even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!.... en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
woensdag 23 augustus 2017
dinsdag 22 augustus 2017
Het geheim van de gillende geraamte Rindert Kromhout
Het geheim van de gillende geraamte |
Rindert Kromhout |
Griezelverhaal in de 'Geheim'-serie. Vervolg op 'Het geheim van de afgebeten vingers'. Luuk leest een verhaal over een beroemd Romeins beeld, dat je vingers afbijt als je liegt. Als hij met zijn ouders in Rome is, gaat hij midden in de nacht naar het beeld De Mond van de Waarheid. |
zondag 20 augustus 2017
dinsdag 15 augustus 2017
Italië start onderzoek naar Artsen zonder Grenzen om reddingsacties
Woensdag nam Italië een onder Nederlandse vlag varend schip van de
Duitse organisatie Jugend Rettet in beslag omdat de organisatie illegale
migratie zou bevorderen. Artsen zonder Grenzen weigert net als Jugend
Rettet een gedragscode te ondertekenen over het redden van migranten en
is nu onderwerp van onderzoek van de Italiaanse justitie.
Mijd de file: ga zwemmend naar je werk / Trouw
Om de files te ontlopen zwemt de 40-jarige Münchenaar Benjamin David de bijna tweeënhalve kilometer naar zijn werk, onderweg genietend van de rust en het uitzicht. |
donderdag 3 augustus 2017
Cholera in Yemen / Artsen zonder grenzen
Lange dagen In
Jemen is een bikkelharde oorlog gaande. Nu is er ook nog een
cholera-epidemie uitgebroken, die zich razendsnel verspreidt. We doen
wat we kunnen om de mensen in Jemen bij te staan. Onze arts Kariantti
vertelt over lange dagen in het ziekenhuis.
Sire-campagne doet jongens tekort en moedigt stereotiep gedrag aan / Trouw
Opinie Jens van Tricht en Hanneke Felten– 7:00, 1 augustus 2017
Met
zijn stereotiepe boodschap draait Sire 100 jaar vrouwenemancipatie
terug en doet jongens tekort, waarschuwen Emancipator-directeur Jens
van Tricht en Movisie-projectleider Hanneke Felten.
Sire
lanceerde vorige week de nieuwe campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg
jongen zijn?’ De boodschap is dat jongens stoer en druk moeten kunnen
doen. En opvoeders moeten daar veel ruimte voor bieden. De kans is groot
dat de campagne het omgekeerde effect heeft: jongens krijgen door de
campagne mogelijk minder ruimte om zichzelf te zijn. Dat ook meisjes
graag buiten ravotten raakt buiten beeld.
Stel
je eens deze campagne voor: ‘Laat jij jouw meisje genoeg meisje zijn?’
In het filmpje zie je meisjes ‘tutten’ met poppen en make-up. Rustig
zitten ze te punniken, te haken en te breien. Als klap op de vuurpijl
kan ieder meisje een zacht zoemend stofzuigertje winnen om haar
vrouwelijkheid alle ruimte te geven. Doel van de campagne is dat alle
Nederlandse opvoeders zich gaan afvragen of ze meisjes wel genoeg
stimuleren om zich als een écht meisje te ontplooien.
Onvoorstelbaar
natuurlijk zo’n campagne. Want zo draaien we honderd jaar
vrouwenemancipatie terug. Meisjes brengen we terug naar de poppenhoek,
daarna naar de huishoudschool, en dan zetten we ze achter het aanrecht.
Mede dankzij die vrouwenemancipatie is er tegenwoordig ruimte voor
jongens en mannen om zich te bevrijden van het keurslijf van
mannelijkheid. In plaats van jongens te pushen om een ‘échte jongen’ te
zijn, moeten we ophouden met invullen wat het voor jongens betekent om
zichzelf te zijn.
Stap achteruit
Onze
organisaties zijn er twee van vele die door lokale, nationale en zelfs
internationale overheden betaald worden om emancipatie te bevorderen en
gender-stereotypen tegen te gaan. De meer dan twintig organisaties die
dit stuk mede onderschrijven ervaren de Sire-campagne als flinke stap
achteruit.
Heeft Sire dan geen gelijk
dat veel jongens graag willen stoeien en ‘rouwdouwen’? Jawel. Maar elke
voetballiefhebber ervaart deze zomer bij het EK vrouwenvoetbal dat ook
veel vrouwen behoefte hebben aan beweging en ‘ruw’ spel. Daarvoor moet
ruimte zijn, voor jongens én voor meisjes en iedereen daar tussenin.
Psycholoog en professor Cordelia Fine constateerde al in Trouw dat
de verschillen tussen jongens en meisjes veel kleiner zijn dan vaak
wordt gedacht. Stapels wetenschappelijke studies tonen aan dat wanneer
je meisjes en jongens sekse-stereotiepe beelden biedt, zij zich zo gaan
gedragen. Als deze stereotypen niet worden gehanteerd, lijkt het gedrag
en de prestaties van jongens en meisjes veel meer op elkaar. De
Sire-campagne moedigt sekse-stereotiep gedrag aan en daardoor krijgen
jongens nóg minder ruimte om zichzelf te zijn.
In
de 21ste eeuw speelt juist een heel ander probleem dan wat Sire wil
aanpakken. Jongens krijgen voortdurend te horen dat het zo belangrijk is
dat ze wel écht mannelijk zijn, dat ze een echte man worden. Dankzij
scheldwoorden als ‘homo’ en ‘mietje’ krijgen jongens elke dag ingepeperd
hoe ze zich wel en vooral ook niet horen te gedragen. Voldoen ze niet
aan de norm van ‘stoer’ en ‘mannelijk’, dan worden ze vaker gepest, zo
blijkt uit onderzoek van onder anderen Gabriël van Beusekom. Gedraagt
een jongen zich ‘vrouwelijk’, dan wordt dit keihard afgestraft door zijn
leeftijdgenoten en soms ook nog eens door volwassenen.
Hardnekkige mythes
De
boodschap aan jongens is dus: doe vooral niet wat vrouwen doen. Als
vrouwen voor anderen zorgen, doe dat dan niet. Als meisjes hun best doen
op school, dan doe jij dat dus niet. Als we het welzijn en de
schoolprestaties van jongens willen verbeteren moeten we ons gaan
baseren op wetenschappelijke feiten in plaats van op hardnekkige mythes
over mannen en vrouwen. De campagne van Sire is een klassiek voorbeeld
van hoe het niet moet.
Mede namens maatschappelijke organisaties en experts over gender en mannelijkheid:
Art.1
Midden Nederland, Atria Kennisinstituut, Clara Wichmann Instituut, COC
Nederland, Plan Nederland, Nederlandse Vrouwen Raad, UN Women Nationaal
Comité Nederland, Consultancy Virma Durinck, Doetank PEER,
Dutch Gender Platform WO=MEN, EduDivers, , Ouders Online, PEP Den Haag, ,
Rutgers Kenniscentrum Seksualiteit, Sardes, Stichting Maruf, Stichting
NNID, The Hang-Out 010, The Hang-Out 070, Tumba Kenniscentrum, , VHTO,
Women Inc, Hans Faddegon, Jop de Vrieze, Maxim Februari, Mounir Samuel,
Nico van Oosten en Rikkert van Huisstede.
Lees ook...
... hoe pedagoog Pedro De Bruyckere de mythes ontkracht uit het veelbesproken 'jongensspotje' van Sire.
... of Nederlandse jongens eigenlijk wel een probleem hebben. Een rondje langs de velden.
... of er een verschil is tussen jongens en meisjes in het klimbos in Garderen.
De biografie van Michelle Obama laat zien dat ze een gedroomde presidentskandidaat is / Trouw
Co Welgraven–
Ze wil er zelf niet aan, maar ze lijkt de gedroomde kandidaat voor de Democraten.
Een
van de venijnigste aanvallen die Donald Trump vorig jaar tijdens de
verkiezingscampagne te verduren kreeg, was afkomstig van Michelle Obama.
Zonder zijn naam ook maar één keer in de mond te nemen, hekelde de
First Lady op indrukwekkende wijze Trumps denigrerende opmerkingen over
vrouwen die de Republikeinse kandidaat naar eigen zeggen graag ‘bij hun
pussy mocht grijpen’.
Tegenover
de vulgaire en negatieve taal van Trump, ook op andere fronten, zette
Obama een inspirerende, positieve boodschap. Ze prees haar partijgenoot
Hillary Clinton die juist opkwam voor vrouwen, en die als geen ander in
staat was het land te verenigen in plaats van te verdelen, zoals Trump
en de Republikeinen in haar ogen deden: “When they go low, we go high.”
De
toespraak werd bejubeld: in oratorisch opzicht had Michelle haar man
misschien wel overtroffen. Zou zij bij de volgende verkiezingen niet de
perfecte presidentskandidaat voor de Democraten zijn? Ze heeft deze
optie zelf al ferm van de hand gewezen: acht jaar in de spotlights van
het Witte Huis is wel genoeg geweest. Deze opzienbarende episode komt
slechts summier aan de orde aan het eind van de boeiende biografie van
Michelle Obama (53), van de hand van de Amerikaanse journalist en
hoogleraar Peter Slevin. Het staat beschreven in het slothoofdstuk
‘Epiloog bij de Nederlandse editie’. Zo krijgt de vertaling die deze
maand op de markt komt nog een enigszins actueel tintje. De
oorspronkelijke Amerikaanse editie is namelijk al van 2015.
De haat in Chicago
De
biografie gaat voor twee derde over de tijd dat Michelle nog niet ‘de
meest onwaarschijnlijke First Lady’ was. Slevin staat uitgebreid stil
bij haar afkomst en jeugd in Chicago, de stad waarheen haar voorouders
uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten waren verhuisd. Het was en
is geen gemakkelijke plek voor Afro-Amerikanen, die er ruim een derde
van de bevolking uitmaken. De zwarte leider Martin Luther King zei ooit
dat hij nergens in de VS zoveel haat had ervaren als in Chicago.
Peter
Slevin was jarenlang stadsverslaggever van de Washington Post in
Chicago, de thuishaven van de Obama’s. Als politiek redacteur in
Washington heeft hij de eerste stappen van Barack Obama in de politiek
verslagen; sindsdien volgt hij ook de carrière van diens echtgenote.
Bovendien doceert hij als hoogleraar journalistiek over de moeizame
verhouding tussen de politie en de zwarte gemeenschap in de VS. Kortom,
de man weet waarover hij praat.
Racisme
Tijdens
haar studie en ook in haar werk daarna heeft Michelle Obama vaak te
maken gehad met racisme. De (blanke) moeder van haar slapie op de
universiteitscampus eiste een andere kamer voor haar dochter. Als First
Lady zei ze dat ze nu woonde in een huis dat ooit gebouwd was door
slaven. Maar keer op keer hamerde ze erop dat Barack en zij er niet
alleen waren voor de zwarte Amerikanen, maar voor álle landgenoten, van
welke huidskleur dan ook.
Peter Slevin
is duidelijk onder de indruk van Michelle Obama, een hagiografie is het
boek echter niet, de auteur weet genoeg kritische opmerkingen te
plaatsen. In de ‘Nederlandse epiloog’ toont hij zich ontgoocheld over
‘de graaierij’ van de Obama’s die een slordige zestig miljoen dollar
krijgen voor hun memoires. Daar zal ook wel een persoonlijke frustratie
bij meespelen: Slevin heeft voor deze biografie met tientallen mensen
gesproken: vrienden, familieleden en collega’s van Michelle, maar niet
met de hoofdpersoon die dus andere prioriteiten heeft en liever zelf met
haar levensverhaal naar buiten komt. Tja, het zijn net mensen, die
Obama’s.
De Nederlandse vertaling is
vriendelijk gezegd niet geweldig. Wie het Engels machtig is, kan beter
de originele Amerikaanse uitgave lezen.
Michelle Obama: De biografieVertaling: Marianne Kerkhof e.a.Het Spectrum448 blz. € 22,50
Jeanne Moreau (1928-2017) werd nooit een saaie grootmoeder / Trouw
Belinda van de Graaf–
Jeanne
Moreau, die vandaag op 89-jarige leeftijd overleed, was een van de
belangrijkste filmactrices van de Franse 'Nouvelle vague'. Ze maakte tot
op hoge leeftijd nog films. In 2005 sprak Trouw haar, naar aanleiding
van een retrospectief die destijds in het Filmmuseum te zien was.
Ruim
een halve eeuw staat Jeanne Moreau nu in de schijnwerpers als actrice,
maar voorlopig kan ze er nog geen genoeg van krijgen. Met de jonge
Franse regisseur François Ozon voltooide ze onlangs haar nieuwste film,
'Le Temps Qui Reste' (De Resterende Tijd), waarin ze bij hoge
uitzondering te zien is als grootmoeder. Een rol waar ze lang over na
moest denken.
”Ik
heb de laatste tijd veel rollen moeten weigeren. Ik heb geen zin om
grootmoeders te spelen. Dat is me te saai, en te clichématig”, vertelt
ze, stellig. Voor François Ozon, regisseur van de instant-klassieker
'Sous le Sable', wilde ze wel een uitzondering maken. ”Bij het zien van
Ozons eerste korte films, jaren geleden, wist ik al dat hier een nieuw
talent was opgestaan. Ik wist dat ik bij hem niet hoefde te vrezen voor
een rol als betweterig besje, en ik hoefde ook niet achter het fornuis
te staan of ruzie te maken met mijn schoondochter over de opvoeding van
de kleinkinderen. Ozon herinnert me aan Fassbinder, voor wie ik ooit een
hoerenmadam speelde in zijn zwanenzang 'Querelle' (1982). Fassbinder
was een begenadigd vrouwenregisseur van wie ik zielsveel hield. Ozon
heeft iets van zijn sensitiviteit.”
”Merde!”
Moreau vloekt eens flink over alle onbenullige rollen die ze op haar
oude dag krijgt aangeboden, en die ze steevast weigert, met bijgeleverde
verklaring. Ze kan zeer direct zijn. Jeanne Moreau verwierf in
Frankrijk de bijnaam 'La belle dame sans merci', de genadeloze mooie
dame.
Brave besjes
Ze
heeft op het Filmfestival van Cannes enkele journalisten uitgenodigd
voor een gesprek. En vertelt eerst over haar eigen grootmoeders, ook
geen brave besjes. ”Mijn grootmoeder van moeders zijde was een forse
Ierse tante die in een fabriek werkte, en geen blad voor de mond nam. Ze
stond dicht bij de aarde, kende alle roddels in het dorp, en wist
precies wie het met wie deed. Zij heeft me als meisje alles verteld wat
ik moest weten. Mijn grootmoeder van vaders zijde was een Française,
iets minder origineel dan mijn Ierse grootmoeder, maar ook een harde
kegel. Als ik als meisje vloekte, dan riep ze de straf van God over me
af.”
Als je de lange carrière van
Moreau overziet, wordt duidelijk dat ze zich aan conventionele
vrouwenrollen nooit veel gelegen heeft laten liggen.
In
Louis Malle's 'Les Amants' speelde Moreau een echtgenote en moeder die
huis en haard verliet voor een jongere minnaar. Het was 1958, en de film
veroorzaakte een groot schandaal. In een aantal Amerikaanse staten werd
'Les Amants' (De geliefden) zelfs uit de bioscopen geweerd. Moreau's
optreden werd als amoreel beschouwd, een gevaar voor de goede zeden.
Nouvelle vague
In
hetzelfde jaar, 1958, was Moreau te zien geweest in Louis Malle's
regiedebuut 'Ascenseur pour l'Échafaud' (Lift naar het schavot), de film
die als blauwdruk zou dienen voor de aanstormende regisseurs van de
'Nouvelle Vague'.
We
zien Moreau door de straten van Parijs lopen. Ze is alleen.
Terneergeslagen. Haar minnaar is niet komen opdagen. Er is iets gebeurd,
maar ze weet niet wat. Aan het begin van de avond heeft ze hem nog
gesproken, en 'Je t'aime' door de telefoon gefluisterd. Hij zou op pad
gaan om haar echtgenoot te doden.
Daarna zouden ze samen verdwijnen. Op Moreau's gezicht valt alles te lezen. Onbegrip, moedeloosheid, toenemende vertwijfeling.
Met
Louis Malle's 'Ascenseur pour l'Échafaud' beleefde Jeanne Moreau haar
grote doorbraak. Ze was dertig jaar, en al een gevierd theateractrice.
Bioscoopgangers kenden haar uit een aantal Franse B-films, overwegend
thrillers of gangsterfilms, zoals Jacques Beckers 'Touchez pas au
Grisbi' (1953), waarin Jean Gabin de hoofdrol speelde als gangster, en
Jeanne Moreau een bijrol als gangsterliefje.
Keerpunt
'Ascenseur
pour l'Échafaud' betekende een keerpunt. De film was evenals vele
andere films gebaseerd op een pulproman met een thrillermotief, maar
Louis Malle had met een paar stilistische ingrepen iets nieuws weten te
scheppen.
De camera was van het
statief gehaald, en op de schouder genomen. Moreau was - tegen de regels
in - gefilmd zonder make-up, en zonder kunstlicht. In een zwart
mantelpakje met wit kraagje en op pumps dwaalde ze door nachtelijk
Parijs, overgeleverd aan het schaduwspel van de schaars verlichte Champs
Elysées, en de huilende trompet van Miles Davis die speciaal voor deze
film een geïmproviseerde en inmiddels legendarische jazz-compositie
maakte. Centraal stond in die beroemde speelfilm niet Moreau's lichaam,
maar haar gezicht. Ze was geen koude, klassieke schoonheid à la
Catherine Deneuve, geen seksbom à la Brigitte Bardot, geen jongensachtig
meisje met kortgeknipte haren en platte schoentjes à la Jean Seberg,
ook geen langbenig, broodmager Twiggy-type à la Anna Karina. Wat Moreau
uitstraalde was een prettige mix van sensualiteit en intelligentie. Haar
beroemde volle lippen, in een duidelijke krul naar beneden gebogen,
zouden ook van een klein verwend meisje kunnen zijn.
Europese
topregisseurs als Louis Malle, François Truffaut, Michelangelo
Antonioni, Luis Buñuel, Rainer Werner Fassbinder, Theo Angelopoulos en
nu ook François Ozon vielen als een blok voor haar.
Met
deze filmmakers zocht ze de grenzen op, als de vrouw die niet kan
kiezen tussen twee gelieven, en uiteindelijk met allebei op stap gaat,
in een vrolijke menage-à-trois waarin de tragedie om de hoek loert
(Truffauts 'Jules et Jim', 1962). Samen met Marcello Mastroianni gaf ze
het uitgebluste huwelijk vorm (Antonioni's 'La Notte', 1960). En samen
met Brigitte Bardot gaf ze een striptease weg in wat je een vrolijke,
vrouwelijke buddy-film zou kunnen noemen (Malle's 'Viva Maria!', 1965).
Moreau gaf in de jaren zestig en zeventig de veranderende maatschappij
vorm in de rol van de moderne, vrijgevochten vrouw. Ze verbond zich aan
de literatuur van Jean Genet (door haar rol in Fassbinders 'Querelle'),
Franz Kafka (door haar optreden in Orson Welles' 'The Trial', 1962) en
vooral Marguerite Duras, de eigenzinnige Franse schrijfster die steeds
weer terugkeert in haar leven en haar films. Zo was ze te zien in een
verfilming van Duras' studie naar verveling en doodsdrift (Peter Brooks
'Moderato Cantabile', 1960) en werd door Duras zelf geregisseerd in
'Nathalie Granger' (1972). Om de Franse schrijfster te vertolken in 'Cet
Amour-La' (2001) mocht ze gewoon zichzelf zijn, geen pruiken, geen
gedoe: een kleine, frêle verschijning met het stemgeluid van een
bulldozer.
Champagne, witte wijn, brandy
Moreau
ziet er op 77-jarige leeftijd uit als een fijne oude dame. Witte zijden
blouse, ringen als bloemen om haar vingers. Dit is de vrouw die gekleed
werd door de Franse topontwerper Pierre Cardin, en die ook buiten de
filmcoulissen een innige relatie met hem had, zoals met zoveel andere
mannen. Moreau: ”Als ik champagne drink, dan denk ik aan François
Truffaut. Witte wijn, dat is Jean Renoir. En brandy gecombineerd met de
geur van sigaren, dat is Orson Welles.”
Moreau
steekt opnieuw een sigaret op, en schraapt haar keel. En na een kleine
pauze is daar weer die diepe, doorrookte stem waarmee ze in tal van
films zoveel indruk maakte. Moreau heeft gedronken, gerookt en gevreeën
als een matroos. Roken doet ze nog steeds als een ketter, ook als ze in
Californië is, want, zo verklaart Moreau vrolijk: ”Ik moet Bette Davis,
Greta Garbo en Marlene Dietrich toch een beetje in ere houden.”
Bovendien, zo vervolgt de diva, ”een sigaret met lipstick, dat is toch
een geweldige clou!”
Voor haar nieuwste
filmproject werkt ze samen met een van de meest controversiële Franse
regisseurs van dit moment, precies zoals een halve eeuw geleden, toen de
meest spraakmakende filmmakers aan haar voeten lagen. Na François Ozons
'Le Temps Qui Reste' zal Moreau te zien zijn in 'La Vieille Maitresse'
van Catherine Breillat, naar een roman van Jules-Amédée Barbey
d'Aurevilly, de als anti-feministisch bekendstaande schrijver die ervan
overtuigd was dat in de vrouw de duivel huisde. Een saaie grootmoeder
zal Moreau nooit worden.
woensdag 2 augustus 2017
VOC-kooplieden ruilden deze week 350 jaar geleden het latere New York tegen een van de Banda-eilanden. Het was de meest felbegeerde plek op aarde: alleen daar groeide nootmuskaat.
Volkskrant
|
Toen Jan Pieterszoon Coen op 13 januari 1621 vanuit Jakarta naar de Banda eilanden voer, woonden er ruim 15.000 mensen op de verschillende eilanden. Toen Coen een jaar later vertrok – de nootmuskaat en foelie voor Hollandse handen veilig gesteld – waren dat er nog geen duizend. De geschiedenis van een bruin rond nootje is een tragische.
Het tragische van het nootje zit ’m niet zozeer in de voor 21-eeuwers onbegrijpelijke ruil van Nieuw Amsterdam voor het eiland Run (deze week 350 jaar geleden), maar in de genocide van een bevolking. Die begon in 1599 toen de inwoners van Banda de oranje-blanje-bleu vlaggen op zich af zagen komen, maar ook in de eerste executies waarbij niet alleen het hoofd van opstandige bewoners werd afgehakt, maar voor de zekerheid de lichamen werden gevierendeeld. Zelf na de huishouding van Coen vielen er nog slachtoffers. Aan genade deden de Hollanders niet in die tijd.
Wel deden ze aan het invoeren van slaven vanaf 1628. ‘De VOC was niet kieskeurig geweest in de keuze van de nieuwe bewoners. Bannelingen, veroordeelden en vrouwen van niet onomstreden reputatie vestigden zich op Banda, aangevuld met Chinezen, Japanners, en later, Arabieren.’ Slaven moesten het werk opknappen ‘en voor zichzelf bouwden ze riante paleisjes in Neira-stad’, schrijft Willem Oosterbeek in Nootmuskaat.
De definitieve afschaffing van het Hollandse monopolie kwam er in 1873. Dat was niet uit nobele overwegingen, maar omdat aardbevingen en andere natuurrampen de eilanden hadden geteisterd. De Nederlanders, maar ook de Britten, hadden voor de zekerheid alvast elders nootmuskaatplantages neergezet. De noot werd minder waard en inmiddels biedt een rondgang langs de plantages een ‘treurige aanblik’. Oosterbeek: ‘Alleen de mythe blijft nog bestaan. Het Banda waar het goud aan de bomen groeide’. Er is een nieuwe mythe voor teruggekomen: in cola zou zowel nootmuskaat als foelie zitten, ‘een mythe die de Bandanezen zelf niks oplevert’.
Toef Jaeger
Willem Oosterbeek: Nootmuskaat. De geschiedenis van een wonderbaarlijk nootje. Athneaeum – Polak & van Gennep. 168 blz. € 15,–
dinsdag 1 augustus 2017
Abonneren op:
Posts (Atom)