Jeanne
Moreau, die vandaag op 89-jarige leeftijd overleed, was een van de
belangrijkste filmactrices van de Franse 'Nouvelle vague'. Ze maakte tot
op hoge leeftijd nog films. In 2005 sprak Trouw haar, naar aanleiding
van een retrospectief die destijds in het Filmmuseum te zien was.
Ruim
een halve eeuw staat Jeanne Moreau nu in de schijnwerpers als actrice,
maar voorlopig kan ze er nog geen genoeg van krijgen. Met de jonge
Franse regisseur François Ozon voltooide ze onlangs haar nieuwste film,
'Le Temps Qui Reste' (De Resterende Tijd), waarin ze bij hoge
uitzondering te zien is als grootmoeder. Een rol waar ze lang over na
moest denken.
”Ik
heb de laatste tijd veel rollen moeten weigeren. Ik heb geen zin om
grootmoeders te spelen. Dat is me te saai, en te clichématig”, vertelt
ze, stellig. Voor François Ozon, regisseur van de instant-klassieker
'Sous le Sable', wilde ze wel een uitzondering maken. ”Bij het zien van
Ozons eerste korte films, jaren geleden, wist ik al dat hier een nieuw
talent was opgestaan. Ik wist dat ik bij hem niet hoefde te vrezen voor
een rol als betweterig besje, en ik hoefde ook niet achter het fornuis
te staan of ruzie te maken met mijn schoondochter over de opvoeding van
de kleinkinderen. Ozon herinnert me aan Fassbinder, voor wie ik ooit een
hoerenmadam speelde in zijn zwanenzang 'Querelle' (1982). Fassbinder
was een begenadigd vrouwenregisseur van wie ik zielsveel hield. Ozon
heeft iets van zijn sensitiviteit.”
”Merde!”
Moreau vloekt eens flink over alle onbenullige rollen die ze op haar
oude dag krijgt aangeboden, en die ze steevast weigert, met bijgeleverde
verklaring. Ze kan zeer direct zijn. Jeanne Moreau verwierf in
Frankrijk de bijnaam 'La belle dame sans merci', de genadeloze mooie
dame.
Brave besjes
Ze
heeft op het Filmfestival van Cannes enkele journalisten uitgenodigd
voor een gesprek. En vertelt eerst over haar eigen grootmoeders, ook
geen brave besjes. ”Mijn grootmoeder van moeders zijde was een forse
Ierse tante die in een fabriek werkte, en geen blad voor de mond nam. Ze
stond dicht bij de aarde, kende alle roddels in het dorp, en wist
precies wie het met wie deed. Zij heeft me als meisje alles verteld wat
ik moest weten. Mijn grootmoeder van vaders zijde was een Française,
iets minder origineel dan mijn Ierse grootmoeder, maar ook een harde
kegel. Als ik als meisje vloekte, dan riep ze de straf van God over me
af.”
Als je de lange carrière van
Moreau overziet, wordt duidelijk dat ze zich aan conventionele
vrouwenrollen nooit veel gelegen heeft laten liggen.
In
Louis Malle's 'Les Amants' speelde Moreau een echtgenote en moeder die
huis en haard verliet voor een jongere minnaar. Het was 1958, en de film
veroorzaakte een groot schandaal. In een aantal Amerikaanse staten werd
'Les Amants' (De geliefden) zelfs uit de bioscopen geweerd. Moreau's
optreden werd als amoreel beschouwd, een gevaar voor de goede zeden.
Nouvelle vague
In
hetzelfde jaar, 1958, was Moreau te zien geweest in Louis Malle's
regiedebuut 'Ascenseur pour l'Échafaud' (Lift naar het schavot), de film
die als blauwdruk zou dienen voor de aanstormende regisseurs van de
'Nouvelle Vague'.
We
zien Moreau door de straten van Parijs lopen. Ze is alleen.
Terneergeslagen. Haar minnaar is niet komen opdagen. Er is iets gebeurd,
maar ze weet niet wat. Aan het begin van de avond heeft ze hem nog
gesproken, en 'Je t'aime' door de telefoon gefluisterd. Hij zou op pad
gaan om haar echtgenoot te doden.
Daarna zouden ze samen verdwijnen. Op Moreau's gezicht valt alles te lezen. Onbegrip, moedeloosheid, toenemende vertwijfeling.
Met
Louis Malle's 'Ascenseur pour l'Échafaud' beleefde Jeanne Moreau haar
grote doorbraak. Ze was dertig jaar, en al een gevierd theateractrice.
Bioscoopgangers kenden haar uit een aantal Franse B-films, overwegend
thrillers of gangsterfilms, zoals Jacques Beckers 'Touchez pas au
Grisbi' (1953), waarin Jean Gabin de hoofdrol speelde als gangster, en
Jeanne Moreau een bijrol als gangsterliefje.
