BREAKING-de-week-column #262
Alles wat op haar erf rondhangt en -stampt, is in de war. ‘Het zullen de lentekriebels wel zijn,’ zegt Ries. In de hoek van het hok zitten twee kipjes zitten tegen elkaar gedrukt te broeden op één ei. Twee eenden zitten in het uitloopdeel, terwijl de kippen zelf verweesd op het terras staan – ze staan op hoge poten met hun kop argwanend scheef naar hun indringers te kijken.
In haar verwilderde polder, beschreven in de rubriek De Proeftuin (#37) zitten waterhoentjes in de poel, koppels eenden met piepende donsjes in de sloot, en fazanten en hazen in het hoge gras. Ik breng haar Raising Hare van Chloe Dalton, een boek over dat ene beslissende moment waarop je een diertje optilt dat verloren langs de kant van de weg zit en kleiner is dan je handpalm.
Die ene handeling blijkt richtinggevend voor de jaren die volgen. Elk leven is bijbels als we de tijd nemen de oorsprong van onze weg terug te volgen tot dat punt waarop iets nieuws begon. Niet veel later wordt het zo’n vanzelfsprekend onderdeel van ons leven, dat we er nauwelijks aan terugdenken hoe wonderlijk het in ons leven kwam.
In Raising Hare keert het leven van internationaal politiek adviseur Dalton zich om als een wild haasje het nieuwe centrum van haar wereld wordt, en ze moet uitvinden hoe je het in leven houdt. Ze kijkt scherp, precies en genereus naar haar nieuwe huisgenoot, en haas kijkt oplettend terug, zoals misschien alleen maar jonge geliefden dat kunnen — een staat waarin elk detail telt om vertrouwen te winnen. Totdat:
‘Hij snuffelde aan de steen van het muurtje. Zijn ogen peilden de afstand naar de grond en het duizelingwekkende uitzicht op de velden en bossen daarachter. Ik bewoog niet en riep het niet. Ik ademde nauwelijks. Het éne moment was het daar, terwijl het mij recht aankeek. Het volgende moment was zijn plek op de muur leeg.’
— Nicole Ex,
hoofdredacteur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten