even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
vrijdag 26 november 2021
Nirvana in concert
Vandaag dertig jaar geleden gaf Nirvana in Paradiso
in Amsterdam een veelgeroemd nachtconcert in een zaal vol springende,
duwende en dansende mensen. Onze recensent Jan Vollaard haalt
herinneringen op: het was hard, het was rauw, het was zinderend.
Urk als buitenbeentje, dat lijkt een steeds groter onderdeel van de identiteit te worden’
Urk krijgt een spiegel voorgehouden, zeiden de inwoners over het boek De ontdekking van Urk. Een roerig jaar na de verschijning gaat de Volkskrant met schrijver Matthias Declercq terug naar het dorp. Hebben de Urkers in de spiegel gekeken?
Matthias Declercq staat in een
Weens museum een schilderij te bekijken, als zijn telefoon onophoudelijk
begint te trillen. ‘Het zal wel weer iets zijn op Urk’, zegt hij tegen
zijn vriendin. Het is weer iets op Urk: een groepje jongeren heeft er
bij wijze van protest tegen de coronamaatregelen verkleed in nazi-uniformen rondgelopen
en tijdens een feest de Hitlergroet gebracht. Op sociale media gaan ook
foto’s rond van een jongen die, gehuld in een gevangenispak met
Jodenster, zogenaamd onder schot wordt gehouden.
Wie zullen de talkshowredacteuren eens bellen? De Vlaamse schrijver van De ontdekking van Urk,
die in 2019 bijna een jaar zijn intrek nam in het gereformeerde
vissersdorp, in 25 kerken een dienst bezocht, een week op zee meewerkte
en honderden Urkers sprak, om Urk van binnenuit te kunnen doorgronden.
Als zijn boek in oktober 2020
verschijnt, is er veel over te doen. Declercq heeft oog voor de
saamhorigheid, de verbondenheid, het eigengereide karakter en het harde
werken waar Urkers zichzelf om prijzen. Maar hij beschrijft ook
uitvoerig de gevolgen van een ontbrekende gesprekscultuur, hoe sociale
controle en het beklemmende religieuze denkkader binnen de eigen
gemeenschap worden ervaren. Een voor een behandelt hij thema’s
waarover niet vrijuit wordt gesproken: seksueel misbruik, ondermijning,
dingen de minderjarigen uitspoken in de talrijke illegale bars in
bedrijfspanden op het industrieterrein, de zogenoemde jeugdhonken.
‘Het oude ritme van het Urker leven is sterker dan de nieuwe ideeën’, schrijft hij in De ontdekking van Urk.
‘Gij zult niet dit. En gij zult niet dat. Urk verzet zich tegen de
buitenwereld, dat klopt, maar Urk verzet zich ook tegen de binnenwereld,
tegen al wie zaagt aan de poten van de status quo. En dat vertelt hier
haast niemand.’
‘Die Belg’, zoals hij op Urk bekendstaat,
verkoopt talkshowredacteuren vaak nee, en niet alleen omdat je er maar
zin in moet hebben: van Gent, zijn woonplaats, naar Amsterdam reizen
voor een kort gesprek in een televisiestudio. Hij voelt ongemak bij de
reflex van journalisten om hem, een andere journalist, te vragen om
Urk-duiding. Die neiging zegt volgens hem iets over de gemakzucht van
redacties enerzijds en de moeizame relatie van Urk met journalisten
anderzijds.
Belangrijker: hij wil gewoon niet
‘die Belg’ zijn die in de media steeds iets over het dorp meent te
moeten zeggen. ‘Ik ben geen ‘urkoloog’, en ik heb nooit de ambitie gehad
om urkoloog te worden.’
En niet te vergeten het interne onderzoek
dat de gemeente Urk heeft ingesteld naar het lekken van gevoelige
informatie uit een vertrouwelijk onderzoeksrapport over ondermijnende
criminaliteit, dat het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)
in 2019 schreef. Declercq citeert eruit in zijn boek; hij schrijft over
de samenwerking tussen een criminele organisatie en een ‘prominent
politiek figuur’, die binnen de gemeente zaken voor de criminelen zou
regelen.
Matthias Declercq (36) twijfelde dus even
of hij wilde ingaan op ons verzoek om nog eens samen naar Urk te gaan,
voor een gesprek met de Urkers die ons vorig jaar hadden verteld over de impact van zijn boek. Na elf herdrukken zijn er inmiddels bijna 45 duizend exemplaren van verkocht.
Anderhalve week na de verschijning was
boekhandel Koster in het dorp al vierhonderd stuks kwijt, vertelde de
eigenaar. Op dat moment was De ontdekking van Urk de talk of the town.
Steeds vielen de woorden ‘confronterend’ en ‘spiegel’: Declercq hield
Urk een spiegel voor. Hij maakte het ook op uit de lange, persoonlijke
mails die hij ontving van lezers, van wie sommigen hoopten dat zijn
boek een kentering teweeg zou brengen.
‘Stuur je reactie op mijn boek niet
naar mij’, was zijn antwoord daarop. ‘Stuur ’m naar je vader, naar je
broer, naar je zus, naar een vriend. Het is veilig om mij om 3 uur ’s
nachts drie pagina’s te mailen, te zeggen dat ik je leven heb
beschreven, dat je zo blij bent dat ik verwoord heb wat je zelf niet
onder woorden durft te brengen. Ik waardeer al die berichten, ik ga er
discreet mee om. Maar ze veranderen niks voor wie verandering wil. Met
mij los je niks op. Mij hoef je nergens van te overtuigen.’ Zijn rol zag hij als uitgespeeld. ‘Het is nu aan Urk.’
Heeft Urk in de spiegel gekeken, of heeft het De ontdekking van Urk weggelegd en is het overgegaan tot de orde van de dag?
Boekhandel Koster is een Intertoys
geworden, weet Anneke van Urk (61) te vertellen. Ze schenkt koffie uit
dezelfde thermoskan als een jaar geleden en serveert er stukjes
banketstaaf bij.
Van Urk zet zich al jaren in voor
cultuurontwikkeling in het dorp. ‘Dat is hier een gebied in de marge.’
Tegenwoordig wil ze ook een vangnet zijn voor mensen die om wat voor
reden dan ook geen kerkelijke uitvaart willen; die kunnen bij haar
terecht voor advies en ondersteuning.‘Leuk als jullie langskomen!’, mailde ze van tevoren. ‘Of we positief nieuws hebben weten we niet...’
Met Matthias Declercq had ze na zijn vertrek uit Urk nog af en toe appcontact. Ze
vond het wel een tikje naïef van hem, zegt ze, dat van die uitgespeelde
rol. ‘Zoals Geert Mak onlosmakelijk verbonden is met Jorwerd door Hoe God verdween uit Jorwerd, zit ook jij voor de rest van je leven vast aan een deel van Nederland.’
Declercq begint te lachen: ‘Dat méén je
niet!’ Dan, serieuzer: ‘Voor de consequenties van mijn boek verstop ik
mij uiteraard niet, daarom zit ik hier ook. Maar wezenlijke verandering
kan nooit van buitenaf komen, dat bedoelde ik er eigenlijk mee te
zeggen. De wil om iets te veranderen zal uit de gemeenschap moeten
komen. Ik heb het boek ook niet geschreven omdat ik vind dat er iets
moet veranderen. Ik heb alleen maar beschreven hoe ik de dingen hier heb
ervaren.’
Anneke van Urk vertelt dat ze haar exemplaar van De ontdekking van Urk
drie keer heeft uitgeleend. Ze voelde de sterke drang om iets te
organiseren, een gesprek op gang te brengen, iets te doen – iets! Maar
wat? ‘Ik dacht: nu zit ik hier met die overweldigende info, wat nu?’
Zij en haar man Bert (68) merkten dat de welwillende sfeer rondom het boek al snel plaatsmaakte voor een vertrouwder perspectief.
Declercq weet wat ze bedoelen: ‘Er staan acht hoofdstukken in het boek,
maar de voornaamste kritiek die ik krijg, is dat ik Urk als ‘te
gereformeerd’ neerzet, dat ik ‘de zware kerken’ de boventoon laat voeren
in het deel over geloof. Maar ik heb óók geschreven over geo-economie,
over het industrieterrein, over jongerencultuur, en dat wordt allemaal
aan de kant geschoven. De verontwaardiging is zeer selectief.’
Bert: ‘Ik kreeg het soms ook te horen als
ik in discussies over het boek terechtkwam: ‘Maar hij gelooft niet.’
Dan zei ik: ‘Nou, Matthias is in 25 kerken geweest, hij heeft overal
diensten bezocht, en geen van de kerken is erin geslaagd om hem te
overtuigen. Dus wie heeft er nou gefaald?’
Anneke: ‘Vorige week maakte een transportbedrijf bekend niet
te willen controleren op een QR-code. Ook dan wordt de hoogste almacht
erbij gehaald. We moeten terugkeren naar de schoot der vaderen,
enzovoorts. Dan ben je dus uitgepraat. Dat is precies wat er met het
boek van Matthias gebeurt: het gesprek dat je zou kunnen en moeten
voeren over de inhoud, wordt afgekapt met ‘maar hij gelooft niet’.
‘Als ik de stemming peil, zie ik dat niet
veranderen. En als ik kijk naar de manier waarop simpele
coronamaatregelen niet worden nageleefd, dan denk ik: we leven hier in
een complete anarchie.’
Om die reden doen ze geen boodschappen
meer in het winkelcentrum waar ze vlakbij wonen, zegt Bert. ‘We rijden
wel naar de supermarkt in Emmeloord.’
Anneke: ‘Het wekt te veel ergernis bij
mij. De irritatie zit hoog – hoger dan een jaar geleden, ja. Maar
hierdoor komen we nog meer op afstand te staan. Wij zijn eigenlijk niet meer representatief om iets aan te vragen over dit dorp.’
Ook Rinke Oost (53) voelt zichzelf
geen doorsnee Urker, maar hij houdt wel van Urk. Oost werkt als
psychosociaal therapeut en is degene die Declercq met zijn zeilboot over
het IJsselmeer naar Urk voer – daar begint het mee in De ontdekking van Urk. Voor Declercq schenkt hij whisky in, zelf drinkt hij rode wijn.
Vorige maand zat hij samen met zijn zoon
in een café in Amsterdam, waar ze aan de praat raakten met een stel.
‘Waar komen jullie vandaan?’, wilden René en Esther weten. En even
later: ‘Er is toch een Belg die alles van Urk weet? Wat een boek zeg, ik
heb het gelezen.’ Toen ze hoorden dat hij die man van de zeilboot was,
boden ze hem gelijk een drankje aan.
‘Buiten Urk zijn natuurlijk altijd de
drugs interessant’, zegt Oost, ‘dus daar maak ik meestal een geintje
over. Ik vraag hoeveel ze nodig hebben. Dan is dat gelijk klaar.’ Hij
vertelde René en Esther waar hij zich het meest over had verbaasd bij het lezen van De ontdekking van Urk:
de allemachtige hoeveelheid vis op het industrieterrein iets verderop,
dat Urk de grootste visafslag van Europa heeft, dat die dus in het
binnenland staat, en niet aan zee, waar je hem zou verwachten.
Het stoorde hem dat in de nasleep van het
boek alle aandacht uitging naar het RIEC-rapport over ondermijnende
criminaliteit en het lek in de gemeente, vertelt hij. ‘Terwijl er veel
meer in staat dat aangepakt moet worden, de problemen op het
industrieterrein voorop. Ik kwam terug van vakantie uit Frankrijk en las
een stukje in Het Urkerland, ons sufferdje, over overlast van de
jeugd, crossen met auto’s, vuurwerk, dat soort dingen. Er stond: je
moet de politie bellen bij overlast. Dat schoot bij mij helemaal in het
verkeerde keelgat. Ik heb een ingezonden brief gestuurd, die ook
geplaatst werd: bel de politie, laat me niet lachen. Dat is totaal
zinloos. Er wordt geen actie ondernomen.’
En neem ‘die hele nazipakkentoestand’. Rinke Oost beschouwt het als ‘een psychodrama’,
zegt hij. ‘Wat je daar zag, heeft niks met de Holocaust te maken.
Bewust of onbewust zijn die jongeren bezig met machtsvereffening, ten
opzichte van de overheid, de gemeente. Als je zo’n pak aantrekt, word je
zelf overheid. Eigenlijk zeggen ze: kijk nou even naar ons, los onze
problemen op.’
Wat die problemen zijn, volgens hem? ‘Te weinig horeca. Te weinig ruimte – te weinig mentale ruimte ook. Voldoe aan het Urker paspoort, zoals Matthias het in zijn boek beschrijft.’
Declercq: ‘Ik denk toch ook aan een
gebrek aan educatie. Je kunt zeggen dat het niet over de Holocaust gaat,
maar er ontbreekt evengoed een besef van: zoiets doe je niet.’
Albert Visser (38) staat voor de deur, de
Urker met wie Matthias Declercq zich op persoonlijk vlak misschien wel
het meest verwant voelt. Ze spelen nog weleens online een potje schaak –
potjes die Declercq doorgaans verliest.
Vorig jaar sprak Visser zijn zorgen
uit over wat hij ‘de drukkende collectieve identiteit op Urk’ noemde,
en de reactionaire keerzijde van een cultuur die streeft naar behoud. Hij
vertelde over die ene keer dat hij met een knoop in zijn maag van zijn
werk in Almere terug naar huis was gereden. Dat was in maart 2019, toen
honderd jongeren het huis van een Marokkaanse familie hadden belaagd. De
aanleiding was een ruzie in een WhatsAppgroep tussen Soufyan, de
destijds 18-jarige zoon van het gezin, en een leeftijdsgenoot. Soufyan,
zijn moeder en zus werden mishandeld.
De afgelopen periode is hij vaker
met buikpijn naar huis gereden, zegt Visser. ‘Bijna alles wat in het
boek aangestipt wordt, is in de tegenbeweging extremer geworden. De dingen
die gebeuren worden steeds gekker. Eind oktober kwam de ambassadeur van
Hongarije hier spreken over de positie van het gezin en ‘het knielen
van Europa voor de regenboogvlag’ – dat stond letterlijk in het
persbericht. De burgemeester en wethouders gaan vrolijk met die man op
de foto, waarmee ze dus openlijk een signaal afgeven aan de
homogemeenschap. Mijn hoofd ontploft als ik dat zie.’
Oost: ‘Landelijk worden de zeehelden ter discussie gesteld, hier komt een nieuwe Zeeheldenwijk.’
Declercq: ‘Als het gaat om de relatie tot de buitenwereld, is corona het slechtste wat Urk kon overkomen, denk ik. Het
is het gedroomde thema om op te polariseren. Een
anti-overheidssentiment bestond hier al. Plots is er een overheid die je
dagelijks leven heel letterlijk bepaalt, die zegt: je doet een
mondkapje op als je ergens naar binnen gaat, je gaat niet naar de kerk,
je laat jezelf vaccineren. De weerstand daartegen legt de Urker
identiteit uitvergroot bloot.’
Visser: ‘Als volgende maand de halve Talma (een protestants-christelijk verzorgingstehuis op Urk, red.)
ziek wordt, dan heeft de overheid daar niks mee te maken. De landelijke
overheid heeft ons alle middelen gegeven, maar wij kiezen ervoor als
gemeenschap – dat is de som der delen – om niet te vaccineren. Dat heeft
gevolgen.
‘Ik stoor me eraan dat de burgemeester
zich niet steviger uitspreekt over het belang van vaccineren. Ook in het
gemeentehuis dringt het idee dus door dat wij prima anders kunnen zijn
en onze eigen spelregels wel bepalen. Ik zie het als
totale stompzinnigheid, dat je altijd maar je eigen ruiten ingooit. Dat
hele anders zijn, Urk als buitenbeentje in alle statistieken, dat lijkt
een steeds groter onderdeel van de identiteit te worden.’
Declercq: ‘Het vreemde is dat ik daar
misschien op een bepaalde manier aan heb bijgedragen. Als een
buitenstaander opschrijft wat hij allemaal heeft gehoord en gezien, dan
is het een begrijpelijke neiging om gezamenlijk op te trekken en te
zeggen: waar bemoeit hij zich mee, wat weet hij ervan? Door dingen te
benoemen waar veel mensen liever niet over praten, klitten die mensen
nog meer aan elkaar vast.’
Albert Visser is opgegroeid op Urk en heeft drie jonge kinderen. ‘Het afgelopen jaar hebben mijn vrouw en ik het er voor het eerst over gehad: horen wij hier nog wel?’
Oost: ‘Ik snap dat
wel. Wij hebben ook tien jaar in Emmeloord gewoond, omdat wij onze
kinderen een andere cultuur wilden meegeven. Ik vond het ook belangrijk
dat ze goed Nederlands zouden leren – hier hoor je veel dialect. Maar na tien jaar wilde ik terug naar Urk.’
Visser: ‘Laatst las ik in Het Urkerland
over zes dominees die het over de ‘Great Reset’ hadden. Die dominees
realiseren zich kennelijk niet wat voor positie ze hier hebben in de
maatschappij, hoe belangrijk hun woord is. Het normaliseren van complottheorieën en anti-overheidsideeën komt hier dus van de kansel. Ik vind het waanzin.’
Oost, laconiek: ‘Hij heeft er
buikpijn van, mij laat het ondertussen siberisch. Ik zie niet in hoe je
de cultuur hier zou kunnen veranderen. De wil om het anders te doen is
er gewoon niet. De tendens is: het is verschrikkelijk wat er gebeurt, maar met z’n allen vinden we het niet erg.’
Declercq: ‘In maart is iemand op het industrieterrein met een heftruck over de benen van een man van 24 gereden.’
Oost: ‘En de moeder van die man had met
de dader te doen. Dat zie ik als het probleem van dit dorp in een
notendop: zolang we hier empathie houden voor daders, opdat ze zich op
een dag ook maar mogen bekeren van hun heilloze weg, is het eind zoek.’
Declercq: ‘Het ziet er donkerder uit dan een jaar geleden.’
Visser: ‘Ik heb er twee dagen over
nagedacht of ik wel aan dit gesprek wilde meewerken, omdat het zo donker
is. Ik vind het erg om dat te moeten vaststellen.’
Oost, met een ironische grijns: ‘Je schrijft toch wel een beetje mooi, hè, over ons Urk?’
Anderhalve week later licht het gezicht
van Matthias Declercq op van een laptopscherm in het gemeentehuis, in de
kamer van SGP-burgemeester Cees van den Bos (41). Toen Van den Bos in
oktober 2020 De ontdekking van Urk overhandigd kreeg, was zijn
eigen ontdekking van Urk nog maar net begonnen. In zijn eerste jaar als
burgemeester kreeg hij een steen tegen zijn ruit, een doodsbedreiging en
corona. Hij was maanden uit de running.
‘Met wie moet ik volgens jou in
gesprek gaan?’, vroeg hij Declercq bij hun eerdere ontmoeting. Met de
jongeren, antwoordde Declercq – van de 21 duizend
inwoners zijn er meer dan 9 duizend jonger dan 25 jaar. ‘Jongeren
krijgen hier in mijn beleving een soort korset aangereikt: dit is onze
identiteit, dit is hoe je het hoort te doen op Urk. Er is zeer weinig
zuurstof in dat korset. Urk praat niet over de schaduwkant daarvan, en
Urk schrikt als die schaduwkant zwart op wit staat. Ik vind dat Urkers
de moeilijke dingen meer zouden mogen bevragen. Dat lijkt me voor een
burgemeester ook belangrijk, dat er genoeg gepraat wordt.’
In de bars op het industrieterrein
is hij nog niet geweest, zegt Van den Bos nu, maar hij heeft een stuk of
honderd jongeren gesproken. ‘Het belangrijkste wat ik steeds hoorde,
was: burgemeester, wij willen elkaar ontmoeten, dat doen wij hier op
Urk. Het stukje oprechte interesse van de burgemeester hebben ze
bijzonder gewaardeerd.’
Anders dan de vorige keer zit er nu een
communicatieadviseur naast Van den Bos, die ’s ochtends in een
‘coachgesprek’ met hem alvast de onderwerpen heeft doorgenomen die in
het gesprek met de Volkskrant ongetwijfeld weer voorbijkomen: de
jeugdhonken, corona, de nazi-actie. Een mail over dat coachgesprek
stuurde de burgemeester per ongeluk door.
Hij heeft De ontdekking van Urk gelezen,
zegt hij, met complimenten voor de fraaie zinnen van Declercq. Wat hem
het meest is bijgebleven? ‘Je kunt van alles zeggen over Urk, maar het
is vooral een dorp waar saamhorigheid speelt.’
Je kunt van alles zeggen over Urk,
bijvoorbeeld als het over de lage vaccinatiebereidheid gaat, en de
burgemeester zegt het volgende: ‘Ik sta voor mijn Urkers. De
bevolking maakt eigen keuzen. Ik ga niet over hun geweten en niet over
hun lichamelijke integriteit.’ Of hij zelf is gevaccineerd zegt hij
niet, dat vindt hij een privékwestie. ‘Ik roep op het
landelijke beleid te volgen, en ik roep degenen die zich niet willen
laten vaccineren op verantwoordelijkheid te nemen door de maatregelen in
acht te nemen.’
Als burgemeester wil hij ‘een eerlijk
totaalbeeld neerzetten’ van Urk. ‘Aan de ene kant zijn er een aantal
heftige gebeurtenissen, maar tegelijkertijd heb ik daardoor de mooie
kant van Urk leren kennen. Ik kreeg kaartjes, cadeautjes, vis,
bemoedigende woorden via sociale media. Die kant is veel groter dan al
dat negatieve dat er in de media is geweest. Er waren vuurwerkrellen, maar er was daarna ook een surveillerende ouderwacht van een man of honderd.’
Wat hij na een roerig jaar, waarin veel over Urk is gezegd en geschreven, blijft benadrukken: ‘Urk
is een kern als alle anderen: je hebt hier uitdagingen en dingen die
goed gaan. Als inwoner van een gemeenschap en als burgemeester moet je
die in samenhang zien.’
Declercq werpt tegen: ‘Maar je hebt
niet in elk dorp een industrieterrein waar jongeren volledige
discotheken kunnen inrichten en kunnen doen wat ze willen. Ik schrik
ervan als ik hoor dat iemand daar met een heftruck over de benen van een
ander rijdt. Op dat industrieterrein gebeuren dingen die elders op een
andere manier worden aangepakt. U bent nu een jaar burgemeester, heeft u een plan van aanpak?’
Van den Bos: ‘Er liep al controle ten
aanzien van de jeugdhonken. Wij hebben die controle voortgezet. Er is
sprake van een situatie die in vijftien tot twintig jaar tijd zo is
gegroeid als ze nu is. Dat verander ik niet van vandaag op morgen. En
dat gaat ook over een stukje beleving in Urk. Er is een groep die vindt
dat dit normaal is, erbij hoort, van alle eeuwen is. En er is een
toenemende groep die aangeeft: wat hier gebeurt, dat kan niet. Er zijn
trouwens ook een flink aantal honken waar geen grenzen worden
overgegaan.
‘Vorig jaar hebben we twee
jeugdhonken gesloten. Om succesvol te kunnen zijn is het eerst nodig dat
alle neuzen qua beeldvorming dezelfde kant op staan. Wat wil Urk? Hier
moet niet een burgemeester komen vertellen wat wel en wat niet mag. Hier
moet de gemeenschap van zeggen: dit is niet gewenst.’
Matthias Declercq wenst hem een rustige tijd toe voor hij van het beeldscherm verdwijnt. Het is aan Urk.
Helaas zijn consumenten ook het afgelopen
jaar weer onverminderd misleid met verborgen
boodschappen en valse versiertrucs. Daarom organiseren wij ook dit
jaar weer de Gouden Windei verkiezing. Zo laten we producenten
zien dat mooi-praat-marketing niet geaccepteerd
wordt.
Wij hebben ons over al jullie inzendingen gebogen en drie kanshebbers
geselecteerd. Aan elk van de drie genomineerde producten is een influencer
als ambassadeur gekoppeld. Samen met jullie gaan zij de komende tijd de
strijd aan met hun Gouden Windei kandidaat in een spannende wedstrijd: wie
zal de prijs (die je absoluut niet wil), winnen?
Volgens Knorr zet je met
hunPoké Bowl-pakket
makkelijk een gerecht met veel groente op tafel. Maar de enige groente die
daadwerkelijk in het pakket zit is 5% rode paprika in
detopping-mix.Knorr biedt dus
voornamelijk gebakken lucht.>Lees meer en stem op de ‘Poké Bowl met lekker veel
groente’ van Knorr.Net zoals
vloggerBram de Wijs.
3: ‘Veggie candy - Let’s make it fun. Better. Yum!’ van Let's.
Nicolette beveelt haar ‘gezonde’ groente- en
fruitsnoepjes Veggie Candy 6 keer per week aan, waarvan één keer voor bij
het sporten. Dit terwijl iedere portie evenveel suiker bevat als de Haribo
snoepbeertjes. Dit noemen wij niet verantwoord,
Nicolette. Lees meer en stem op de
‘veggie candy’ van Nicolette van
Dam net zoals Anki schrijfster
van de Lazy Fitgirl Methode.
Er is geen twijfel over mogelijk, misleidend zijn
ze alle drie. Maar welk product zal dit jaar de gevreesde prijs in
ontvangst nemen? Aan jou de vraag om je stem te laten
horen en mee te beslissen wie dit jaar het Gouden Windei het
meest verdient.
Deel deze nieuwsbrief vooral en roep je vrienden, familie en
collega’s op om stemmen. Hoe meer stemmen, hoe groter de druk op de
voedselindustrie om eens heel snel een stuk eerlijker te
worden.
Met vriendelijke groet,
Liz Kunst,
Campaigner
De stembus voor het meest misleidende voedselproduct is nu
geopend!
Wordt dit bericht niet goed weergegeven? Klik dan hier
De stembus voor het meest misleidende voedselproduct is nu
geopend!
Wordt dit bericht niet goed weergegeven? Klik dan hier
Adele tart alle wetten van de muziekindustrie, hoe doet ze dat?
Zes jaar stilte, pas dan een nieuw album, nauwelijks sociale media
en toch is Adele de grootste popster ter wereld. Het druist in tegen
alle regels voor succesvolle artiesten anno 2021. De Volkskrant analyseert hoe Adele dit klaarspeelt.
Robert van Gijssel
De verkoop- en luistercijfers moeten na
vandaag natuurlijk binnenkomen, maar de voortekenen bedriegen niet.
Adele gaat het weer voor elkaar krijgen. Haar vierde album 30 ploft vrijdag in één klap en in zijn geheel op de streamingplatforms, en als geluidsdrager in de winkel. En daar zal 30 in recordbrekende aantallen uitvliegen, digitaal en fysiek.
Zet straks de radio aan: Adele. Open de
streaming-app van Apple Music of Spotify, en wie staart u daar aan én
staat bovenaan in alle belangrijke afspeellijsten? Adele. Over wie heeft
de hele wereld het wekenlang, van sterrenblogs tot sociale media en
ouderwetse talkshows? Adele. En wie spot hiermee met alle muziekwetten
van het afgelopen decennium, het tijdperk van de geheel vernieuwde
muziekindustrie? Juist.
Dat Adele met haar nieuwe album alle ogen
op zich gericht krijgt, is gezien de omstandigheden razend knap.
Vrijwel geen popster doet haar dat meer na. Want de muziekhandel
veranderde tien jaar geleden drastisch, met de opkomst van de
streamingplatforms en de wereldwijde introductie van Spotify in 2011.
Terugkijkend op die periode mogen we stellen dat streaming de grote,
nieuwe (toekomstig klassieke) popalbums geen goed heeft gedaan.
Want waar zijn de grote blockbusters van
de afgelopen tien jaar? Waar zijn die knallende albums met
eeuwigheidswaarde die in alle voorafgaande popdecennia bij iedereen in
de kast stonden? De albums waar ook iedereen het over had, tot maanden
na de verschijningsdatum?
Probeer het zelf maar na te gaan. De
grote albums van de jaren zeventig en tachtig? Daar beginnen we niet
eens aan, de lijst is te lang. Van de jaren negentig dan? Een kleine
greep: Ten van Pearl Jam, OK Computer van Radiohead, Nevermind van Nirvana, het Black Album van Metallica, The Miseducation of Lauryn Hill en Automatic for the People van R.E.M. En o ja: Jagged Little Pill van Alanis Morissette. En dan nog honderd, van Oasis tot Rage Against the Machine.
De jaren nul? Weer een eindeloze lijst,
van Coldplay tot U2, Britney Spears, Radiohead, Outkast en The White
Stripes. Iedereen kent de albums van deze bestsellers, dus hoeven we de
titels hier niet op te dreunen. En bijna iedereen sleepte ze als
geluidsdrager uit de platenwinkel.
Dan de streamingjaren tien, en de jaren
die net achter ons liggen. De nieuwe klassiekers van de jaren tien, de
grote blockbusters? Ze zijn op een paar handen te tellen. Lemonade van Beyoncé, misschien, en 1989 van Taylor Swift? En natuurlijk de twee enorme Britten: Ed Sheeran met Divide en de allergrootste popster van dit moment: Adele, met haar albums 21 en 25. Maar waar zijn de Dark Side of the Moons en de Hotel California’s van de jaren tien? De Gracelands en de Rumours?
Het is helemaal niet zo dat het nu
slecht gaat met de consumptie van popmuziek: integendeel. Er werden de
afgelopen jaren héél veel albums op de markt gebracht en ze werden in
versnipperde vorm, als setje singles, ook onwaarschijnlijk vaak
gedraaid. Maar door de ‘verstreaming’ van de muziekmarkt kelderde het
belang van het album als voornaamste uiting van de popster. Vooral omdat
het dankzij streaming niet meer nodig was een exemplaar van een album
aan te schaffen: je kon het ding uit de lucht grijpen. Maar dat
betekende ook dat de gebruiker niet alle nummers in een bepaalde
volgorde hoefde af te spelen, waarom zou hij? Dankzij Spotify pikten we
massaal alleen nog maar de favoriete tracks van een plaat, voor gebruik
in onze eigen afspeellijsten.
Daardoor devalueerde het album in
recordtempo, als commercieel én artistiek product. Er bleef een kleine
maar volhardende fysieke markt voor de muziekschijven bestaan: vooral
het vinyl bleef een geliefd product, bij hippe en fanatieke
muziekliefhebbers met gevoel voor authenticiteit en bij oudere
liefhebbers die weigeren afstand te nemen van hun album- en
verzamelhobby. Maar de cijfers zijn toch helder: op de grootste
muziekmarkt, de Verenigde Staten, werden in 2007 ruim 500 miljoen
‘album-units’ verkocht, en in 2020 nog slechts 100 miljoen: een rechte
lijn omlaag.
Tegelijk schoten singles van artiesten dankzij streaming als een raket door het universum: tracks als The Box van Roddy Rich en Old Town Road
van Lil Nas X werden zomaar een miljard keer gestreamd. En drongen dus
veel dieper door tot de oren van de wereld dan ooit mogelijk was geweest
als de liedjes tot ons waren gekomen op zoiets ouderwets als ‘een
album’.
Voor zowel de grote artiest, de
luisteraar als de platenmaatschappij is de single tegenwoordig oneindig
veel belangrijker dan het album. Ga maar na: iedereen kent het nummer Blinding Lights
van The Weeknd. Maar wie weet op welk album die hit staat? Zeg het
maar. Mede hierom zijn albums, in tegenstelling tot singles, nu gewoon
niet meer zo spraakmakend. En daar hoor je hardnekkige platenwinkels én
de grote platenmaatschappijen ook vaak over klagen. Twee weken na de
release van het toch langverwachte tweede album van Billie Eilish (Happier Than Ever), of die de hemel in geprezen plaat van Lana Del Rey (Norman Fucking Rockwell)
hoor je eigenlijk niets meer over het album. In de winkel komt er ook
niemand meer om vragen en het ding verdwijnt uit de etalage, tot
verdriet van de platenzaakbaas, die ook graag een halfjaar draait op
verkoopsuccessen.
En toch zweert Adele juist bij het album en gaat zij met 30 naar verwachting opnieuw records verbreken, zoals ze eerder deed met de voorganger. Van 25 uit 2015 verkocht zij er 22 miljoen, digitaal en fysiek, en alleen haar eigen tweede album 21
uit 2010 deed het nog beter, met 33 miljoen exemplaren. Het zijn in de
huidige tijd onwaarschijnlijke aantallen, waar alleen Taylor Swift en
Drake nog bij in de buurt komen. De enige single Easy on Me, die
Adele liet verschijnen als teaser voor haar plaat, staat al wekenlang
onbedreigd bovenaan de charts, van de VS tot de UK, en ook dat is voor
de concurrentie een alarmerend signaal.
Hoe doet zij dit? Waarom lukt het Adele
vrijwel als enige nog mega-albums, dus nieuwe klassiekers uit te
brengen, waar iedereen mee bezig lijkt? Het antwoord op die vraag is
interessant, want het vertelt ons veel over Adele en de huidige,
ingewikkelde maar zeer dynamische muziekindustrie.
1 Het album als artistiek statement
Het is gezien de voorgaande
bespiegelingen eigenlijk een wonder dat de veelverdienende popsterren
überhaupt nog albums uitbrengen. Waarom doen ze dat eigenlijk, nu de
hele handel lijkt gericht op virale singles (en bijbehorende
TikTok-rages)?
De muziekwereld breekt zich al jaren het hoofd over deze vraag,
maar Adele kan het antwoord geven. Zij vindt dat je nog altijd het
sterkste artistieke statement kunt maken met een verzameling liedjes en
veel popsterren zijn dat met haar eens. De albums van Adele gaan ergens
over. Zij vouwt haar liedjes rond een albumthema: een leeftijd en dus
een levensfase, en veel collega’s vinden zo’n gericht schrijfproces nog
altijd inspirerend.
Op 30 bezingt zij de levens- en relatievragen die opkwamen rond haar 30ste, en 30
is een echte break-up-plaat. Haar albums zijn een kroniek van haar
eigen levenswandel, maar ook die van een gemiddeld mens in ontwikkeling.
Adele hoopt dat haar leeftijdsplaten universeel herkenbaar zijn, en
weet op deze slinkse wijze ook nog eens fans met haar mee te laten
groeien. Adele ziet haar albums als een aaneengeschakelde biografie en
laat het artistieke belang van het album als geheel zwaarder wegen dan
dat van het losgezongen lied.
Adele volgt dus de ouderwetse muziekwet
van vóór het streamingtijdperk: zij zet een album in de markt en laat
dat voorafgaan door slechts één smaakmakende single. Voor veel
platenmaatschappijen, in Adeles geval Columbia, zal dat enig
aanpassingsvermogen vergen, want vrijwel alle albums worden tegenwoordig versnipperd vrijgegeven, single voor single.
Van de meeste nieuwe albums zijn om commerciële redenen op de dag van
release al een track of zeven beschikbaar, want eerder uitgebracht.
Adele doet daar niet aan.
2 Verkoop of streaming, of toch allebei?
Adele, of liever gezegd: het
marketingteam rond Adele, durft het nog aan onderscheid te maken tussen
verkoop van een album, ook als fysieke geluidsdrager, en de uit de
lucht te plukken stream. Al is het verschil minder groot dan voorheen.
Haar vorige album 25 verscheen zes jaar geleden op de releasedag uitsluitend in de winkel,
dus als album in de platenzaak of als digitale verkoop. Dat was
destijds uniek: bijna geen enkele artiest durfde met een grote nieuwe
release weg te blijven van Spotify en Apple Music. Maar de strategie
werkte: Adele verkocht miljoenen albums, omdat fans die noodgedwongen
moesten aanschaffen. Het creëerde een soort genootschap van
Adele-bezitters en deed de kassa rinkelen. Ook het moment dat 25
na een half jaar eindelijk beschikbaar werd via Spotify was goed
getimed: Adele kon een nieuwe releasedag vieren, ze stond weer in de
schijnwerpers en het album werd opnieuw een hit, maar dan nu als stream.
De aanpak bij 30 is anders en minder gewaagd. Het album verschijnt tegelijk in de winkel en op de streamingplatforms. Toch maakt Adele weer een onderscheid. Vrijdag verschijnen drie verschillende, fysieke en digitaal verkoopbare versies van 30,
elk met exclusieve tracks die niet beschikbaar zullen komen als stream.
Dat moet genoeg zijn om haar fans, die ook de eerdere albums uit de
winkel haalden, te overtuigen de collectie compleet te maken. Verzamel
ze allemaal: het zijn net Pokémon-kaartjes
3 Schaarste creëert waarde
In tegenstelling tot zo’n beetje al haar
collega-popsterren richt Adele zich niet op de in streamingtijden
zaligverklaarde single. Dat heeft een artistieke achtergrond, maar toch
ook een persoonlijke. Adele wil niet altijd maar een popster zijn, zegt
ze graag in interviews. Ze trekt zich na de verschijning van een album,
en de plichtplegingen daaromheen, graag terug. Om weer te kunnen
schrijven, maar ook om gewoon weer een beetje mens te kunnen zijn en
daar na een jaar of vijf weer zinnige liedjes over te kunnen schrijven.
Als je meegaat in de singlesgekte, is dit een onmogelijk arbeidsproces:
je zult als artiest elke paar maanden met een nieuwe track moeten
komen, anders verzuip je in het overweldigende, dagelijks aangevulde
streamingaanbod.
Dat doet Adele dus niet en daarmee gaat
ze in tegen de huidige praktijk van de constante aanwezigheid, op
streamingplatforms maar ook op sociale media. De zangeres trekt zich na
een nieuw album doodleuk een jaar of vijf terug uit de openbaarheid.
Volgens kenners van de muziekindustrie zou dat dodelijk moeten zijn voor
een hedendaagse muziekloopbaan, maar bij Adele werkt het anders. Bij
haar treedt de volgende, antieke economische wet in werking: schaarste
creëert waarde in een wereld van overvloed. De beperkte beschikbaarheid
lijkt haar werk een meerwaarde te geven, en die blijkt haar albums boven
die van de rest uit te kunnen tillen. En met ieder nieuw succes op haar
naam kan Adele weer met een gerust hart een jaar of vijf met
sabbatical.
Adele trekt de praktijk van de schaarste
door naar alle facetten van haar vak, van interviews tot optredens. Vier
jaar geleden liet zij al weten niet langer te willen touren om haar
album te promoten. ‘Ik doe het eigenlijk alleen maar voor mijn fans, het
is niets voor mij’, verklaarde ze. Het lijkt erop dat de zangeres ook
met haar nieuwe album niet op reis gaat: voorlopig heeft zij voor
volgend jaar alleen twee shows in het Londense Hyde Park aangekondigd.
En het kan nóg exclusiever. Vorige week
koos Adele één mediamoment uit om de hele Verenigde Staten mee te
bedienen. Zij liet zich interviewen door interviewkoningin Oprah
Winfrey, in een twee uur durende Adele-special voor de Amerikaanse
zender CBS. En daar speelde zij een mini-liveset van vier nummers, voor
een vip-publiek van Drake tot Leonardo DiCaprio, Selena Gomez, Gordon
Ramsay en Lizzo. En ook voor Nederland heeft Adele een zorgvuldig
geselecteerd media-optreden op het programma staan: donderdag verschijnt
zij in de tv-show Busje komt zo! van Paul de Leeuw, bij wie ze al twee keer eerder optrad.
Maar daarmee zullen we het voorlopig moeten doen. En natuurlijk met album 30, waarvan er volgens de laatste voorspellingen meer dan een miljoen zullen worden verkocht. In één week.
Met trots presenteren wij de genomineerden voor de Vieze Verkiezing! Uit
ruim 1500 nominaties koos de jury de 5 meest brutale fossiele reclames.
Wie gaat er vandoor met deze dubieuze publieksprijs en verdient een
heuse Greenpeace-verrassing? Het lot van deze vervuilers ligt in jouw
handen: stem nu!
Maar liefst 1500 nominaties ontvingen we
van jullie. Overweldigend! Samen met Reclame Fossielvrij selecteerden
wij de 5 meest brutale fossiele reclames. Wie verdient het volgens jou
om de Vieze Verkiezing te winnen?
KLM presenteert zich met de campagne Urban Trail als een
sportief bedrijf. Best gedurfd als je enorme fijnstofkanonnen in je
hangar hebt staan.
Land Rover maakt reclame voor hun slurpende SUV’s rondom de James Bond-film ‘No Time to Die’.
Ryanair vindt dat we moeten “Inenten en gaan”. Say what?! Dankzij Ryanair vliegen we steeds sneller de klimaatcrisis in.
Shell “neemt samen met Staatsbosbeheer de verantwoordelijkheid
om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen van Nederland.” Plant een
paar bomen en je hebt voor 10 jaar reclame.
Vattenfall voert campagne met de leus “Fossielvrij binnen 1
generatie”, maar bungelt in de energie-ranglijst van de Consumentenbond
onderaan met een 4,3 als rapportcijfer.
Gisteravond pakten we -
onaangekondigd - hét podium van de reclamewereld: die van de Effie
Awards. Om direct aan honderden reclamemensen te laten weten: reclame
maken voor fossiele vervuilers kan echt niet meer. Samen met onze
supporters maakten we het punt dat de reclame-industrie haar talenten
beter kan inzetten voor een fossielvrije toekomst. Het was spannend voor
de actievoerders, maar het is gelukt!