Joke Hermsen: ‘Als we al ergens zijn, dan is het in de tijd’
De lockdown, hoe ‘intelligent’ ook, gaat aan de haal met ons
tijdsbesef. Weet je ook niet meer welke dag het is? Volgens filosofe
Joke Hermsen is dat juist goed.
Is het vandaag? Of gisteren? En welke dag
is het eigenlijk? Maandag, dinsdag, zaterdag? Of 1982? Het zijn vragen
die in memes op het internet rondgingen de afgelopen weken, en die erop
duiden dat we door corona en de lockdown en masse het gevoel voor de
tijd verliezen. Ook filosofe Joke Hermsen, die al jaren denkt en
schrijft over tijdsbeleving. “Ja, ik herken die vreemde gewaarwording
zeker.”
“Mijn zoontje stelde toen hij vier was
ook zo’n moeilijke vraag: ‘Is het nu morgen of gisteren?’ Hij probeerde
het echt te begrijpen. Het ‘nu’ is ook lastig uit te leggen, omdat het
altijd al geweest is zodra je erover spreekt. Het ‘nu’ is eigenlijk een
raadsel van ons westerse denken, waarin we tijd als iets lineairs zien:
de kloktijd, waarbij het verleden achter ons ligt, en de toekomst voor
ons. In andere culturen heb je het principe van circulaire tijd, daar
rolt het verleden als het ware door, de toekomst in. De Griekse
filosofen beschreven dat alsof de toekomst juist achter je ligt en je de
voortstromende rivier van de tijd in duwt. Heel andere metaforen.”
Wat is er door corona veranderd aan onze tijdsbeleving?
“Ken je die grap over de Titanic? ‘I’ve ordered some ice. But this is ridiculous.’
Iets dergelijks overkomt ons nu met de tijd. We leven onder een grote
tijdsdruk, en kunnen een beetje rust wel gebruiken. Maar deze overdaad
van rust en nietsdoen was voor velen te veel van het goede. Van de ene
op de andere dag kregen we zeeën van tijd. Het schudde onze
tijdsbeleving op, en maakte allerlei vragen los. Wat is tijd? En van wie
is de tijd?”
Nou, wat denkt u?
“Ik heb een aantal essays over de tijd
geschreven, maar het mysterie van de tijd heb ik niet ontrafeld. Zelfs
een kernfysicus kan geen alomvattende definitie van de tijd geven. Maar
we kunnen wel iets zeggen over onze tijdsbeleving. Waarom zijn we op
zo’n gespannen voet geraakt met de tijd? Waarom denken we zo vaak dat we
te weinig tijd hebben?
“Dat gevoel van schaarste is eind
negentiende eeuw met de industrialisering begonnen, en het is de
afgelopen decennia alleen maar erger geworden. Een van de verklaringen
is dat de kloktijd de hoogte van ons salaris ging bepalen: we werden
immers betaald voor het aantal gewerkte uren. En dus werd tijd geld, en
kon er ook winst behaald worden als er op die tijd bespaard kon worden,
als hetzelfde werk in minder uren verricht kon worden. Zo werd die
kloktijd al gauw datgene wat ons opdreef en stress veroorzaakte, hetgeen
binnen de neoliberale samenleving, waar de mens vooral vanuit
economisch perspectief wordt beschouwd, versterkt werd.
Als tijd geld is geworden, dan is de tijd
niet meer van jou. Dan is tijd iets wat vooral aan werken, verdienen en
het werkwoord ‘hebben’ wordt verbonden. Dat is in mijn optiek een
reductie. Want we zijn bovenal ook tijd. Tijd is het fundament onder ons
bestaan. Als we al ergens zijn, dan zijn we in de tijd. Ik denk dat we
naar een nieuw perspectief moeten, waarin het werkwoord ‘zijn’ weer aan
de tijd verbonden wordt. We moeten de tijd die van ons vervreemd is
geraakt, omdat hij het meetinstrument voor ‘hebben’ werd, weer terug
zien te vinden.”
En hoe doe je dat?
“Het geldt misschien niet voor iedereen,
maar deze overdaad van tijd waarin we onwillekeurig door de lockdown
verzeild raakten, maakt de kans op een innerlijke of persoonlijke
ervaring van tijd mogelijk, die losstaat van economie, geld, drukte en
stress. We kunnen die andere ervaring van tijd op het spoor komen als we
niet economisch ‘rendabel’ hoeven te zijn. Het is moeilijk te
beschrijven, maar denk bijvoorbeeld aan wat er gebeurt met je ervaring
van tijd als je in een muziekstuk of een verhaal of een mijmering
opgaat. Dan ben je even niet met tijd hebben bezig, maar verlies je je
in het moment zelf, een eeuwigdurend ogenblik, waarbij je de kloktijd
bent vergeten. Zulke momenten van aandacht kun je op velerlei wijze
creëren: door te wandelen, te dagdromen, te mediteren, te zingen, een
goed boek te lezen, te tuinieren, wat dan ook. Zolang je maar niet bezig
bent met het economisch rendement van tijd hebben, tellen of meten.
“Het gaat volgens de klassieke Griekse
filosofen altijd om het vinden van een juiste balans tussen zelf tijd
zijn, wat ook wel de Kairostijd genoemd wordt, en tijd hebben, de
Chronostijd. Chronos is de Griekse god van de lineaire, meetbare tijd,
die werd afgebeeld met een zandloper en een zeis. Hij belichaamt de tijd
die wegtikt, dus de portie tijd die we ‘hebben’, en staat dus ook voor
het besef van onze sterfelijkheid. Omdat we weten dat aan het eind van
die lijn de zeis van Chronos staat te wachten, kan dat weemoed,
melancholie en ook tal van angsten ontketenen. Afgelopen weken hebben we
gemerkt dat ons besef van sterfelijkheid, en dus van Chronos, zwaar op
onze schouders weegt. We hebben die ‘eeuwigdurende momenten’ van
schoonheid en liefde van Kairos nodig om daar niet aan onderdoor te
gaan.
Denkt u dat mensen zich nu anders tot de tijd gaan verhouden?
“We hebben niet vrijwillig voor deze
lockdown gekozen, en dus valt het nog te bezien in hoeverre mensen zich
voor een andere ervaring van tijd hebben opengesteld. Het kan juist ook
tot veel onrust en ongeduld hebben geleid. Maar misschien hebben ook
meer mensen de zegen ervaren van niet economisch te hoeven presteren.
Misschien zijn meer mensen zich van de tijd die ze zelf zijn bewust
geworden en hebben ze daardoor ook meer oog gekregen voor zaken die er
werkelijk toe doen en niet in geld zijn uit te drukken.”
“Wat we niet moeten vergeten is dat
verandering vanuit de mensen zelf moet komen. Maar daarvoor moeten ze
dus wel de ‘tijd’ krijgen. Ik zie ook om me heen dat juist deze tijd
veel initiatieven voor een betere, meer duurzame wereld heeft
losgemaakt. We hebben ervaren hoe bedreigend de natuur kan zijn als deze
door ons uit het evenwicht wordt gebracht. We zullen ons gedrag moeten
veranderen: minder willen ‘hebben’ en meer willen ‘zijn’. We kunnen niet
meerdere keren per jaar met het vliegtuig op vakantie en niet elke tien
jaar een nieuwe keuken aanschaffen, we worden er uiteindelijk ook niet
gelukkig van.
“We hebben nu zes weken lang geleerd om
qua ‘hebben’ een stap terug te doen. We konden niet eens op een terrasje
zitten. Hopelijk leert deze periode van onthouding onze aandacht op
meer structurele wijze naar ‘zijn’ te verleggen. Dat wil zeggen naar
ervaringen die er werkelijk toe doen: aandacht, verbinding, inspiratie,
reflectie. Het voelt een beetje als een collectief momentum, en dat is
per definitie niet iets wat je in je eentje ervaart. Integendeel, het is
een door een grotere groep gedeeld tijdsbesef. Ik denk dat veel mensen
het anders willen. Wel, nu kunnen we het tij keren.”
Lees ook:
De coronacrisis laat zien: de wereld kan beter. Gaat ons dat lukken?
Is de coronacrisis een kans om de wereld te verbeteren, vraagt het filosofisch elftal zich af. Of is dat naïef utopisme?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten