Frankrijk
rouwt om de brand in de Notre-Dame, en de rampspoed lijkt de Fransen te
verenigen. Zo voelen ze dat ook in die andere, minder bekende Parijse
kerk: de Saint-Sulpice. ‘Of je nu religieus bent of niet, zoiets raakt
iedereen.’
Priester
Jean-Loup Lacroix kan de sleutel van zijn kantoor niet vinden. ‘Ik had
hem toch hier neergelegd?’, vraagt hij aan een collega in een paars
habijt. Terwijl hij zoekt, rinkelt zijn telefoon onophoudelijk. ‘Nee,
dit is niet bepaald een handige dag om mijn sleutels kwijt te raken’,
zegt Lacroix met gevoel voor understatement.
Père
Lacroix is de beheerder van de Saint-Sulpice, de op een-na-grootste
kerk van Parijs. De 17de-eeuwse kathedraal is onder kunsthistorici
vooral bekend om het indrukwekkende houten orgel. Poëzieliefhebbers
zouden de kerk kunnen kennen als de plek waar de Duitse dichter Heinrich
Heine trouwde. Maar de meeste toeristen laten de Saint-Sulpice – zo’n
twee kilometer ten zuidwesten van de Notre-Dame – links liggen.
Macron: herbouwen in vijf jaar
President
Emmanuel Macron heeft dinsdagavond in een televisietoespraak beloofd de
Notre-Dame binnen vijf jaar te herbouwen. ‘We gaan de kathedraal weer
opbouwen nog mooier dan ze was en ik wil dat het binnen vijf jaar van nu
gebeurt’, aldus Macron. ‘Dat kunnen we. Maar laten we niet in de val
trappen van overhaasting’. Voor het herstel van de Notre-Dame is in
minder dan een dag al meer dan 700 miljoen euro bijeengebracht, met name
door een klein aantal vermogende families uit het Franse bedrijfsleven.
Maar
nu doet de kerk van Lacroix ineens dienst als ‘surrogaat-Notre-Dame’.
De missen die in de aanloop naar Pasen in de door brand gehavende
kathedraal zouden plaatsvinden, zijn verplaatst naar de tweede kerk van
de Franse hoofdstad. Als aanstaande vrijdag de kruisdood van Christus
wordt herdacht, zullen de gedachten van de kerkgangers ongetwijfeld ook
uitgaan naar de Notre-Dame, en naar de brand die de middeleeuwse Oude
Dame van Parijs maandagavond deels in de as legde.
Iets goeds
‘Ik
wil geloven dat een verschrikkelijke ramp als deze brand ook iets goeds
voortbrengt’, zegt Père Lacroix. ‘Dat mensen zich realiseren dat we
samen moeten leven, en samen iets op moeten bouwen.’
Pere
Lacroix zat met zijn confrères te eten, toen hij op de televisie
beelden zag van de brand. Hij was ‘totaal verdoofd’. ‘Je realiseert je
op zo’n moment dat er iets gebeurt wat je niet kunt bevatten.’ Lacroix
had desondanks de tegenwoordigheid van geest om meteen contact op te
nemen met zijn collega’s bij de Notre-Dame, en zijn hulp – en kerk – aan
te bieden. Een dag later zijn de voorbereidingen voor de Sainte
Semaine, de heilige week voor Pasen, in volle gang.
‘De
Notre-Dame is onze geschiedenis’, zei president Macron maandagavond
voor de brandende kathedraal, terwijl het blussen nog in volle gang was.
‘De plek waar we al onze grote momenten hebben beleefd. Onze
epidemieën, onze oorlogen, onze bevrijding. Het is het epicentrum van
ons leven.’ Gevoelsmatig is de Notre-Dame het hart van Frankrijk. Vlak
voor de kathedraal ligt het ‘point zero de Paris’, het nulpunt van
Parijs. Wie in Frankrijk een bord ziet met het aantal kilometers tot
Parijs, ziet in feite het aantal kilometers tot de Notre-Dame.
Winterjas
Frankrijk
rouwt om de brand in de Notre-Dame, en de rampspoed lijkt de Fransen te
verenigen. ‘Iedereen die een hart heeft, iedereen met enig gevoel voor
schoonheid, heeft gesidderd bij het zien van de beelden van de brand’,
denkt Guy Nicard, een 70-jarige man die in een rode winterjas op de
houten kerkbanken in de Saint-Sulpice zit. Hij leest Le Parisien, het Parijse dagblad dat een huiveringwekkende foto van de brandende Notre-Dame op de voorpagina heeft staan.
‘Of
je nu religieus bent of niet, zoiets raakt iedereen. Hier kun je niet
ongevoelig voor zijn.’ Zelf is Nicard ‘eigenlijk niet echt gelovig’.
Toch komt hij regelmatig in de Saint-Sulpice, om even tot rust te komen.
‘Als klein jongetje heb ik daar gestaan, als misdienaar’, vertelt
Nicard terwijl hij naar het altaar wijst.
Priester
Lacroix werd het meest geraakt toen hij hoorde dat de eerste
steunbetuiging die de aartsbisschop van de Notre-Dame gisteravond
ontving van een rabbijn kwam. Maar Lacroix hoopt toch ook dat ‘meer
mensen het belang van de christelijke traditie voor ons land erkennen’.
President
Macron prees de ‘extreme moed’ van de brandweerlieden, die er met hun
inspanningen voor hebben gezorgd dat de structuur van de kathedraal nog
overeind staat, evenals de twee kenmerkende torens aan de voorzijde.
Frankrijk maakt een diepe buiging voor zijn soldats du feu, de
soldaten van het vuur, zoals brandweermannen en -vrouwen genoemd worden.
Met recht: het brandweerkorps is in Frankrijk een onderdeel van het
leger.
Heldenrol
Een
bijzondere heldenrol werd gespeeld door Jean-Marc Fournier, de kapelaan
van de brandweerbrigade. De brandweerman-kapelaan wist, met zijn kennis
van religieuze objecten, onder meer de wereldberoemde ‘doornenkroon van
Christus’ in veiligheid te brengen. De brandweerlieden werden ook
geholpen door een relatief nieuwe collega: Colossus, de eerste Franse
brandweerrobot.
Ook
in de zeer gepolariseerde Franse politiek heeft de brand tijdelijk voor
eendracht gezorgd. President Macron besloot zijn televisietoespraak die
het sluitstuk moest vormen van het grote nationale debat – dat werd
gevoerd naar aanleiding van de gelehesjescrisis – te annuleren. De
campagne voor de Europese verkiezingen is tot nader order opgeschort.
‘Natuurlijk staken wij onze campagne’, twitterden ook Macrons
gedoodverfde tegenstanders van het uiterst rechtse Rassemblement
National.
De
enige die politieke harmonie doorbrak was Nicolas Dupont-Aignan,
lijsttrekker van de kleine conservatief-nationalistische partij Debout
La France. In een Thierry Baudet-achtige actie doorbrak hij de
ongeschreven afspraak om de brand niet te politiseren. ‘Woedende
Parijzenaars’ wilden volgens Dupont-Aignan zo snel mogelijk weten of de
brand een ongeluk was, of een aanslag. Volgens de autoriteiten – die
uitgaan van een ongeluk, mogelijk veroorzaakt door
restauratiewerkzaamheden – wijst niets op een terreurdaad.
Geweldsincidenten
Dat
sommige Fransen die lezing in twijfel trekken, heeft onder meer te
maken met eerdere geweldsincidenten in kerken. Aan het begin van dit
jaar vernielden vandalen in negen kerken beelden en andere religieuze
objecten, onder meer in Dijon en Nîmes. Een maand geleden brak bovendien
brand uit in de Saint-Sulpice. Volgens de politie werd die brand
aangestoken.
Priester
Lacroix wil er geen onduidelijkheid over laten bestaan.
‘Antichristelijk geweld en vandalisme zijn een reëel probleem in
Frankrijk. Maar we kunnen niet zomaar alles op één hoop gooien. De brand
in onze kerk is volgens de politie veroorzaakt door een dakloze die een
tas met kleding in de fik heeft gestoken. Dat is geen terreurdaad, maar
een daad van een arme geesteszieke.’
Lacroix
twijfelt er geen moment aan dat de brand in de Notre-Dame een ongeluk
was. De priester heeft bovendien alle vertrouwen in een succesvolle
wederopbouw van de legendarische gotische kathedraal. Franse
multinationals en gefortuneerde families doneerden al honderden
miljoenen om de kerk in volle glorie te herstellen. ‘Maar tot die tijd
zal iedere Parijzenaar met weemoed langs de Notre-Dame lopen.’
Het vuur in de Notre-Dame is geblust, nu is het afwachten hoe groot de schade binnen is. Wat zijn de belangrijkste bezienswaardigheden in de kathedraal?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten