InterviewKort geding
Advocaat Liesbeth Zegveld over wapenleveranties aan Israël: ‘Nederland loopt een gigantisch risico’
Drie organisaties houden de Staat medeverantwoordelijk voor Israëlische wandaden in Gaza. Volgens hun advocaat reikt de schade van het Nederlandse handelen verder. ‘Op deze manier maak je veel kapot, ook voor de toekomst.’
Voor advocaat Liesbeth Zegveld is het klip en klaar: Nederland loopt een ‘gigantisch risico’ door nog steeds onderdelen voor F-35-vliegtuigen aan Israël te leveren. Het staat voor haar vast dat de F-35 wordt gebruikt in een luchtoorlog waarbij heel veel slachtoffers vallen, en mensenrechten worden geschonden.
Maandag kruiste Zegveld in de Haagse rechtbank de degens met de landsadvocaat over de Nederlandse houding ten opzichte van het Israëlische optreden in Gaza. Dat gebeurde tijdens de zitting over het kort geding dat zij onlangs aanspande namens mensenrechtenorganisaties Oxfam Novib en The Rights Forum, en vredesbeweging Pax. De rechter doet uiterlijk vrijdag 15 december uitspraak.
Blijven leveren om diplomatieke redenen
De organisaties eisen dat Nederland per direct stopt met het leveren van F-35-onderdelen. Minister van buitenlandse handel Liesje Schreinemacher wil daar niet aan, ondanks waarschuwingen voor risico’s op “ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht”. Stoppen met de leveranties is volgens de minister om diplomatieke redenen – onder meer de relatie met Israël en de VS – onverstandig.
Bovendien, zei de landsadvocaat tijdens de zitting maandag, zou niet vaststaan dat Israël het oorlogsrecht opzettelijk schendt met de F-35-vliegtuigen waarvoor Nederland de onderdelen levert.
Wordt het oorlogsrecht opzettelijk geschonden door Israël?
Zegveld: “Die vraag doet er niet toe. Het gaat ook niet om de inzet van de F-35 bij specifieke incidenten. Het gaat om gigantische bombardementen door Israël, waarvan we weten dat daarbij de F-35 gebruikt wordt. De Verenigde Naties hebben door dat optreden van het leger onder andere gewaarschuwd voor genocide en schendingen van het oorlogsrecht. Daarmee is er het risico dat dat gebeurt met onderdelen die vanuit Nederland worden geleverd.”
In haar pleidooi wijst Zegveld onder meer op een waarschuwing van een speciaal rapporteur van de VN. Die constateerde dat er in Gaza een ‘domicide’ plaatsvindt, ofwel het ‘systematisch en wijdverspreid aanvallen van huizen en civiele infrastructuur met dood en leed tot gevolg’. Israël zou zich bij zulke aanvallen volgens internationaal recht niet kunnen beroepen op het recht op zelfverdediging.
“Nederland verbiedt wel de export naar bijvoorbeeld Rusland of Syrië vanwege schendingen daar”, merkt Zegveld op. “Het risico op schendingen door Israël is gigantisch, dat lijdt geen twijfel. En als dat risico er is, dan mag je ook niet meer leveren. Als je dit toestaat, kun je nooit meer export verbieden.”
Een andere aanklacht van de organisaties is dat Nederland weigert om Israël publiekelijk aan te spreken op “evident ernstige schendingen van het oorlogsrecht”. Volgens hoogleraar militair recht Marten Zwanenburg zou het kunnen zijn dat er achter de schermen al het een en ander gebeurt, waardoor het lastig is om te beoordelen wat Nederland precies doet om schendingen te voorkomen.
Moet Nederland zich publiekelijk uitspreken?
Zegveld: “Het is opvallend dat Nederland bijvoorbeeld een land als Rusland wel aan de lopende band veroordeelt. Bij dat land zegt de Staat niet: daar kunnen we niet zelf over oordelen, of daar kan alleen de rechter uitspraak over doen. Ook bij Israël zou Nederland dus moeten proberen zijn invloed publiekelijk te laten gelden.
“Als je dat niet publiekelijk doet, dan zeg je in feite tegen Israël: ga door met waar je mee bezig bent. Israël heeft geen enkele last van wat er mogelijk achter de schermen gebeurt, als er geen openlijke kritiek is. Je moet de daad bij het woord voegen, en dus consistent zijn. Twee verschillende dingen zeggen is gewoon ongeloofwaardig.
“Kijk naar de Verenigde Staten, dat is een belangrijke bondgenoot van Israël en die gaan nu zelfs verder dan Nederland in hun publieke afwijzing van de daden van Israël. Wij houden stug vol met ons verhaal dat we het zogenaamd niet weten.”
Volgens hoogleraar militair recht Zwanenburg is het naast het oordelen over het onderlinge contact tussen landen, ook lastig om juridisch vast te stellen wanneer een land genoeg doet om een schending te voorkomen. Daar zouden geen eenvoudige criteria voor bestaan.
Wanneer doet Nederland volgens u genoeg om schendingen te voorkomen?
Zegveld: “Het is altijd lastig om iets te zeggen over positieve actie, dus welke maatregelen een land specifiek zou moeten nemen. Maar zeggen dat het aan de rechter is om een oordeel te vellen, zoals Nederland nu doet, dat is evident onjuist. Je kunt dat als land wel degelijk doen.
“Daarbij is het niet oké van de Nederlandse overheid om bronnen van de Verenigde Naties te diskwalificeren. Die organisatie is enorm belangrijk, het is de backbone van de internationale gemeenschap. Als Nederland zegt: het zijn maar speciaal rapporteurs van de VN die waarschuwen voor genocide, dan schaad je het systeem in zijn kern. Op deze manier maak je veel kapot, ook voor de toekomst.”
Lees ook:
Nederlandse staat gedaagd voor steun aan Israël. ‘Onbegrijpelijk dat de regering willens en wetens afwijkt van het humanitair recht’
Vier mensenrechtenorganisaties willen de Nederlandse regering medeverantwoordelijk houden voor schendingen van het oorlogsrecht door Israël.
Lees ook:
Verspelen westerse machten hun morele gezag bij de oorlog in Israël?
De VS willen geen humanitaire pauzes, Nederland levert onderdelen voor F-35-jets aan Israël waarmee mogelijk bombardementen op Gaza uitgevoerd worden. Verspeelt het Westen morele autoriteit bij de oorlog in Israël? Twee filosofen geven antwoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten