De
heilige Theresia is in extase, haar mond iets open, haar ogen dicht en
weggedraaid. Liet Bernini zich inspireren door dat ándere grote genot?
Een
toonbeeld van ingetogenheid is het niet, de Santa Maria della Vittoria
in Rome. Integendeel, de decoraties van het interieur van de barokkerk
aan de Via Venti Settembre lijken samengesteld door iemand met
compulsief dwangmatige neigingen. Gekleurd marmer, vergulde kapitelen,
blinkende lijsten en dartele engeltjes: hier bleef nog geen centimeter
onversierd. Nee, wie houdt van strak en eenvoudig, kan de Santa Maria
della Vittoria beter overslaan, ware het niet dat er links voorin, in
het transept, in de Cornarokapel, een sculptuur staat, zweeft eigenlijk,
behorend tot de knapste ooit door mensenhanden gemaakt; een beeld van
de hand van de vooraanstaandste maker van zijn tijd, Gian Lorenzo
Bernini. De extase van St.-Theresia van Ávila (1645-52) heet het. Die met die engel, ja. Die van het or… maar wacht, we lopen op de zaken vooruit.
Het
is een kapel die in iedere reisgids wordt vermeld onder het kopje ‘niet
te missen’, terecht. Het hart wordt dus gevormd door die marmeren non
in een marmeren gewaad geflankeerd door een marmeren engel met een
speer, van marmer. Ze rusten op een stenen wolk en worden beschenen door
neerdalende koperen zonnestralen en, op zonnige dagen, door echte
zonnestralen, afkomstig uit een aan het oog onttrokken venster – dat
laatste gebeurt trouwens pas sinds kort weer: jarenlang was het venster
bedekt met een dermate dikke laag duivenstront dat geen daglicht tot de
kapel doordrong, goddelijk of anderszins.
De
beelden staan in een poppenkast van gekleurd marmer: zwart, rood, groen
en worden geflankeerd door loge-achtige ruimten met gebeeldhouwde
reliëfs: dat zijn de kardinalen van de Cornaro-clan, de naamgevers van
de kapel. Daarboven, onder het plafond: een schildering van een hemel
met wolken en loungende engelen. Ze kijken toe hoe hun soortgenoot op
het punt staat Theresia’s hart te doorboren. Zo kan-ie wel weer, hoor
je ze roepen, kom nu maar weer terug. Schildering, reliëfs en sculpturen
smeedde Bernini samen tot een ingenieus totaalkunstwerk. De
Italiaanse kunstenaar dient nu samen met Caravaggio als publiekstrekker
van een tentoonstelling over de vroege barok in het Rijksmuseum in
Amsterdam.
Bewonderd en benijd
Toen Bernini aan De extase
begon was hij net de vijftig gepasseerd, een tengere man met een smal
gezicht en een blik die sinds zijn tienerjaren niet was veranderd; vurig
was die blik, koortsig. Hij had zijn sporen verdiend. Hij was de meest
bewonderde, en ook de meest benijde maker van zijn tijd, tussen die
zaken bestond een verband, dat spreekt. Bernini had vier pausen gediend,
en zou er nog vier dienen. Hij had prestigieuze publieke werken het
licht doen zien, en ook daarvan kwamen er meer, waaronder de fonteinen
op het Piazza Navona en het ovale plein met zuilenrijen voor de Sint
Pieter. Bernini was beeldhouwer, architect, acteur, toneelschrijver en
decor-ontwerper, maar vooral beeldhouwer. Hij had wezenlijke dingen aan
de traditie van het hakken in marmer toegevoegd. Als begin-twintiger
produceerde hij een reeks bustes en beelden die qua levensechtheid en
dynamiek alles deden verbleken wat zijn landgenoten hadden geproduceerd,
inclusief Michelangelo, met wie Bernini werd vergeleken, en die hij
adoreerde, en vaak overtrof.
Bernini’s
David-sculptuur (1623-24), bijvoorbeeld, was veel levendiger dan die
van zijn voorbeeld. Meer psychologisch doorvoeld ook. Ziet
Michelangelo’s David eruit als een kogelstoter, wachtend op het
fluitsignaal; die van Bernini is echt een jongen in het vuur van de
strijd. De gefronste wenkbrauwen, het verbeten mondje – alles aan hem
ademt inspanning en concentratie. Wie in de Villa Borghese voor deze
David staat, kijkt toch even over zijn schouder om zich ervan te
verzekeren dat Goliath er niet plotseling aankomt. Het David-beeld
belichaamt ook een van Bernini’s terugkerende obsessies: het publiek,
over wie hij totale controle wenste te hebben, maar niet had. Ze bekeken
zijn werk nooit vanaf het daarvoor bestemde standpunt, de lastpakken!
Zijn beelden zouden pas volledig tot hun recht komen, meende Bernini,
wanneer hij ook hun omgeving construeerde. Zo gebeurde in De extase van Theresia, een exemplarisch werk voor de (beeldhouw)kunst van de barok.
Zulke
kunst, waarvan Rome de kraamkamer was, stond deels in dienst van de
contrareformatie. Ze diende de band van de gelovigen met de kerk te
verstevigen en hun religieuze geestdrift aan te wakkeren. In de praktijk
betekende dat: veel schilderijen en beelden van heiligen en martelaren,
verbeeld op een manier die raakte. De strijd om het hart van de kijker,
gecombineerd met de strijd om opdrachten en prestige tussen kunstenaars
onderling, zorgde voor sculpturen die retorischer en hoogdravender
oogden dan die van weleer. In de De extase vond deze tendens een van zijn hoogtepunten.
Cornaro-kapel
De
opdracht kwam voor Bernini op een precair moment. Voor het eerst in
zijn leven was hij uit de gratie gevallen bij het pausdom. Zijn staat
van ongenade had weinig te maken met zijn persoon of werk, en alles met
de betrekkingen tussen de zittende paus, Innocentius X (bekend van het
beroemde Velazquez-portret), van het geslacht Pamphilj, en zijn
voorganger, de nepotistische Urbanus VIII, een Barberini. Innocentius
had het land aan de Barberini’s, en iedereen die goed was met Urbanus
cum suis diende het veld te ruimen, te beginnen met diens architect en
officieuze kamerheer, Bernini. Al snel vond men een stok om hem mee te
slaan. Zijn campanile van de Sint-Pieter (de linker) vertoonde scheuren,
een euvel dat Bernini’s vijanden hem in de schoenen wisten te schuiven
(een commissie stelde later vast dat de scheuren kwamen door een zwakke
fundering en Bernini geen blaam trof): zo werd Cavaliere Bernini
effectief kaltgestellt. Voordeel: hij had zijn handen vrij voor externe
klussen. Een ervan was de Cornaro-kapel
De
ruimte dankte haar naam aan de opdrachtgever: kardinaal Federigo
Cornaro, patriarch van Venetië (cornaro is Venetiaans dialect voor hoek;
denk aan: ‘corner’). In de linkerzijde van het transept van de Santa
Maria della Vittoria bezat hij een grafkapel die hij door Bernini liet
decoreren. Het mocht wat kosten, wat het ook deed: 12.089 scudi, om
precies te zijn, omgerekend bijna een half miljoen euro. Alles bij
elkaar spendeerde Bernini zeven jaar aan het project, dat werd gezien
als een triomf. Lang heeft de kardinaal er niet van kunnen genieten. Een
jaar nadat de kapel was opgeleverd overleed Federigo.
Het
middelpunt van de kapel was de lievelingsheilige van de kardinaal:
Theresia van Ávila (1515/82), de Spaanse hervormer van de
karmelieter-orde en mystica, die kort ervoor was gecanoniseerd. Haar
leven kende een nogal zonderling verloop. Als twintiger was Theresia
geveld door een onverklaarbare ziekte, een sterk progressief malheur,
dat haar zelfs jaren in een staat van ‘schijndood’ zou hebben gebracht,
een coma, tot ze van de ene op de andere dag genas. Op haar ziekbed
ontving Theresia haar eerste goddelijke genaden, en ook na haar herstel
had ze mystieke ervaringen, waaronder levitaties (contemporaine medici
concludeerden uit Theresia’s zeer gedetailleerde geschriften dat ze leed
aan epilepsie). Tijdens een van deze genaden, zo noteerde Theresia,
verscheen aan haar een engel (‘niet lang maar kort en heel knap’) met
een gouden speer met een punt van vuur: ‘Deze [de speer dus] duwde hij
verscheidene malen in mijn hart, zodat hij mijn ingewanden penetreerde.
Toen hij hem eruit trok nam hij ze mee, en liet me vervuld van een grote
liefde voor God. […] De pijn was zo hevig dat ze me deed kreunen. De
zoetheid van de intense pijn was dusdanig dat je niet wenste dat hij
stopte. Dit was geen fysieke pijn, maar spirituele pijn, hoewel het
lichaam er ook een deel in had.’
In
zijn sculptuur combineerde Bernini het verhaal van de transverberatie
(de doorboring) met een van Theresia’s befaamde levitaties. De non komt
los van de grond als Linda Blair in The Exorcist. De
jongensachtige engel tilt haar gewaad op waar hij de speer (eerder een
pijl) in haar hart zal steken. Welbeschouwd is het weinig Theresia, en
veel gewaad van Theresia hier. Het lichaam gaat schuil onder een cascade
van stof. De golvende plooival, begrijpen we, symboliseert Theresia’s
kolkende emoties. Drie lichaamsdelen zijn onbedekt: een voet, een hand
en Theresia’s gezicht met de wijkende lippen en weggedraaide ogen. Ze
ziet eruit alsof ze een aanval heeft. Maar eerlijk, die details zie je
enkel op een reproductie. In de Cornaro-kapel zelf zijn ze nagenoeg
onzichtbaar.
Daar verschijnt De extase
als een bleke maan. Wat vooral treft is de schijnbare gewichtsloosheid
van Bernini’s beeld. Hoe is het mogelijk dat zoiets zwaars zo licht kan
ogen? Het is een beeld met een efemere, spookachtige kwaliteit, en wie
het ziet, verbaast het niks dat Shakespeare bij Bernini te rade ging
toen hij een geest op het toneel wilde laten verschijnen. Het is de
verbeelding van een visioen dat zelf ook oogt als een visioen, maar een
visioen van wie? Van ons, uiteraard. Maar ook van de gebeeldhouwde
Cornaro-voorvaderen in de theaterloges links en rechts. Ze zijn
zichtbaar getroffen door wat zich voor hun neus afspeelt. Ze
gesticuleren er druk over, als de oude mannen in de synagoge op een
Rembrandt-ets. Speelt De extase van St.-Theresia van Ávila zich enkel af in hun hoofden? Dergelijke dubbelzinnigheden maken de beeldengroep uitermate fascinerend.
Orgasme
Er
is nog een reden waarom Bernini’s beeld zo fascinerend wordt gevonden,
een reden die weinig te maken heeft met artistieke criteria, en alles
met seks: de Cornaro-kapel is, zoals Franco Mormando schrijft in zijn
levendige studie Bernini: his life and his Rome, ‘de meest
verbluffende peepshow in de kunstgeschiedenis’. En Theresia’s extase,
menen velen, is een even rake als discrete weergave van een vrouw
tijdens een orgasme. Niet iedereen trouwens. Specialisten in Italiaanse
barokkunst zijn sceptisch wat de kwestie ‘o’ betreft. Ze zuchten
vermoeid wanneer je erover begint. Niet wéér dat orgasme.
Maar
is de klaarkomende Theresia werkelijk slechts een product van de
verbeelding van geperverteerde, goddeloze 21ste-eeuwers? Misschien niet.
Bernini heeft er in ieder geval alles aan gedaan om zijn Theresia zo
sensueel mogelijk te maken. Zijn Spaanse mystica is niet de plompe en
aardse vrouw van middelbare leeftijd zoals we die treffen op
beeltenissen gemaakt tijdens Theresia’s leven, maar een schoonheid die
de 20 amper lijkt te zijn gepasseerd; haar gezicht toont niet het minste
spoor van de ziekte en zelfkastijding die de échte Theresia zeker
zullen hebben getekend; haar gewaad is niet de stugge habijt van een
ontberingen zoekende karmeliet, maar iets zachts en zijde-achtigs, als
in een reclame voor bodylotion. Bernini geeft ons een bevallige
Theresia, zoals hij ons ook bevallige andere heiligen gaf. En wie weet
zelfs een erotische Theresia.
Het
zinnelijke en het godsvruchtige sloten elkaar niet per definitie uit
namelijk, nu niet, en toen ook al niet. Het oudtestamentische Hooglied staat
bol van de erotisch getinte beeldspraak. Frasen als ‘laat Hem me zoenen
met de zoenen van zijn mond’ en ‘je borsten zijn twee kalveren van een
gazelle’ (vreemde borsten zijn dat trouwens), werden door toegewijde
monniken gezien als allegorieën voor de vereniging tussen God en ziel,
de maagd Maria en God en, belangrijk in deze context, God en gelovige,
de unio mystica. In het Theresiabeeld zou je een voortzetting hiervan kunnen zien. Het woord werd steen.
Maar er bestaat een logischer argument waarom seksuele climax Bernini wel degelijk door de kop stak toen hij zijn Extase ontwierp;
een argument dat alles te maken heeft met retoriek en
inlevingsvermogen. Ga maar na: Theresia had een transverberatie
meegemaakt, al gaf ze direct toe dat woorden tekortschoten om die
ervaring te delen. Bernini had zoiets niet meegemaakt, en, net zo
belangrijk, zijn stadgenoten evenmin. Hun harten waren niet doorboord
door een engel met een gouden speer; zij wisten niets van het zoete
gevoel. Wat ze wél kenden was dat andere zoete gevoel. Door dát te
verbeelden, moet Bernini zich gerealiseerd hebben, benaderde hij
Theresia’s extase zo dicht als voor een kunstenaar mogelijk was. Oh,
God.
Caravaggio-Bernini. Barok in Rome. Rijksmuseum, Amsterdam, t/m 7 juni
|
even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!.... en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
maandag 24 februari 2020
De extase van Theresia, Bernini’s meesterwerk, is een fascinerend beeld om méérdere redenen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten