even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
donderdag 16 mei 2019
Hoofdtentoonstelling Biënnale: kunst in tijden van nepnieuws / NRC Cultuurgids
Hoofdtentoonstelling Voor het eerst doen er meer vrouwen dan mannen mee aan de biënnale. Ook kunst van zwarte kunstenaars is goed vertegenwoordigd.
Sandra Smallenburg
Christoph Büchels vluchtelingenboot Barca Nostra, waarop vele honderden migranten het leven lieten, op de kade van de Arsenale
Foto Italo Rondinella
Is het vreemd om een minuut stilte te houden voor een kunstwerk?
Zachtjes praten is in een museum vaak wel gepast. Maar wat als dat
kunstwerk een massagraf is – een scheepswrak waarin naar schatting
tussen de 700 en 1100 vluchtelingen het leven lieten? Dan kan je toch
alleen maar sprakeloos zijn?
De Barca Nostra is het dodelijkste scheepswrak in decennia. Nooit
eerder stierven op de Middellandse Zee zoveel mensen als op 18 april
2015, toen dit voormalige vissersschip zonk voor de Libische kust. De
Zwitserse kunstenaar Christoph Büchel liet het wrak voor miljoenen
euro’s naar Venetië verschepen en zette het op een voetstuk van stalen
balken op de kade van de Arsenale, een van de hoofdlocaties van de
Biënnale.
Schilderachtig rood en blauw steekt de romp nu af tegen het turquoise
water van de voormalige marinewerf. Het is een klein schip: de
migranten zaten met zijn vijven op een vierkante meter, als levende
ballast opgesloten in het ruim. Grote gaten in het staal zijn de
littekens van de aanvaring die de boot had met een Portugees schip dat
op zijn noodsignaal was afgekomen. Slechts 28 mensen overleefden de
ramp.
De Amerikaanse curator Ralph Rugoff, samensteller van de
hoofdtentoonstelling, noemt het scheepswrak „het indringendste onderdeel
van de biënnale”. Volgens hem is het één ding om de beelden te zien op
televisie. „Maar wanneer je geconfronteerd wordt met het fysieke object,
voel je heel andere sensaties. Hopelijk zet dat je aan het denken.”
Maar hier in de Arsenale, waar de boot pal voor de koffiebar is
geparkeerd, lijkt niemand sprakeloos. Op het terrasje wordt gezellig
gekeuveld en gegeten. Sommige voorbijgangers maken selfies met het
schip. De Barca Nostra zou een indrukwekkend monument voor verdronken
migranten moeten zijn, maar is in deze context een pijnlijk
spektakelstuk.
Sprookjesstad
Het is een terugkerend probleem in sprookjesstad Venetië. Iedere twee
jaar nodigt de Biënnale een stoet aan geëngageerde kunstenaars uit die
hun welgemeende zorgen uitspreken over het wereldleed – dit jaar zijn
naast het immigratievraagstuk ook klimaatverandering, de opkomst van
nepnieuws en het toenemende nationalisme belangrijke onderwerpen.
Tegelijkertijd is het publiek, zeker in de openingsweek, er ook voor het
eigen plezier. Er moet genetwerkt en gefeest worden, er dienen
Instagramwaardige foto’s te worden gedeeld.
Het voelt een beetje als dansen op de vulkaan, deze 58ste editie van
de Biënnale van Venetië. Massaal vliegen we met onze rolkoffertjes naar
de zinkende stad, om ons daar vervolgens te laven aan sombere
toekomstvoorspellingen. Niet voor niets gaf Rugoff zijn tentoonstelling
de ironische titel May You Live In Interesting Times mee. De
spreuk, volgens de overlevering een Chinese vloek maar in werkelijkheid
een verzinsel van een Britse diplomaat, werd in 1936 aangehaald door de
Britse politicus Austen Chamberlain, toen hij de opkomst van het
fascisme beschreef. Net als toen gaan we ook nu weer van de ene crisis
naar de andere, aldus Rugoff. „Voor een tentoonstelling die gaat over
hoe kunst kan functioneren in een tijdperk van leugens, leek me dit wel
een toepasselijke titel.” Passagier in een vliegtuigstoel, sculptuur van Yin Xiuzhen in de Arsenale Foto Italo Rondinella
Het scheepswrak is het apocalyptische sluitstuk van de
tentoonstelling, die in totaal 79 kunstenaars telt en zich uitstrekt
over de honderden meters lange loodsen van de Arsenale. Het
openingsstuk, de film 48 War Movies van Christian Marclay, is
al net zo verontrustend. In een verduisterde zaal heeft de Amerikaanse
kunstenaar 48 oorlogsfilms over elkaar heen geprojecteerd in een
abstract grid. Alle 48 soundtracks spelen tegelijkertijd, waardoor er
een gekmakende kakofonie ontstaat van sirenes, kogels, geschreeuw van
soldaten, marsmuziek, fluitsignalen en gegil van kinderen. Het is een
tunnel van geweld die eindeloos doorgaat en die tot ver in de
tentoonstelling te horen is.
Bekijk ook deze interactieve kaart: De beste landenpaviljoens en tentoonstellingen van de Biënnale van Venetië
Talloze kunstenaars waarschuwen op deze tentoonstelling voor dat wat
komen gaat. De Chinese Nabuqi maakte een billboard van een paradijselijk
wit strand dat is omgevallen en is doorklieft door een plastic neppalm.
Ernaast staat een reusachtige beeld van haar landgenoot Yin Xiuzhen van
een vliegtuigstoel. De passagier heeft alvast de ‘brace’-positie
aangenomen, anticiperend op de crash. En de Canadees Stan Douglas laat
ons in sfeervolle beelden van een nachtelijk New York zien wat er
mogelijk te gebeuren staat als de stroom uitvalt. Iemand speelt een
potje patience bij kaarslicht, maar elders in de stad wordt flink
geplunderd.
Geen dode kunstenaars
Anders dan voorgaande jaren, toen veel vergeten kunstenaars werden
opgediept die postuum de eer kregen die ze verdienden, is er op deze
biënnale geen werk van overleden kunstenaars te zien. Deze
tentoonstelling gaat over het nu, met werken die vrijwel allemaal recent
zijn gemaakt. Die urgentie voel je. Deze kunstenaars reflecteren op het
nieuws dat we ook iedere dag in de kranten lezen.
De paradox van Venetië: kijken naar urgente beelden in een sprookjesstad
May You Live In Interesting Times is bovendien een
inclusieve biënnale. Voor het eerst in de geschiedenis doen er meer
vrouwen dan mannen mee en zijn zwarte kunstenaars goed vertegenwoordigd.
Het mooie is dat die deelname vanzelfsprekend is. Werd er op vorige
edities nog speciaal de aandacht gevestigd op kunst van minderheden of
‘outsiders’, nu zijn ze er gewoon, als succesvolle participanten in het
kunstcircuit.
Zo vanzelfsprekend als het vroeger was dat portretten in musea blank
waren, zo overheersen hier de gezichten en levensverhalen van zwarte
helden. Tavares Strachan, geboren op de Bahamas, maakte in neonletters
een ode aan de eerste zwarte astronaut, Robert Henry Lawrence Jr., wiens
weduwe zelfs na zijn dood nog vele racistische brieven kreeg met
teksten als: ‘Glad he is dead because now there will be no coons on the
moon.’ Ode aan een zwarte astronaut, werk van Tavares Strachan Foto Italo Rondinella Henry Taylor aan het werk in de Arsenale Foto Italo Rondinella
De Amerikaan Henry Taylor schildert zwarte helden om ze zo hun
verdiende plek in de geschiedenis te geven – een techniek die ook door Iris Kensmil in het Nederlandse paviljoen
wordt toegepast met portretten van zwarte feministen. Zo eert Taylor
zijn collega-kunstenaars David Hammons en Glenn Ligon, maar bijvoorbeeld
ook Carol Robertson, een van de vier meisjes die in 1963 omkwamen bij
een bomaanslag op een kerk in Birmingham, Alabama.
Met name het eerste, sterke gedeelte van de tentoonstelling in de
Arsenale voelt als een overwinning voor zwarte kunstenaars. Daar hangen
onder meer de zelfportretten van de Zuid-Afrikaanse Zanele Muholi, die
haar zwarte huidskleur nog eens extra heeft aangezet met zwarte verf. En
daar toont de Amerikaan Kahlil Joseph zijn video BLKNWS, een
soort nieuwszender die een positief beeld wil schetsen van de
Afro-Amerikaanse gemeenschap, met vrolijke YouTube-filmpjes en
amateurbeelden van rollerskatende, basketballende en dansende mensen. Zelfportret van Zanele Muholi in de Arsenale Foto Italo Rondinella
Zijn collega en vriend Arthur Jafa draait het om, in zijn nieuwe film The White Album.
Jafa hanteert dezelfde internet-surfstijl als Joseph, maar koos vooral
beelden van haatdragende blanken. Hij begint zijn film met het oog van
de sadistische Alex uit Kubricks klassieker A Clockwork Orange.
Wat volgt is een stroom aan haatpredikers, van schietgrage militairen
tot racistische YouTube-sterretjes. Er komen ‘white supremacists’
voorbij, onder wie Dylann Roof, die in 2015 negen mensen doodschoot in
een kerk in Charleston. Maar er zijn – als kleine lichtpuntjes – ook
close-ups van Jafa’s vrienden, die toevallig ook blank zijn.
Vijftig minuten lang houdt Jafa het publiek een spiegel voor – en er
is vrijwel niemand die dat volhoudt. Het blijft een moeilijke paradox op
deze prangende biënnale: je wilt je ogen niet sluiten voor wat er in de
wereld gaande is, maar wegkijken is makkelijker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten