Reportage de moemins
In de wereld van de Moemins gaan imperfectie en tolerantie hand in hand. Al bijna honderd jaar zijn de Finse tekenfiguurtjes wereldwijd geliefd. In Helsinki gaan we op zoek naar hun oorsprong.
In
Katajanokka, de art-decobuurt van Helsinki, is het rustig op straat.
Het is 23 graden onder nul en op de versierde dakranden ligt centimeters
dik sneeuw. Vanaf het Tove Janssonpark en de Oespenski-kathedraal loopt
de bekendste straat van de buurt, de Luotsikatu, licht hellend omhoog.
Het appartement op nummer 4B kijkt uit op een frivool torentje met
groene dakpannen. ‘Herkennen jullie het?’ roept onze gids Hani
(‘H-A-N-I, not Honey’). ‘Het is het torentje van het badhuis in de
Moeminvallei.’
Op
Luotsikatu 4B woonde Tove Jansson, een van Finlands meest geliefde
kunstenaars, de meest gelezen Finse auteur ter wereld en de geestelijke
moeder van de Moemintekenfiguren: een bohemienachtige familie van ronde,
witte wezens met grote neuzen. Meer dan honderd jaar na haar geboorte
in 1914 zijn haar creaties nog springlevend. Elke Fin heeft wel een
persoonlijk verhaal dat met de Moemins is verbonden en een favoriet
karakter. De voormalige Finse president Tarja Halonen werd in de media
zelfs liefkozend Mamamoem genoemd, naar de moederfiguur in Janssons
verhalen. Niet alleen om haar zorgende karakter, maar ook omdat ze
altijd dezelfde soort grote handtas bij zich droeg (waar Mamamoem alles
in verborg wat je maar nodig kon hebben). Er zijn Moemincafés en een
Moeminpretpark. In Azië liggen de winkels vol met Moeminmerchandise en
dit jaar verschijnt op de Finse en Britse televisie een van de
Japans-Nederlandse Moemins animatieseries uit de jaren negentig met
bekende Britse stemacteurs, zoals Rosamund Pike en Jennifer Saunders.
Hoe
komt het dat de figuren die zijn geboren uit de fantasie van een jong
meisje, dat dromerig uit haar slaapkamerraam naar de mooie torentjes aan
de overkant keek, na bijna honderd jaar nog steeds zo veel mensen weten
te raken? We gaan op zoektocht in Helsinki.
Tove
groeide op in Katajanokka met haar moeder, die illustrator was, haar
vader, die beeldhouwer was, en haar twee kleine broertjes. Al op haar
13de maakte ze strips voor de plaatselijke krant en tekende ze haar
eerste Moem - een trolachtig figuur met een grote, lange neus. In het
begin zag de Moem er behoorlijk eng uit en had hij een figurantenrol in
haar tekeningen maar al snel werd hij steeds liever en kreeg hij de
hoofdrol. In de jaren vijftig en zestig verschenen er zeven Moeminboeken
over de avonturen van de inwoners van de Moeminvallei, en een Moemin
krantenstrip verscheen in meer dan twintig talen. In Nederland stond de
strip in de Volkskrant en werd er door deze krant ook een stripboek uitgebracht.
Vluchten van de realiteit
Dat
de Moemins in eerste instantie nooit voor kinderen waren bedoeld,
vertelt Janssons nichtje Sophia Jansson wanneer we Toves atelier
bezoeken. Het eerste Moeminboek werd geboren uit de drang van Jansson om
te vluchten aan de realiteit van de Tweede Wereldoorlog in Finland.
‘Haar beide broers vochten in de oorlog en vrienden sneuvelden. Tove had
het er erg zwaar mee.’ In die tijd schreef ze haar eerste boek. Het
decor van de Moeminvallei baseerde ze deels op het zomerverblijf van de
familie, op een eilandje voor de zuidkust van Finland. De karakters
reflecteerden haar ideaalbeeld van hoe mensen met elkaar zouden moeten
omgaan. Alle figuren zijn op een zekere manier imperfect, maar elk van
hen maakt een waardevol deel uit van de Moeminwereld. In het huis van
Mamamoem en Papamoem is iedereen een graag geziene gast.
Voor
veel mensen zijn die tolerantie en acceptatie nog steeds wat de
Moeminvallei symboliseert. Een plek waar je altijd welkom bent. ‘Ik kan
me goed herinneren dat ik me ook zo voelde bij Tove thuis, toen ik klein
was’, zegt Sophia. ‘Er kwamen daar altijd de meest uiteenlopende mensen
op bezoek. Er heerste echt een Moeminsfeer.’ De bijeenkomsten en
kunstenaarsfeestjes van Tove vonden plaats in hetzelfde atelier waar we
nu op bezoek zijn. De kunstenaar kon de ruimte aan de Ullanlinnankatu in
het centrum van Helsinki in de jaren veertig gaan huren, nadat zij er
al eerder haar oog op had laten vallen. Het gebouw was deels
gebombardeerd en in de eerste jaren joeg de wind nog door de gangen.
‘Het ziet er vreselijk uit, maar het is nog steeds mijn grote droom’,
schreef Tove, die tot na haar 30ste nog thuis had gewoond, over haar
langverwachte eigen atelierruimte in een brief aan een van haar
vrienden.
Hansi
Bijzonder
Hoogleraar Illustratie aan de Universiteit van Amsterdam, Saskia de
Bodt, heeft in haar afscheidsrede een groot stuk aan de Moemins gewijd.
Op het moment werkt ze aan een boek dat de manier beschrijft waarop oude
illustraties herleven als toerismesymbolen en folklore. Ook hierin
komen de Moemins voor. ‘Je ziet dat prentenboeken vooral een prominente
rol hebben in streken of tijden waar mensen problemen hebben met hun
identiteit. De karakters en verhalen van de prentenboeken geven mensen
iets om zich mee te identificeren. Neem bijvoorbeeld het werk van Hansi,
tekenaar en schrijver uit de Elzas. De Elzas is in de geschiedenis
steeds weer in andere handen geweest. Eerst Frankrijk, dan weer
Duitsland en dan opnieuw Frankrijk. Het werk van Hansi, een pro-Frans
activist, was immens populair. Hansi dikte de folkloristische karakters
heel erg aan. Hij bejubelde Fransen in zijn tekeningen en overal waar
maar mogelijk hing een geïllustreerde Franse vlag uit. De Duitsers, die
aan de macht waren en ook de gendarme en leraren leverden, maakte hij
belachelijk. Aangezien de Elzassers een kwetsbaar identiteitsgevoel
hadden door de wisselende machten, waren ze sterk beïnvloedbaar door
fictieve rolmodellen.’
Finland
is ook verscheurd geweest tussen Zweedse, Russische en Duitse machten.
Jansson was daarnaast zelf een Zweeds sprekende Fin. Hoewel dat de
heersende elite was, was het wel een minderheid. Ze schreef de
Moeminboeken in een tijd van oorlog en tumult. De Bodt: ‘Veel van de
symboliek gaat hierover. Er is vaak een dreiging; een storm, een lange
tocht om af te leggen, een grote berg om te beklimmen.’ Na verloop van
tijd zie je volgens De Bodt vaak dat de figuren uit prentenboeken uit
hun oorspronkelijke verhaalcontext worden getrokken. ‘De Hansi-karakters
zijn nu symbolen waarmee toeristen naar de Elzas getrokken worden. En
nu verrijst er bijvoorbeeld een Moeminspretpark in Japan. De figuren die
daar staan hebben niet veel meer te maken met diezelfde politieke
context waarin Tove ze creëerde. Het zijn knuffelbare iconen, die
bezoekers trekken: vorm, zonder inhoud.’
Toch
ziet De Bodt een verschil. De Moeminverhalen worden nog steeds gelezen
en er worden zelfs nieuwe series geproduceerd. In tegenstelling tot
Hansi of bijvoorbeeld Jip en Janneke, hebben dus niet alleen de figuren,
maar ook de verhalen van de Moemins de tand des tijds doorstaan. ‘Ik
kan eigenlijk niets negatiefs zeggen over Annie M.G. Schmidt maar Jip en
Janneke is natuurlijk vreselijk gedateerd. Al die verhalen zijn
opgebouwd rondom de normen en waarden van de jaren vijftig.’ De Bodt
vergelijkt de Moemins met Winnie de Poeh of Alice in Wonderland. ‘Hoewel
mensen er in verschillende tijden verschillende boodschappen uit halen,
is de symboliek tijdloos. Alle figuren in Winnie de Poeh bijvoorbeeld
zijn verdraagzaam, ze vormen met elkaar een ideale maatschappij, die je
graag aan je kinderen zou willen nalaten. Dat geldt in zekere zin ook
voor de Moemins. Het zijn herkenbare figuren, met heel karakteristieke
eigenschappen.’
Het
Moeminmerk wordt al twintig jaar beheerd door Sophia. ‘Het is niet
alsof een succesvol of klassiek kunstwerk vanzelf voort blijft leven. Je
moet mensen eraan blijven herinneren. Door te herdrukken, exposities te
organiseren, nieuwe samenwerkingen aan te gaan.’ Het moeilijkste is
volgens haar om de grens te vinden tussen het eerbiedig behandelen van
het origineel, het gedachtegoed van Tove, en nieuwe dingen uitproberen.
Sophia: ‘In Azië, waar de Moemins ontzettend populair zijn, houden ze
erg van merchandise. We moeten daar wel deels aan tegemoet komen, maar
ik zou niet willen dat er straks shitloads plastic Moeminsfiguren
in de oceaan ronddobberen. Dat is een krankzinnig idee. Vooral als je
je bedenkt dat Tove juist zoveel waarde hechtte aan leven in harmonie
met de natuur. Daarom zijn we erg streng met het verlenen van
gebruiksrechten. We werken alleen samen met ontwerpers en kunstenaars
die een kwaliteitsproduct maken en onze filosofie snappen.’
Homoseksualiteit
Tove
Jansson had relaties met vrouwen in een tijd dat homoseksualiteit
illegaal was in Finland. Desondanks lukte het haar om homokoppels in
haar Moeminsverhaal langs de censuur te krijgen. Zoals Tofsel en Bob,
wezens van een ongedefinieerde sekse, die op een dag met een grote
koffer de Moeminvallei binnenwandelen. Ze zeggen dat ze op de vlucht
zijn. Niemand mag zien wat er in hun koffer zit. Uiteindelijk blijkt
daar een robijn in te zitten; een symbool voor hun (verholen) liefde.
De
natuur, die zo sterk aanwezig is in de Moeminverhalen, was voor de
Finse Moeminexpert en schrijver Sirke Haponnen een belangrijke reden om
zich te gaan verdiepen in het werk van Jansson, zegt ze aan tafel bij
Elite, een restaurant dat nog de jaren tachtig ademt – blank hout,
vloerbedekking met een patroontje - en sinds de oprichting in 1932 een
woonkamer voor artiesten en kunstenaars is. Maar de grootste kracht van
de Moeminverhalen zijn inderdaad de uitgesproken karakters, vindt
Haponnen. Ze laten je nadenken over jezelf en de mensen om je heen.
Neem
bijvoorbeeld het karakter de Hemuul. Deze figuren lijken een beetje op
de Moemins, maar zijn iets groter. Ze houden van orde en regels en
vinden dat alles op hun manier moet. De meeste zijn fanatieke
verzamelaars van iets – postzegels, zeldzame planten – en zetten alles
op alles om de collectie compleet te krijgen. Daarna moeten ze zo snel
mogelijk weer iets nieuws vinden om te verzamelen. Maar ze zijn slecht
in het luisteren naar andermans mening en nemen het leven vaak veel te
serieus. Haponnen: ‘Veel mensen willen graag geloven dat ze net zo vrij
zijn als het karakter Snuisterik, een natuurliefhebbende vagebond die in
een tent leeft, maar eigenlijk zijn ze een Hemuul. Uiteindelijk is daar
ook niets mis mee. In de Moeminvallei leer je juist dat iedereen met al
zijn eigenaardigheden wordt geaccepteerd en samen kan leven. Alle
karakters hebben eigenlijk minstens twee gezichten. Net als wijzelf.’
Lachend: ‘Ik ben zelf ook een Hemuul. Dat beangstigde mij eerst, maar nu
denk ik: het is oké. Ook de Hemuul bedoelt het goed.’
Seksuele geaardheid
Een
fragment dat Haponnen zich goed herinnert, is wanneer het kleine,
altijd melancholische hondje Sorry-oo huilend tegen Moeminmamma vertelt
dat het alleen van katten houdt en niet van andere honden. Moeminmamma
troost het hondje en zegt: Het belangrijkste is dat je überhaupt van
iemand houdt. Mogelijk een referentie naar de seksuele geaardheid van
Jansson, die relaties met zowel mannen als vrouwen had en uiteindelijk
een levenspartner vond in de kunstenares Tuulikki Pietilä. Maar voor
iedereen op zijn eigen manier op te vatten.
De
verzamelwoede die de Hemuul kenmerkt, is ook veel Moeminsfans niet
vreemd. Het bekende Finse keramiekmerk Iittala maakt sinds de jaren
vijftig elk jaar een Moemincollectie, waarvan de oudere en zeldzamere
mokken al fortuinen waard zijn (op Ebay wordt een kerstmismok uit 2004
voor 11.750 euro geveild). Ook de creative producer van de nieuwe
Moeminsserie, Marika Makaroff, die eerder creative director was bij het
productiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de Deens-Zweedse
misdaadserie The Bridge, heeft haar eigen collectie Moeminmokken
en is sinds haar jeugd Moeminfan. ‘Wanneer vrienden nu bij mij thuis
komen, merken ze vaak op dat ik tegen mijn kinderen praat alsof het
kleine volwassenen zijn. Dat vinden ze erg Moeminminded. Misschien is
dat ook wel iets Fins.’ Makaroff heeft de productie van de nieuwe serie,
die het grootste budget van een Finse serie tot nu toe heeft, dan ook
nooit als het maken van een kinder- of familieserie behandeld. Makaroff:
‘Voor mij was het van het begin af aan een drama.’
De
Moeminfilosofie hebben we volgens haar meer dan ooit nodig. In de
Moeminvallei kan je bang zijn, lachen en huilen. Maar uiteindelijk
hebben de verhalen een levensbevestigende boodschap: Er is hoop, zolang
we in elkaar blijven geloven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten