneens een plattegrond van Venetië, een
kledingcatalogus van designmerken, een uitgeschreven hoorcollege en een
bombastisch, ijdel egodocument. Interessant is dat je dit boek tegelijk
kan bewonderen en haten, maar een ding moet je toegeven: het
schrijfplezier spat van de pagina's, en dat plezier is aanstekelijk.
Jan van Aken, De Ommegang. Wat Van Aken
doet is uniek in Nederland: het schrijven van monumentale historische
avonturenromans zonder valse romantiek of het haast obligate
thrillergedoe. Dit boek gaat over het leven van een medicus die toch
liever architect wil worden om de mooiste kathedraal op aarde te bouwen.
Hij balanceert op de dunne lijn tussen lef en hoogmoed: de mens die te
ver reikt en wel moet vallen. Een ouderwetse good read, je steekt ook
nog wat op, maar het boek biedt geen diepe inzichten.
Bregje Hofstede, Drift. De jongste
genomineerde schrijft met beklemmende precisie over de teloorgang van
haar relatie, nadat ze bij haar man is weggelopen. Op een dieper niveau
gaat het in dit boek over hoe je dat doet, de morfologie van een liefde
in taal beschrijven.
Helaas is het boek te dik, want hoe
noodzakelijk de herinneringen en dagboekfragmenten voor de schrijfster
ook mogen zijn, voor de lezer zijn ze dat lang niet altijd. Bij mij
sloeg de verveling toe.
Johan de Boose, Het Vloekhout. Dit is een
originele, mooi geschreven kleine roman. Scènes uit de
wereldgeschiedenis worden beleefd door een stuk hout uit het kruis van
Christus, een plank waar een icoon op wordt geschilderd. Het icoon wordt
bezit van grootheden en heeft ontmoetingen met de lijkwade van Christus
en het 'Zwarte Vierkant' van Malevitsj. Je gaat het hout zien als mens,
of in ieder geval als personage - als machteloze, eeuwige toeschouwer
van tweeduizend jaar beproeving en wreedheid.
Rob van Essen, De Goede Zoon. Rob van
Essen schrijft al jaren goede romans, en hij doet dat met 'De Goede
Zoon' opnieuw. Ik vond het daarom opvallend dat recensenten die bij
eerder werk zwegen of lauwtjes reageerden, deze roman ineens unaniem
bewierookten. Misschien komt het door de status die Van Essen heeft
verkregen dankzij zijn prachtige korte verhalen. In een nabije toekomst
gevuld met rokende, ironische robots, probeert een schrijver van
plotloze thrillers de dood van zijn moeder te verwerken. Dan wordt hij
ontvoerd door een oude vriend die het heeft voorzien op zijn geheugen.
Vreemd en raadselachtig, tegelijk glashelder. De prettige schrijfstijl
en humor van Van Essen, altijd al zijn signatuur, maakt alles licht en
weemoedig.
Esther Gerritsen, De trooster.De
conciërge van een klooster sluit vriendschap met een bezoeker die iets
op zijn kerfstok heeft. Voor hij het in de gaten heeft zit hij met een
reusachtig loyaliteitsprobleem. Esther Gerritsen legt het menselijk
verlangen en tekort zoals altijd haarfijn bloot. Gerritsen lezen is
jezelf lezen: 'een dierentuin vol begeerten, een gekkenhuis vol
ambities, een kleuterschool vol angsten'. Dit citaat komt uit het motto
van C.S. Lewis dat voorin het boek staat.
De winnaar gaat met een halve ton naar
huis, de rest krijgt niks. Je bent geneigd de prijs te gunnen aan de
auteur met de meest acute geldzorgen. Maar de Libris Literatuurprijs
gaat niet over gunnen, het is een show van afvallers en ontgoochelden -
vertel mij wat. Ik heb zo mijn bedenkingen tegen zo'n prijzencircus.
Literatuur is veelstemmig en divers, en daarom niet per se gebaat bij
prijzen en bijbehorende bestsellercultuur.
Maar vooruit, ik deed er graag aan mee
zolang het duurde, en waag mij daarom aan een voorspelling en een
voorkeur. Mijn voorspelling: Pfeijffer wint. Mijn voorkeur: Johan de
Boose, Esther Gerritsen of Rob van Essen. Winst voor Rob van Essen zou
ik toejuichen, niet alleen omdat zijn boek het verdient, maar ook omdat
we in De Kapsalon graag de champagne eens laten knallen. <<
Geen opmerkingen:
Een reactie posten