zaterdag 4 juni 2022

Schrijversinterview Anjet Daanje

 

Anjet Daanje: ‘Ik schrijf niet graag over mensen die echt bestaan, daar krijg je maar problemen mee’

Haar nieuwe roman inspireerde Anjet Daanje op de mythe rond Emily Brontë, schrijfster van Wuthering Heights. Een biografische roman moest het niet worden. ‘Ik schrijf niet graag over mensen die echt bestaan, daar krijg je maar problemen mee.’

Jann Ruyters

“Eigenlijk heb ik ­liever een recensie”, zegt Anjet Daanje glimlachend, “maar ­Anton (Anton Scheepstra, Daanjes uitgever, red.) heeft liever een interview. Die 19de-eeuwse schrijvers hadden het beter, die deden niet aan interviews. Die zagen hun uitgever zelfs nooit. Ze stuurden hun manuscripten op en dan werd het wel of niet uitgegeven. Dat was makkelijk.”

Lang kon Daanje in die door haar begeerde luwte haar boeken schrijven, tot haar vorige roman, haar negende, onverwacht een bestseller werd. Er waren nog maar honderd exemplaren verkocht toen De herinnerde soldaat op de longlist van de Libris Literatuurprijs belandde, enthousiast werd besproken in NRC, waarna mondreclame de rest deed.

20.000 exemplaren gingen er over de toonbank van dit dikke, vreemde, spannende boek over een soldaat met amnesie die uit de Eerste Wereldoorlog terugkeert bij een vrouw die hij niet herkent en die hem voedt met haar herinneringen. Ook deze krant prees het boek als ‘een meesterlijke roman over wat een mens maakt’.

Daanje relativeert het succes liever: “De mensen ­vonden het leuk dat ik bij zo’n kleine uitgeverij zat, ze sloofden zich echt uit voor me. Ik werd herkend zelfs, mensen op straat die riepen dat ze mijn boek gelezen hadden. Verbijsterend was het ook wel.”

Ik hou de lezer liever abstract

Die bewonderaars moest ze weer naar het achterhoofd dringen – “ik hou de lezer liever abstract” – maar echt van slag raakte de auteur er niet van. Noch behaagziek, zo blijkt. Zo’n twee jaar later ligt er een nieuwe ­roman, eigenzinniger en ambitieuzer nog.

In de etalage van de ontvangstruimte van de Groningse uitgeverij Passage waar dit gesprek plaatsvindt, pronken de bruin-zwart gevlekte boeken (een ontwerp van Daanjes broer Dieb). Het lied van ooievaar en dromedaris kent elf vertellers, omspant twee eeuwen en is geïnspireerd op leven en werk van de gezusters Brontë, op het postume leven van Emily Brontë met name, schrijver van Wuthering Heights, de beroemde gothic novel over de verdoemde geliefden Cathy en Heathcliff, door Kate Bush ooit de hitparade in gezongen.

De drie zussen die midden 19de eeuw geïsoleerd leefden op de Yorkshire Moors, samen acht romans schreven en jong stierven, worden hier misschien niet veel meer gelezen, maar in de Angelsaksische wereld zijn ze nog steeds groot, zegt Daanje. “Wat Rembrandt voor ons is, een vast merk, als marmite”, lacht ze. “Er is een Brontëblog dat de vermeldingen wereldwijd bijhoudt. Iedere dag trekken nieuwe artikelen, bewerkingen, tentoonstellingen, studies voorbij. Terwijl toen Emily Brontë stierf waren er twee exemplaren van haar enige dichtbundel verkocht en Wuthering Heights, haar enige roman, had twee goede recensies gekregen. De overige critici wisten niet wat ze ermee aan moesten. Maar zo beroemd is ze 180 jaar na haar dood.”

Voor Daanje zijn de Brontës, zoals voor meer lezers van haar generatie, een jeugdliefde, en een grote. Jane Eyre van Charlotte Brontë las ze op haar zestiende, ze schreef er een scriptie over. In 2017 trok ze de romans opnieuw uit de kast. “Na de dood van mijn ouders blikte ik terug op mijn jeugd en wilde ik wat van vroeger lezen, als troost. Ik was een beetje huiverig, bang dat de boeken tegen zouden vallen, te romantisch en kinderachtig. Maar Jane Eyre is heel goed. Het gaat meteen over haar diepste zielenroerselen die in de verfilmingen nooit zo aan bod komen. Ik werd vooral gegrepen door Wuthering Heights, een raar en ongrijpbaar boek; een boek over wraak, donker en gewelddadig, alleen maar egoïstische personages, zonder moraal.”

Een complexe, duistere, episodische roman

De wens om iets met haar fascinatie te doen, leidde niet tot een biografische roman, zoals Anne Eekhout ­onlangs schreef over Frankenstein-auteur Mary Shelley, of zoals Connie Palmen eerder wijdde aan de geschiedenis van het schrijverspaar Sylvia Plath en Ted Hughes (Jij zegt het). Het lied van ooievaar en dromedaris is een complexe, duistere, episodische roman; sfeervol en zinderend soms, breed uitwaaierend. Een boek waarin de dood heerst, die door de decennia heen steeds op een andere manier begroet wordt.

Het opent met het relaas van Susan Knowles-Chester die in 1847 het dode lichaam verzorgt van de op Emily Brontë geënte Eliza May Drayden. Knowles voelt nachtenlang de starende blik van de dode die tijdens het wassen plots haar ogen weer openslaat. De volgende hoofdstukken maken steeds een sprong in de tijd en presenteren ogenschijnlijk losse levensgeschiedenissen, altijd eindigend in de dood, vaak cirkelend rond een obsessieve verhouding, tussen zussen, tussen geliefden, tussen zussen die elkaars geliefden spelen.

Ieder hoofdstuk draagt naam, geboorte- en sterftejaar van de verteller. “Geleend van tv-serie Six Feet Under”, zegt Daanje. Er is het verhaal van een identieke tweeling die in een seance elkaars spiegelbeeld speelt en zo het betoverde publiek om de tuin leidt, een hoofdstuk over twee Duitse zussen die onder andere naam en gedaante obsessieve liefdesbrieven naar elkaar schrijven. Een verhaal over een wetenschapper die om zijn in coma geraakte geliefde beter te begrijpen zich opsluit in een verduisterde kamer zonder idee van tijd en ruimte. Door de verhalen heen weeft Daanje de sporen van de zussen Drayden, speciaal van de schuwe Eliza, van wie na haar dood een boekje opduikt met tekeningen, poëzie en aantekeningen dat, gezien de groeiende populariteit van Eliza’s enige roman, een omstreden meesterwerk, steeds meer waard wordt. En dan plots verdwijnt.

Anjet Daanje (1965, pseudoniem van Anjet den Boer) werd geboren in Wijster, studeerde wiskunde in Utrecht, woont in Groningen. Als scholier schreef ze scenario’s voor amateurfilms die ze met haar broer maakte, maar schrijver worden leek iets te gewichtigs.

Na een jaar als assistent in opleiding aan de universiteit gaf ze wiskunde er alsnog aan. Ze schreef scenario’s voor korte films en jeugdseries. Haar vorige roman De herinnerde soldaat kwam op de longlist van de Libris Literatuurprijs. Het lied van ooievaar en dromedaris is haar tiende roman. Tegelijk met deze roman verschijnt Dijende gronden, een bundel met door Daanje geselecteerde en vertaalde gedichten van Emily Brontë en gedichten van Daanje zelf die op het werk van Brontë zijn geïnspireerd.

U wilde geen biografische roman schrijven?

“Nee, er zijn al heel veel biografieën over hen en ik ben geen biograaf. Ik zou me ook niet aan hun levens willen vergrijpen. De Brontës zelf hebben hun boeken onder pseudoniem geschreven. En dat was niet voor niets. Zeker Emily wilde niet dat mensen wisten dat ze schreef. Ik schrijf ook niet graag over mensen die echt bestaan, daar krijg je maar problemen mee. Ik heb ooit gewerkt aan een scenario over Maja Bradaric, dat meisje dat gewurgd werd en later verbrand en de regisseur wilde dat naar de werkelijkheid toe schrijven. Dat lukte me niet. Ik vond het te pijnlijk voor de nabestaanden. ”

Waar wilde u het over hebben in deze roman?

“Dit boek gaat over de dood. Mensen proberen zin te geven aan hun leven, terwijl er om hun heen overal ­chaos is. Je maakt een bepaald verhaal van je leven voor jezelf. Je maakt ook een verhaal over de dood. Je moet je ertoe verhouden dat het leven eindig is.”

Is dat volgens u ook een thema in ‘Wuthering Heights’?

“Wel in Emily’s poëzie. Ze heeft hele vreemde gedichten geschreven. Meestal schetst ze een soort ­trance-toestand, waarbij ze geloofde dat ze daarin een voorproefje van het hiernamaals kreeg. Ze legde een ­verband tussen de verbeelding en de dood, denk ik, in de zin dat die allebei een manier bieden om aan het lichaam te ontsnappen.

“Wat me in Wuthering Heights intrigeerde was de wonderlijke verhaalstructuur. Het verhaal speelt over meerdere generaties waarbinnen gebeurtenissen zich herhalen en het kent twee onbetrouwbare vertellers, wat in een 19de-eeuwse roman heel ongebruikelijk is. Er is geen moraal. Je weet niet wat waar is. De lezer moet zelf het verhaal opbouwen. Die vertelvorm heb ik proberen na te bootsen.”

Hoe kwam u tot deze elf vertellers?

“Ik ben uitgegaan van wat ik in een hoofdstuk over het leven van Eliza May Drayden duidelijk wilde maken en zo heb ik personages en een situatie bedacht, bij voorkeur een situatie die op het eerste gezicht niets te maken heeft met de Draydens, maar die toch in emotioneel opzicht overeenkomsten vertoont met de situatie waarin de Draydens verkeren.

“Bij het verhaal over de identieke tweeling was de aanleiding een anekdote van Ellen Nussey (de beste vriendin van Charlotte Brontë, red.) die aan een biograaf over de 15-jarige Emily en de 13-jarige Anne Brontë schreef dat ze voortdurend gearmd liepen, als dat kon, een beetje alsof ze een eeneiige tweeling waren, bedacht ik. Zo kwam ik op de tweeling en omdat ik in eerdere hoofdstukken heel serieus over geesten had verteld alsof ze echt bestonden, leek het me, als tegenhanger, interessant om in dit hoofdstuk te vertellen over de zwendelpraktijken van mediums, die rond 1870 populair ­waren. Een paar jaar eerder heb ik de roman Affinity van Sarah Waters gelezen, die ook in de tweede helft van de 19de eeuw speelt en over een medium gaat.”

Anjet Daanje: ‘Nu staat de hei voor ruimte en vrijheid, maar Emily voelde zich er gevangen’. Beeld Jildiz Kaptein
Anjet Daanje: ‘Nu staat de hei voor ruimte en vrijheid, maar Emily voelde zich er gevangen’.Beeld Jildiz Kaptein

Bij het verhaal van de Duitse zussen moest ik aan uw boek ‘De herinnerde soldaat’ denken. Ze verzinnen een geliefde en projecteren hun fantasiebeeld op elkaar.

“Die situatie heb ik afgeleid van de Brontës, die hadden als kind een eigen fantasiewereld, verhaaltjes die ze schreven en speelden, waarin ze rollen aannamen en zo konden ze stiekem commentaar leveren op elkaar. In dat samen fantaseren voel ik me verwant met ze. Mijn broer en ik maakten als kind altijd samen verhalen: hij tekende en ik schreef.”

De zussen die u beschrijft zijn nogal obsessief en vals. Waren de Brontës ook zo vals?

“Charlotte soms wel. Die schreef op gegeven moment over haar broer en maakte hem tot een arrogante puber die klaagt over zijn vervelende zusjes. Die gefantaseerde personen die ze als kind speelden, misten ze in hun volwassen leven. In hun romans konden ze die fantasie weer uitleven, denk ik.”

Ziet u die grote rol van de fantasie in de liefde als iets positiefs?

“Als je met iemand samenleeft moet je de werkelijkheid wel een beetje in de gaten houden. In De herinnerde soldaat kneedt de vrouw haar man tot een ander persoon en komt hij erachter dat hij iemand anders is dan zij wil. Dat is een probleem. De Duitse zussen gaan er ook heel ver in. Maar als schrijver leef ik dagelijks met personages die ik verzin en ik hou wel van ze als ik over ze schrijf. Daar zit niemand achter.”

Naast de roman vertaalde u ook Emily’s gedichten. Prachtige gedichten, over een vrouw die wil ontsnappen, die vrijheid zoekt.

“Dat is iets 19de-eeuws, poëzie die gaat over mensen die in kerkers wegkwijnen en zo. De zussen waren bewonderaars van Lord Byron. Alles was doordrenkt van religie in die tijd. Het mooie leven begon pas na de dood, in het echte leven zit je geketend aan je lichaam. Voor de lezer van nu heeft het iets bevreemdends. Waarom voelde Emily zich gevangen op de hei? Nu staat de hei voor ruimte en vrijheid.”

Over Emily werd verteld dat ze met haar vuist haar hond op zijn kop sloeg, omdat hij niet luisterde. U laat Eliza haar hond op straat liefkozen. Wilde u iets rechtzetten?

“We weten niet wat er waar is van die door dorpelingen overgeleverde verhalen. Over Charlotte die honderden brieven schreef is veel bekend, maar over Emily ­bijna niks. We weten dat ze veel van haar hond hield. Ik verzet me tegen de neiging om van de Brontës, vooral van Emily, een abnormaal geval te maken. Ze zou autistisch zijn geweest, anorectisch. Waarom kan ze niet ­gewoon een mens zijn?”

null Beeld

Anjet Daanje
Het lied van ooievaar en dromedaris
Passage; 655 blz. €34

null Beeld

Emily Brontë & Anjet Daanje
Dijende gronden
Passage; 80 blz. €22,50

Geen opmerkingen:

Een reactie posten