Keerpunt
'Ascenseur
pour l'Échafaud' betekende een keerpunt. De film was evenals vele
andere films gebaseerd op een pulproman met een thrillermotief, maar
Louis Malle had met een paar stilistische ingrepen iets nieuws weten te
scheppen.
De camera was van het
statief gehaald, en op de schouder genomen. Moreau was - tegen de regels
in - gefilmd zonder make-up, en zonder kunstlicht. In een zwart
mantelpakje met wit kraagje en op pumps dwaalde ze door nachtelijk
Parijs, overgeleverd aan het schaduwspel van de schaars verlichte Champs
Elysées, en de huilende trompet van Miles Davis die speciaal voor deze
film een geïmproviseerde en inmiddels legendarische jazz-compositie
maakte. Centraal stond in die beroemde speelfilm niet Moreau's lichaam,
maar haar gezicht. Ze was geen koude, klassieke schoonheid à la
Catherine Deneuve, geen seksbom à la Brigitte Bardot, geen jongensachtig
meisje met kortgeknipte haren en platte schoentjes à la Jean Seberg,
ook geen langbenig, broodmager Twiggy-type à la Anna Karina. Wat Moreau
uitstraalde was een prettige mix van sensualiteit en intelligentie. Haar
beroemde volle lippen, in een duidelijke krul naar beneden gebogen,
zouden ook van een klein verwend meisje kunnen zijn.
Europese
topregisseurs als Louis Malle, François Truffaut, Michelangelo
Antonioni, Luis Buñuel, Rainer Werner Fassbinder, Theo Angelopoulos en
nu ook François Ozon vielen als een blok voor haar.
Met
deze filmmakers zocht ze de grenzen op, als de vrouw die niet kan
kiezen tussen twee gelieven, en uiteindelijk met allebei op stap gaat,
in een vrolijke menage-à-trois waarin de tragedie om de hoek loert
(Truffauts 'Jules et Jim', 1962). Samen met Marcello Mastroianni gaf ze
het uitgebluste huwelijk vorm (Antonioni's 'La Notte', 1960). En samen
met Brigitte Bardot gaf ze een striptease weg in wat je een vrolijke,
vrouwelijke buddy-film zou kunnen noemen (Malle's 'Viva Maria!', 1965).
Moreau gaf in de jaren zestig en zeventig de veranderende maatschappij
vorm in de rol van de moderne, vrijgevochten vrouw. Ze verbond zich aan
de literatuur van Jean Genet (door haar rol in Fassbinders 'Querelle'),
Franz Kafka (door haar optreden in Orson Welles' 'The Trial', 1962) en
vooral Marguerite Duras, de eigenzinnige Franse schrijfster die steeds
weer terugkeert in haar leven en haar films. Zo was ze te zien in een
verfilming van Duras' studie naar verveling en doodsdrift (Peter Brooks
'Moderato Cantabile', 1960) en werd door Duras zelf geregisseerd in
'Nathalie Granger' (1972). Om de Franse schrijfster te vertolken in 'Cet
Amour-La' (2001) mocht ze gewoon zichzelf zijn, geen pruiken, geen
gedoe: een kleine, frêle verschijning met het stemgeluid van een
bulldozer.
Champagne, witte wijn, brandy
Moreau
ziet er op 77-jarige leeftijd uit als een fijne oude dame. Witte zijden
blouse, ringen als bloemen om haar vingers. Dit is de vrouw die gekleed
werd door de Franse topontwerper Pierre Cardin, en die ook buiten de
filmcoulissen een innige relatie met hem had, zoals met zoveel andere
mannen. Moreau: ”Als ik champagne drink, dan denk ik aan François
Truffaut. Witte wijn, dat is Jean Renoir. En brandy gecombineerd met de
geur van sigaren, dat is Orson Welles.”
Moreau
steekt opnieuw een sigaret op, en schraapt haar keel. En na een kleine
pauze is daar weer die diepe, doorrookte stem waarmee ze in tal van
films zoveel indruk maakte. Moreau heeft gedronken, gerookt en gevreeën
als een matroos. Roken doet ze nog steeds als een ketter, ook als ze in
Californië is, want, zo verklaart Moreau vrolijk: ”Ik moet Bette Davis,
Greta Garbo en Marlene Dietrich toch een beetje in ere houden.”
Bovendien, zo vervolgt de diva, ”een sigaret met lipstick, dat is toch
een geweldige clou!”
Voor haar nieuwste
filmproject werkt ze samen met een van de meest controversiële Franse
regisseurs van dit moment, precies zoals een halve eeuw geleden, toen de
meest spraakmakende filmmakers aan haar voeten lagen. Na François Ozons
'Le Temps Qui Reste' zal Moreau te zien zijn in 'La Vieille Maitresse'
van Catherine Breillat, naar een roman van Jules-Amédée Barbey
d'Aurevilly, de als anti-feministisch bekendstaande schrijver die ervan
overtuigd was dat in de vrouw de duivel huisde. Een saaie grootmoeder
zal Moreau nooit worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten