De keuze voor Duitsland is ook een
boodschap van de Uefa aan wereldvoetbalbond Fifa. Die gunde
eerder Rusland en Qatar de organisatie van het WK, landen die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten.
even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!.... en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
zondag 30 september 2018
donderdag 27 september 2018
Toeter voor Saudische vrouwenrechtenverdedigers / Amnesty International
Donderdag 4 oktober trekt Amnesty met een grote groep mensen en dozen vol toeters naar Scheveningen. We demonstreren voor de vrijlating van Saudische mensenrechtenverdedigers die opkomen voor de rechten van vrouwen. In het Kurhaus houdt de Saudische ambassade een feestje, en daar willen wij luid en duidelijk ons protest laten horen. Jouw hulp kunnen we daarbij goed gebruiken.
|
|
|
|
|
Vluchtelingenwerk
Wat
een dag! Afgelopen zaterdag kwamen meer dan 19.000 mensen een kijkje
nemen op de Open azc dag. Proef de sfeer in de terugblik. Verder vertelt
de Syrische Bakri over zijn bijzondere beroep en kijkt onze directeur
Dorine Manson terug op de 8 jaar dat zij aan het roer stond van onze
organisatie. 'Helaas verlaat ik VluchtelingenWerk niet in een
optimistische periode.'
|
|
|
Vertrekkend directeur Dorine blikt terug op de afgelopen 8 jaar |
Dorine Manson is trots op ‘haar’ VluchtelingenWerk, maar ze maakt zich ook zorgen. ‘Wat een paar jaar geleden nog ondenkbaar was, is nu de realiteit.' |
dinsdag 25 september 2018
articles consultés aujourd'hui
27 juil. 2014
|
2
|
27 juil. 2014
|
1
|
2 oct. 2012
|
1
|
11 sept. 2012
|
1
|
26 juil. 2014
|
1
|
11 févr. 2013
|
1
|
12 avr. 2017
|
1
|
3 août 2017
|
1
|
vandaag bezoekers uit
Pays-Bas
|
9
|
région indéterminée
|
5
|
France
|
2
|
Brésil
|
1
|
Chine
|
1
|
Italie
|
1
|
Philippines
|
1
|
Russie
|
1
|
Suriname
|
1
|
Taïwan
|
1
|
25 jaar Fokke & Sukke
John Reid, Jean-Marc van Tol en Bastiaan Geleijnse maakten in 25 jaar zo’n 24.000 cartoons met Fokke & Sukke. Coen Verbraak interviewt de makers. "Wij zeiden: of het is mét piemeltjes, of helemaal niet."
Van Tol: „Maar die zou ik nu nooit meer zo maken.”
Reid: „Máxima is heilig verklaard.”
Van Tol: „Als ik toen had geweten hoe goed Máxima is, had ik die grap nooit in de krant gezet.”
Reid: „Toch zit die vergelijking mij nog altijd niet dwars.”
Van Tol: „Met de opkomst van het nieuwe fascisme zou ik er toch voorzichtig mee zijn.”
Geleijnse: „Met al die Videla-Verstehers van tegenwoordig bedoel je?”
Ze schieten alle drie in de lach. Reid: „Je kunt zeggen van die Videla wat je wilt, maar die treinen reden wél op tijd.”
Van Tol: „Die grap opperde John toen we het over Orbán hadden. We hebben ’m niet gemaakt, omdat we uiteindelijk uitkwamen op een andere. ‘Fokke & Sukke vinden het reuze meevallen; je mag in Hongarije over Orbán zeggen wat hij wil’. Die is toch leuker.”
Soms is de nasleep van een cartoon nog geestiger dan de cartoon zelf. In 2003 maakten ze een Fokke & Sukke over de biologische wapens die volgens de Amerikaanse regering gevonden zouden zijn in Irak. Wanneer Van Tol over de cartoon vertelt, beginnen Geleijnse en Reid direct al te bulderen van het lachen. „Jahahahaha!” Op hun getekende biologische bommen was duidelijk het EKO-keurmerk te lezen. Van Tol: „Direct daarna kregen we een officiële brief: of we konden aantonen dat we wel aan de eisen van dat EKO-keurmerk voldeden. Anders hadden we dat EKO-keurmerk namelijk wederrechtelijk gebruikt.”
Geleijnse: „Ik heb later weleens getwijfeld of dit niet een heel goede grap van hún was.”
Reid: „Nu we het toch over hoogtepunten hebben… ik herinnerde me laatst iets…”
Van Tol en Geleijnse: „Jij je iets herinneren? Echt?”
Reid, onverstoorbaar: „…dat voor mij het onbetwiste hoogtepunt was: André Kuipers die zich in het ruimtestation ISS liet fotograferen in een Fokke & Sukke T-shirt, met daarop: ‘I went to space. And all I got was this lousy T-shirt!’”
Van Tol, lyrisch: „Mooi, hè?”
Reid: „Jongen, dan kun je toch dood?”
Geleijnse: „Ach, hoe hoog zit zo’n ISS nou helemaal? Vierhonderd kilometer! Om dat nou direct ‘de ruimte’ te noemen…”
‘We doen het helemaal niet voor ‘mensen’. We doen het in eerste instantie voor onszelf’
De makers
John Reid, Jean-Marc van Tol en Bastiaan Geleijnse maakten in 25 jaar
zo’n 24.000 grappen met Fokke & Sukke. „Als je vanuit woede
probeert grappig te zijn, wordt het heel slecht.”
- Coen Verbraak
Soms wint de ijdelheid het van de bescheidenheid. Laatst nog, toen
een mevrouw tegen John Reid zei dat ze Fokke & Sukke altijd zo leuk
vindt. „Ik zei ‘Dank u wel, wat fijn dat u het zegt’. ‘Ja’, zei ze,
‘want als op zaterdag de krant komt, lees ik altijd als eerste…’ En ik
alvast: ‘Wat ontzettend leuk om te horen’. En zij: ‘…Youp van ’t Hek’.”
Van Tol: „En daarna Frits Abrahams, en dan Kamagurka, en dan het Ikje…”
John Reid, Jean-Marc van Tol en Bastiaan Geleijnse gieren alle drie van het lachen, zoals dat tijdens het gesprek vaak zal gebeuren. Het is niet moeilijk om in deze drie mannen van rond de vijftig nog de studenten te herkennen, die een kwart eeuw geleden bij het Amsterdamse literaire studentendispuut HEBE (‘helpt elkander, blijft eendrachtig’) met elkaar afspraken om samen een lollige strip te gaan maken. Ze delen dezelfde humor, dezelfde herinneringen. Al blijken die per persoon nog wel eens een fractie te verschillen. Op zulke momenten zijn ze net een langgetrouwd echtpaar waarvan beide echtelieden zich die ene vakantie toch echt allebei ánders herinneren. „Dat was in 1999. Absoluut.” „Nee, echt niet. Ik weet zeker dat het een jaar later was.”
Volg hier ons liveblog van hoe Fokke & Sukke per pagina de krant overnemen
De gunfactor is overduidelijk nog steeds de smeerolie in hun
conversatie. Zichtbaar genietend van elkaars verhalen die ze toch al
honderd keer gehoord moeten hebben, schaterend om grappen die ze niet
eens helemaal af hoeven te maken. Daarbij wisselen ze elkaar naadloos
af, op een Kwik, Kwek en Kwak-achtige manier; in halve zinnen, die
gezamenlijk deel uit lijken te maken van een nauwkeurig uitgeschreven
dialoog.
Op het moment van het gesprek zijn Van Tol, Geleijnse en Reid nog druk met de voorbereidingen van deze speciale Fokke & Sukke-krant. Ze zijn er nog niet helemaal over uit hoe ze straks moeten omgaan met hard nieuws in de vorm van tekeningen. Is er wel een goede cartoon te maken van „rellen in de Gazastrook”? „Gelukkig zijn er nooit rellen in de Gazastrook”, besluit Van Tol monter.
Geleijnse: „En als er echt een ramp gebeurt, blazen ze het plan wel af.”
Reid: „Ze hebben expres de dinsdag gekozen omdat er op dinsdag nooit iets gebeurt.”
Als alles volgens planning verloopt, zullen ook de advertenties in getekende vorm verschijnen. Dat is nog niet zo eenvoudig, zegt Van Tol: „Cartoons zijn per definitie ongeschikt om iets te verkopen. Ironie en commercie gaan moeilijk samen.”
Reid: „Zie je het voor je? ‘Onze koffie is echt de lekkerste!’ En dan met een vette knipoog. Dat willen adverteerders niet.” Toch lukt het uiteindelijk om de adverteerders van de krant te overtuigen.
Geleijnse: „We zijn ooit door Amnesty gevraagd om een leuke cartoon te maken. Toen maakten we een tekening van een beul die bij wijze van marteling al die goedbedoelde briefkaarten van Amnesty aan een gevangene voorleest. Vonden ze totaal niet grappig.”
Van Tol: „Dat is de ambiguïteit van cartoons.”
Reid: „Dat is de ambiguïteit van ironié.”
Van Tol: „Dit format bestaat nergens anders op de wereld. Echt niet. Je doet iets met een lezer dat heel verneukeratief is: je gebruikt poppetjes die ze herkennen, terwijl het voortdurend andere figuren zijn, met steeds een andere invalshoek. Per keer met een ander humorregister; soms trekken we het laatje van de woordspeling open, dan weer moet de tekening het doen, of de grap zelf.”
Reid: „Fokke & Sukke zijn leeftijdsloos, ze kunnen iedereen zijn. Dat is de ongeschreven afspraak die we met de lezers hebben.”
Van Tol: „Zij zijn deel van het Geheim van Fokke & Sukke.”
Reid: „Daarom is het ook volstrekt niet te exporteren. Een Amerikaan begrijpt er niks van. Hoezo: vogels met piemels?”
Van Tol: „Zelfs de Belgen met hun striptraditie vinden het heel vreemd. Het is blijkbaar ontzettend Nederlands. Vorig jaar hebben we – geheel tegen de tijdgeest in – nog een Fokke & Sukke-ontwerp gemaakt voor de grootste fabrikant van aanstekers in Europa. Best een ingewikkelde klus. Na een half jaar kregen we een mail van het hoofdkantoor in Brussel.”
Geleijnse: „De afdeling Juridische Zaken zei dat er aanstoot werd genomen aan die blote piemeltjes.”
Van Tol: „Wij zeiden: ‘of het is mét piemeltjes, of helemaal niet’. En ze hadden bovendien toch al betaald.”
Geleijnse: „Uiteindelijk bemoeide de directeur zich ermee. Hij snapte ook niet wat er nou leuk aan was, liet hij ons weten. Maar ze hebben de aansteker uiteindelijk wel op de markt gebracht.”
In september 1999 maakten Fokke & Sukke hun entree bij NRC Handelsblad. Niet als opvolger van Marten Toonder, die in 1998 was gestopt met zijn Bommel-strip. Dat zou nog als een mooi compliment klinken. De werkelijkheid was veel prozaïscher, weet Reid. „Wij volgden de weersatellietfoto op. Daar moest een vervanging voor komen, budgetneutraal voor de redactie.”
Geleijnse: „Wij kregen hetzelfde als die satellietboys.” Toenmalig redactiechef Joost van der Vaart zei: ‘Maken jullie als experiment maar ’ns twee weken lang elke dag een grap. Dan zien we wel of jullie het kunnen’.”
Van Tol: „Wij dachten: dat is leuk, maar dan willen we ook direct testen waar de grenzen bij die fatsoenlijke krant liggen. Dus hebben we er een heel foute grap tussen gedaan.”
Reid: „Een grap over twee blindengeleidehonden die hun baasjes oraal bevredigen.”
Geleijnse: „Waarop Sukke zegt: ‘En hij schijnt óók nog ’ns heel goed de weg te kunnen wijzen’.”
Reid: „We hadden ’m verstopt onder een andere grap die wij zelf geweldig leuk vonden. Je ziet allemaal mensen de polonaise lopen, terwijl Fokke tegen Sukke zegt: ‘Hoor je? Ze spelen ons liedje’.”
Van Tol: „De twee redacteuren met wie we spraken begrepen echt niet wat daar nou leuk aan was. Toen kwam die grap van die pijpende honden. Waarop de ene redacteur de andere knipogend aanstootte: ‘Maar deze snapte je wel, hè?’ Toen waren we binnen bij de krant.”
De opdracht van de redactie was: probeer de tijdgeest te raken en niet te dicht op het nieuws te zitten. „Maar hoe dichter we op het nieuws zaten, hoe enthousiaster ze werden”, zegt Geleijnse.
„Fokke & Sukke geven je een goed gevoel”, schreef Pieter Steinz in 2009 in NRC, „want iedere moeilijke grap die je begrijpt is een bevestiging van je belezenheid, je algemene ontwikkeling, je intelligentie, je vermogen tot deduceren en combineren, je historisch besef.”
„Dat heeft-ie verdomd mooi gezegd”, reageert Van Tol. „Dat is tegelijk de nare kant van onze cartoons. Waarom zouden wij niet gewoon grappen kunnen maken voor mensen die niét belezen zijn?”
Geleijnse schudt het hoofd: „We doen het helemaal niet voor ‘mensen’. We doen het in eerste instantie voor onszelf.”
Reid: „Ik denk niet aan een publiek. Het moet gewoon een leuke grap zijn.”
Hoe ze weten of een grap leuk is? Heel simpel: als ze er zelf om moeten lachen dan is-ie leuk. Klaar! „En omdat we met z’n drieën zijn hebben we een Meervoudig Kamer, met altijd een meerderheid van stemmen”, constateert (rechter) Reid. In die zin is ‘leuk’ bij hen een democratisch proces. „Maar als iemand van ons een grap echt niet leuk vindt, komt-ie niet in de krant.” Hoe vaak dat voorkomt? Van Tol: „Nooit meer dan één, twee keer per week.”
Geleijnse: „Je moet het zien als drie mannen aan de bar die alle drie proberen om het grappigst te zijn. Maar dan ’s ochtends vroeg.”
Ja, dat heeft wel iets vreemds om op dat vroege uur op je scherpst en grappigst te moeten zijn, erkent Reid. „Stel dat we geen ochtendmensen waren geweest. Dan was deze cartoon allang gesneefd.”
Van Tol: „Daarom zijn we ook niet naar de Volkskrant gegaan”.
Want dat aanbod lag in het voorjaar van 2010 daadwerkelijk op tafel. „Pieter Broertjes wilde ons als opvolger van Martin Bril”, vertelt Van Tol. „Het moest zijn cadeau worden aan zijn opvolger Philippe Remarque: Aaf Brandt Corstius, Arnon Grunberg en Fokke & Sukke.” Hij en Reid voelden er wel wat voor, zegt Van Tol. „Geld speelde geen rol, zei Broertjes. Dat prikkelde ons wel.”
Reid: „Oh, ik heb het onthouden als: Money is no object.”
Van Tol: „Is dat niet hetzelfde dan?”
Reid: „Dat is precies hetzelfde. Maar dan in het Engels.” Toch ging de deal niet door. „Bastiaan zei: ‘Ja, maar jongens, zijn we dan ontevreden bij de NRC? Je gaat toch geen relatie met een ander beginnen als je het goed hebt bij je eigen vrouw?’”, herinnert Van Tol zich. „En ja, daar had hij toch wel gelijk in, vonden we.”
Geleijnse zit het betoog met een innig tevreden grijns aan te horen, superieur zwijgend. Van Tol: „Achteraf maar goed ook. Het zou ons Twan Huys-moment geworden zijn: geen lezer zou het begrepen hebben.”
Of er onderwerpen zijn waarover geen grappen te maken zijn? Ze antwoorden tegelijk: „Heel veel”. „Seks met kinderen, kindermoorden… dat zijn voor ons geen onderwerpen”, zegt Reid. „Wat is daar leuk aan? Daar zou je mensen alleen onnodig mee kwetsen. Bovendien hebben we daar niets over te melden. Hoge bomen die zelf voor hun positie hebben gekozen, dié mag je aanpakken.”
Van Tol: „En kwetsen is niet eens wat wij doen. We nemen ze op de hak. Nooit hard of zwaar.”
Reid: „Kwetsen wordt erváren, niet aangedaan.”
Ze leggen zichzelf nooit bewust censuur of beperkingen op, zegt Van Tol. „De enige vraag is altijd: waarom zou je er iets mee doen? Stel dat je er een woordgrap over kan maken, wat is dan de meerwaarde ervan?”
Reid: „Eén ding weten we wel: verontwaardiging is een ongelofelijk slechte bron voor humor. Als je vanuit woede probeert grappig te zijn, wordt het heel slecht.”
Geleijnse: „We hebben na de coup in Turkije lang zitten worstelen. Uiteindelijk verzonnen we: ‘Geen rechters, geen cartoonisten, geen journalisten meer… dit is echt een geweldige overwinning voor de democratie’. Kortom: zoek de grap. Hij werd vervolgens wél 2.200 keer geretweet. Terwijl een goede grap hooguit 700 keer haalt. Idioot veel dus. Maar wij waren zelf heel ontevreden. Dat vonden wij een enorm slappe dag.”
Reid zoekt ondertussen op zijn telefoon. Kijk, hier heeft hij de tekst van die zevende januari 2015: „De cartoonisten komen aan bij de hemel. ‘Kom maar binnen jongens. Deze heeft ook geen gevoel voor humor, maar begint tenminste niet meteen te schieten’.”
Van Tol, merkbaar geërgerd: „Nee, die was echt niet goed.”
Geleijnse: „En ook nog ‘bij de hemelpoort’… Daar hadden deze anarchisten nog niet dood gevonden willen worden.” Gespeeld plechtig, alsof hij een credo uitspreekt: „Dode cartoonisten, kindermisbruik… we vinden het gewoon niet zulke goede onderwerpen.”
Er zijn periodes waarin de grappen rijkelijk vloeien. Maar soms is het worstelen. Reid: „Ik maak mezelf wijs dat dat door het nieuws komt, maar misschien komt het ook door ons eigen bioritme. Je bent met onze cartoon toch afhankelijk van de politiek. Op dit moment spelen er veel affaires, maar is er nauwelijks een groot verhaal.”
Van Tol: „Mensen denken altijd dat affaires en relletjes rond Trump lekker hapklare brokken voor ons zijn. Maar die vinden we vaak te voor de hand liggend. Makkelijk scoren.”
Reid: „Ik was heel jaloers op die geweldige grap in De Speld, naar aanleiding van die VVD’er Thierry Aartsen. ‘Hoe kon zo iemand nou door de selectie komen? Hij heeft toch een verleden als VVD’er…’ Geweldig.” Van Tol: „Verdómd! Die hadden wij graag zelf bedacht.”
Van Tol: „En daarna Frits Abrahams, en dan Kamagurka, en dan het Ikje…”
John Reid, Jean-Marc van Tol en Bastiaan Geleijnse gieren alle drie van het lachen, zoals dat tijdens het gesprek vaak zal gebeuren. Het is niet moeilijk om in deze drie mannen van rond de vijftig nog de studenten te herkennen, die een kwart eeuw geleden bij het Amsterdamse literaire studentendispuut HEBE (‘helpt elkander, blijft eendrachtig’) met elkaar afspraken om samen een lollige strip te gaan maken. Ze delen dezelfde humor, dezelfde herinneringen. Al blijken die per persoon nog wel eens een fractie te verschillen. Op zulke momenten zijn ze net een langgetrouwd echtpaar waarvan beide echtelieden zich die ene vakantie toch echt allebei ánders herinneren. „Dat was in 1999. Absoluut.” „Nee, echt niet. Ik weet zeker dat het een jaar later was.”
Volg hier ons liveblog van hoe Fokke & Sukke per pagina de krant overnemen
Op het moment van het gesprek zijn Van Tol, Geleijnse en Reid nog druk met de voorbereidingen van deze speciale Fokke & Sukke-krant. Ze zijn er nog niet helemaal over uit hoe ze straks moeten omgaan met hard nieuws in de vorm van tekeningen. Is er wel een goede cartoon te maken van „rellen in de Gazastrook”? „Gelukkig zijn er nooit rellen in de Gazastrook”, besluit Van Tol monter.
Geleijnse: „En als er echt een ramp gebeurt, blazen ze het plan wel af.”
Reid: „Ze hebben expres de dinsdag gekozen omdat er op dinsdag nooit iets gebeurt.”
Als alles volgens planning verloopt, zullen ook de advertenties in getekende vorm verschijnen. Dat is nog niet zo eenvoudig, zegt Van Tol: „Cartoons zijn per definitie ongeschikt om iets te verkopen. Ironie en commercie gaan moeilijk samen.”
Reid: „Zie je het voor je? ‘Onze koffie is echt de lekkerste!’ En dan met een vette knipoog. Dat willen adverteerders niet.” Toch lukt het uiteindelijk om de adverteerders van de krant te overtuigen.
Geleijnse: „We zijn ooit door Amnesty gevraagd om een leuke cartoon te maken. Toen maakten we een tekening van een beul die bij wijze van marteling al die goedbedoelde briefkaarten van Amnesty aan een gevangene voorleest. Vonden ze totaal niet grappig.”
Van Tol: „Dat is de ambiguïteit van cartoons.”
Reid: „Dat is de ambiguïteit van ironié.”
Vogels met piemels
Wie Fokke en Sukke zijn? Daar hebben ook de makers zelf totaal geen idee van. Geleijnse: „Het zijn lege hulzen. Dat is het mooie aan het format: ze kunnen iedere dag iemand anders zijn.”Van Tol: „Dit format bestaat nergens anders op de wereld. Echt niet. Je doet iets met een lezer dat heel verneukeratief is: je gebruikt poppetjes die ze herkennen, terwijl het voortdurend andere figuren zijn, met steeds een andere invalshoek. Per keer met een ander humorregister; soms trekken we het laatje van de woordspeling open, dan weer moet de tekening het doen, of de grap zelf.”
Reid: „Fokke & Sukke zijn leeftijdsloos, ze kunnen iedereen zijn. Dat is de ongeschreven afspraak die we met de lezers hebben.”
Van Tol: „Zij zijn deel van het Geheim van Fokke & Sukke.”
Reid: „Daarom is het ook volstrekt niet te exporteren. Een Amerikaan begrijpt er niks van. Hoezo: vogels met piemels?”
Van Tol: „Zelfs de Belgen met hun striptraditie vinden het heel vreemd. Het is blijkbaar ontzettend Nederlands. Vorig jaar hebben we – geheel tegen de tijdgeest in – nog een Fokke & Sukke-ontwerp gemaakt voor de grootste fabrikant van aanstekers in Europa. Best een ingewikkelde klus. Na een half jaar kregen we een mail van het hoofdkantoor in Brussel.”
Geleijnse: „De afdeling Juridische Zaken zei dat er aanstoot werd genomen aan die blote piemeltjes.”
Van Tol: „Wij zeiden: ‘of het is mét piemeltjes, of helemaal niet’. En ze hadden bovendien toch al betaald.”
Geleijnse: „Uiteindelijk bemoeide de directeur zich ermee. Hij snapte ook niet wat er nou leuk aan was, liet hij ons weten. Maar ze hebben de aansteker uiteindelijk wel op de markt gebracht.”
In september 1999 maakten Fokke & Sukke hun entree bij NRC Handelsblad. Niet als opvolger van Marten Toonder, die in 1998 was gestopt met zijn Bommel-strip. Dat zou nog als een mooi compliment klinken. De werkelijkheid was veel prozaïscher, weet Reid. „Wij volgden de weersatellietfoto op. Daar moest een vervanging voor komen, budgetneutraal voor de redactie.”
Geleijnse: „Wij kregen hetzelfde als die satellietboys.” Toenmalig redactiechef Joost van der Vaart zei: ‘Maken jullie als experiment maar ’ns twee weken lang elke dag een grap. Dan zien we wel of jullie het kunnen’.”
Van Tol: „Wij dachten: dat is leuk, maar dan willen we ook direct testen waar de grenzen bij die fatsoenlijke krant liggen. Dus hebben we er een heel foute grap tussen gedaan.”
Reid: „Een grap over twee blindengeleidehonden die hun baasjes oraal bevredigen.”
Geleijnse: „Waarop Sukke zegt: ‘En hij schijnt óók nog ’ns heel goed de weg te kunnen wijzen’.”
Reid: „We hadden ’m verstopt onder een andere grap die wij zelf geweldig leuk vonden. Je ziet allemaal mensen de polonaise lopen, terwijl Fokke tegen Sukke zegt: ‘Hoor je? Ze spelen ons liedje’.”
Van Tol: „De twee redacteuren met wie we spraken begrepen echt niet wat daar nou leuk aan was. Toen kwam die grap van die pijpende honden. Waarop de ene redacteur de andere knipogend aanstootte: ‘Maar deze snapte je wel, hè?’ Toen waren we binnen bij de krant.”
De opdracht van de redactie was: probeer de tijdgeest te raken en niet te dicht op het nieuws te zitten. „Maar hoe dichter we op het nieuws zaten, hoe enthousiaster ze werden”, zegt Geleijnse.
„Fokke & Sukke geven je een goed gevoel”, schreef Pieter Steinz in 2009 in NRC, „want iedere moeilijke grap die je begrijpt is een bevestiging van je belezenheid, je algemene ontwikkeling, je intelligentie, je vermogen tot deduceren en combineren, je historisch besef.”
„Dat heeft-ie verdomd mooi gezegd”, reageert Van Tol. „Dat is tegelijk de nare kant van onze cartoons. Waarom zouden wij niet gewoon grappen kunnen maken voor mensen die niét belezen zijn?”
Geleijnse schudt het hoofd: „We doen het helemaal niet voor ‘mensen’. We doen het in eerste instantie voor onszelf.”
Reid: „Ik denk niet aan een publiek. Het moet gewoon een leuke grap zijn.”
Hoe ze weten of een grap leuk is? Heel simpel: als ze er zelf om moeten lachen dan is-ie leuk. Klaar! „En omdat we met z’n drieën zijn hebben we een Meervoudig Kamer, met altijd een meerderheid van stemmen”, constateert (rechter) Reid. In die zin is ‘leuk’ bij hen een democratisch proces. „Maar als iemand van ons een grap echt niet leuk vindt, komt-ie niet in de krant.” Hoe vaak dat voorkomt? Van Tol: „Nooit meer dan één, twee keer per week.”
Pieter Broertjes
Het begint nog steeds elke dag met een gezamenlijk telefoontje, rond half negen in de ochtend, om de grap van die dag te bespreken. Reid zit dan in de auto, op weg naar de rechtbank in Alkmaar. Wanneer hij daar drie kwartier later arriveert, moet de grap er zijn.Geleijnse: „Je moet het zien als drie mannen aan de bar die alle drie proberen om het grappigst te zijn. Maar dan ’s ochtends vroeg.”
Ja, dat heeft wel iets vreemds om op dat vroege uur op je scherpst en grappigst te moeten zijn, erkent Reid. „Stel dat we geen ochtendmensen waren geweest. Dan was deze cartoon allang gesneefd.”
Van Tol: „Daarom zijn we ook niet naar de Volkskrant gegaan”.
Want dat aanbod lag in het voorjaar van 2010 daadwerkelijk op tafel. „Pieter Broertjes wilde ons als opvolger van Martin Bril”, vertelt Van Tol. „Het moest zijn cadeau worden aan zijn opvolger Philippe Remarque: Aaf Brandt Corstius, Arnon Grunberg en Fokke & Sukke.” Hij en Reid voelden er wel wat voor, zegt Van Tol. „Geld speelde geen rol, zei Broertjes. Dat prikkelde ons wel.”
Reid: „Oh, ik heb het onthouden als: Money is no object.”
Van Tol: „Is dat niet hetzelfde dan?”
Reid: „Dat is precies hetzelfde. Maar dan in het Engels.” Toch ging de deal niet door. „Bastiaan zei: ‘Ja, maar jongens, zijn we dan ontevreden bij de NRC? Je gaat toch geen relatie met een ander beginnen als je het goed hebt bij je eigen vrouw?’”, herinnert Van Tol zich. „En ja, daar had hij toch wel gelijk in, vonden we.”
Geleijnse zit het betoog met een innig tevreden grijns aan te horen, superieur zwijgend. Van Tol: „Achteraf maar goed ook. Het zou ons Twan Huys-moment geworden zijn: geen lezer zou het begrepen hebben.”
Of er onderwerpen zijn waarover geen grappen te maken zijn? Ze antwoorden tegelijk: „Heel veel”. „Seks met kinderen, kindermoorden… dat zijn voor ons geen onderwerpen”, zegt Reid. „Wat is daar leuk aan? Daar zou je mensen alleen onnodig mee kwetsen. Bovendien hebben we daar niets over te melden. Hoge bomen die zelf voor hun positie hebben gekozen, dié mag je aanpakken.”
Van Tol: „En kwetsen is niet eens wat wij doen. We nemen ze op de hak. Nooit hard of zwaar.”
Reid: „Kwetsen wordt erváren, niet aangedaan.”
Ze leggen zichzelf nooit bewust censuur of beperkingen op, zegt Van Tol. „De enige vraag is altijd: waarom zou je er iets mee doen? Stel dat je er een woordgrap over kan maken, wat is dan de meerwaarde ervan?”
Reid: „Eén ding weten we wel: verontwaardiging is een ongelofelijk slechte bron voor humor. Als je vanuit woede probeert grappig te zijn, wordt het heel slecht.”
Geleijnse: „We hebben na de coup in Turkije lang zitten worstelen. Uiteindelijk verzonnen we: ‘Geen rechters, geen cartoonisten, geen journalisten meer… dit is echt een geweldige overwinning voor de democratie’. Kortom: zoek de grap. Hij werd vervolgens wél 2.200 keer geretweet. Terwijl een goede grap hooguit 700 keer haalt. Idioot veel dus. Maar wij waren zelf heel ontevreden. Dat vonden wij een enorm slappe dag.”
Charlie Hebdo
En soms is het nieuws te groot voor een grap. Na de aanslag op Charlie Hebdo wisten ze niet goed wat ze ermee moesten. Van Tol kende een aantal van de vermoorde tekenaars persoonlijk. „Ik was zo ontzettend ontdaan, heb gewoon staan janken. Vooral omdat het net zulke jongens waren als wij. Fokke & Sukke vonden ze bij Charlie Hebdo trouwens totaal niet leuk. Ook zij snapten niet wat er leuk was aan twee vogels met piemels.”Reid zoekt ondertussen op zijn telefoon. Kijk, hier heeft hij de tekst van die zevende januari 2015: „De cartoonisten komen aan bij de hemel. ‘Kom maar binnen jongens. Deze heeft ook geen gevoel voor humor, maar begint tenminste niet meteen te schieten’.”
Van Tol, merkbaar geërgerd: „Nee, die was echt niet goed.”
Geleijnse: „En ook nog ‘bij de hemelpoort’… Daar hadden deze anarchisten nog niet dood gevonden willen worden.” Gespeeld plechtig, alsof hij een credo uitspreekt: „Dode cartoonisten, kindermisbruik… we vinden het gewoon niet zulke goede onderwerpen.”
Er zijn periodes waarin de grappen rijkelijk vloeien. Maar soms is het worstelen. Reid: „Ik maak mezelf wijs dat dat door het nieuws komt, maar misschien komt het ook door ons eigen bioritme. Je bent met onze cartoon toch afhankelijk van de politiek. Op dit moment spelen er veel affaires, maar is er nauwelijks een groot verhaal.”
Van Tol: „Mensen denken altijd dat affaires en relletjes rond Trump lekker hapklare brokken voor ons zijn. Maar die vinden we vaak te voor de hand liggend. Makkelijk scoren.”
Reid: „Ik was heel jaloers op die geweldige grap in De Speld, naar aanleiding van die VVD’er Thierry Aartsen. ‘Hoe kon zo iemand nou door de selectie komen? Hij heeft toch een verleden als VVD’er…’ Geweldig.” Van Tol: „Verdómd! Die hadden wij graag zelf bedacht.”
24.000 grappen in 25 jaar
In totaal maakten ze de afgelopen 25 jaar zo’n 24.000 grappen. Een top-5 van hun favoriete cartoons kunnen ze niet echt noemen. Al is Geleijnse nog altijd erg tevreden over de grap die ze op hun derde dag bij NRC maakten over Jorge Zorreguieta (de vader van Máxima, die in het Videla-regime minister van Landbouw was). „De koptekst luidde: ‘Fokke & Sukke geven het antecedentenonderzoek een vliegende start’. Met daaronder: ‘Onder Zorreguieta zijn er zes miljoen runderen in veewagons afgevoerd. En er is er geen één levend van teruggekeerd’. Dat vind ik een intrigerende grap omdat onduidelijk is waar de punchline precies zit. En er zit van alles in: van de jodenvervolging tot de Argentijnse biefstuk. Dat is echt een mooie cartoon.”Van Tol: „Maar die zou ik nu nooit meer zo maken.”
Reid: „Máxima is heilig verklaard.”
Van Tol: „Als ik toen had geweten hoe goed Máxima is, had ik die grap nooit in de krant gezet.”
Reid: „Toch zit die vergelijking mij nog altijd niet dwars.”
Van Tol: „Met de opkomst van het nieuwe fascisme zou ik er toch voorzichtig mee zijn.”
Geleijnse: „Met al die Videla-Verstehers van tegenwoordig bedoel je?”
Ze schieten alle drie in de lach. Reid: „Je kunt zeggen van die Videla wat je wilt, maar die treinen reden wél op tijd.”
Van Tol: „Die grap opperde John toen we het over Orbán hadden. We hebben ’m niet gemaakt, omdat we uiteindelijk uitkwamen op een andere. ‘Fokke & Sukke vinden het reuze meevallen; je mag in Hongarije over Orbán zeggen wat hij wil’. Die is toch leuker.”
Soms is de nasleep van een cartoon nog geestiger dan de cartoon zelf. In 2003 maakten ze een Fokke & Sukke over de biologische wapens die volgens de Amerikaanse regering gevonden zouden zijn in Irak. Wanneer Van Tol over de cartoon vertelt, beginnen Geleijnse en Reid direct al te bulderen van het lachen. „Jahahahaha!” Op hun getekende biologische bommen was duidelijk het EKO-keurmerk te lezen. Van Tol: „Direct daarna kregen we een officiële brief: of we konden aantonen dat we wel aan de eisen van dat EKO-keurmerk voldeden. Anders hadden we dat EKO-keurmerk namelijk wederrechtelijk gebruikt.”
Geleijnse: „Ik heb later weleens getwijfeld of dit niet een heel goede grap van hún was.”
Reid: „Nu we het toch over hoogtepunten hebben… ik herinnerde me laatst iets…”
Van Tol en Geleijnse: „Jij je iets herinneren? Echt?”
Reid, onverstoorbaar: „…dat voor mij het onbetwiste hoogtepunt was: André Kuipers die zich in het ruimtestation ISS liet fotograferen in een Fokke & Sukke T-shirt, met daarop: ‘I went to space. And all I got was this lousy T-shirt!’”
Van Tol, lyrisch: „Mooi, hè?”
Reid: „Jongen, dan kun je toch dood?”
Geleijnse: „Ach, hoe hoog zit zo’n ISS nou helemaal? Vierhonderd kilometer! Om dat nou direct ‘de ruimte’ te noemen…”
vrijdag 21 september 2018
Arib roept Kamerleden op tot fatsoen / Trouw
Arib verwees naar afgelopen woensdag,
toen Geert Wilders en Tunahan Kuzu hard met elkaar in aanvaring kwamen.
De Kamervoorzitter kreeg daarna brieven uit het hele land. 'Mensen
ergeren zich ontzettend. Ze vinden ons Kamerleden grof en hard.'
Arib
verwees naar afgelopen woensdag, toen PVV-leider Geert Wilders en
fractievoorzitter Tunahan Kuzu van Denk hard met elkaar in aanvaring
kwamen. Wilders noemde Kuzu ‘het vergif van deze samenleving’ en de
leden van Denk moesten ‘oprotten’ uit Nederland. Vervolgens begon
Wilders over het privéleven van D66-collega Alexander Pechtold.
De
Kamervoorzitter zag het woensdag geïrriteerd aan. Vandaag begon ze de
vergadering met een verklaring. Ze heeft gisteren "veel brieven en
e-mails uit het hele land gekregen", zei ze. “Mensen ergeren zich
ontzettend. Ze vinden ons Kamerleden grof en hard. Het is onze
gezamenlijke verantwoordelijkheid om met respect met elkaar om te gaan.”
Ook
CDA-fractievoorzitter Sybrand Buma protesteerde, eerder deze week,
hardop tegen verruwing in de Kamer. Woensdag verweet hij Wilders grenzen
te benaderen ‘en eigenlijk overschreden’. Buma, refererend aan de
Algemene Beschouwingen: “Het wordt op scholen uitgezonden; die kijken
naar dit debat. Dan kunnen we natuurlijk met z'n allen zeggen 'degene
die het vaakst in beeld is, wint', maar volgens mij verliezen we dan
allemaal.”
donderdag 20 september 2018
Reinbert de Leeuw krijgt Cultuurfonds oeuvreprijs
Foto: Marco Borggreve | |
Reinbert de Leeuw krijgt Cultuurfonds oeuvreprijs |
|
Met de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs eren we hem als pianist,
componist, inspirator en dirigent. Deze baanbreker voor de eigentijdse
muziek in binnen- en buitenland ontvangt deze oeuvreprijs op maandag 26
november.
|
'Er is meer angst voor nieuwe culturen, ik zie minder andersdenkenden op straat' / Trouw
© Merlijn Doomernik | 'Ik word elke dag wel nageroepen.' | ||||
| ||||
Modeontwerper Aziz Bekkaoui groeide in Marokko op in alle vrijheid. 'Mijn ouders waren heel vrij in hun opvattingen.' Op zijn zesde verhuisde zijn gezin naar Voorburg. 'Ik moest wennen aan de hokjesgeest in Nederland, het voelde als een stap terug.' (Trouw) |
Vluchtelingen eten gratis in Nikos' taverne op Lesbos / Trouw
Vluchtelingen eten gratis in Nikos' taverne op Lesbos: 'Eindelijk kan ik ontspannen'
Nikos Katsouris serveert met de hulp
van vrijwilligers zeventig tot honderd maaltijden per dag aan hongerige
vluchtelingen uit het beruchte vluchtelingenkamp Moria op Lesbos. Maar niet iedereen is blij met dit initiatief.
Een moeder
wiegt in het zand haar acht maanden oude baby heen en weer. De vader van
het gezin rookt een sigaretje op een rots en kijkt hoe zijn zoons van
acht en twaalf jaar achter elkaar aan zitten in zee. Achter hen ruimt de
ober de tafels van een taverne af.
Een
doodgewoon tafereel aan de Griekse stranden, maar de bezoekers die hier
vandaag van zon en zee genieten, zijn minder alledaags. Geen toeristen
uit Europa, maar Afghaanse vluchtelingen die in een tent in het beruchte en overvolle vluchtelingenkamp Moria op
Lesbos wonen. Ze zijn vandaag genodigden in het restaurant van visser
Nikos Katsouris (44) en zijn vrouw Katerina, op tien minuten rijden van
Moria.
Als een van de eersten op Lesbos
bekommerden zij zich om het lot van vluchtelingen, nog voor die massaal
per boot de oversteek begonnen te maken vanuit Turkije. "Op een middag
in 2014 was ik aan de kust in het noorden van het eiland vanuit mijn
busje vis aan het verkopen", vertelt Nikos op een stoel voor zijn
viswinkel tegenover het restaurant. "Er kwam een groep mensen aanlopen.
Klanten, dacht ik."
Maar ze waren
verkleumd en doorweekt. Kinderen, volwassenen, zwangere vrouwen. "Ik heb
ze voor registratie naar het politiebureau gebracht, dat kon toen nog
gewoon. Van de opbrengst van die dag heb ik eten voor ze gekocht."
Vanaf
dat moment voelden Nikos en Katerina zich begaan met de vluchtelingen.
Hun aantallen namen toe, kamp Moria vulde zich snel. De twee Grieken
zamelden kleding in en kookten samen met andere vrijwilligers voor de
bewoners, soms wel tweeduizend maaltijden per dag; vijftienduizend
sardientjes gingen daar zeker in. "Maar toch voelde het niet goed. Ze
moesten het opeten op de grond, of in hun tentje. Alsof ze dieren zijn."
Het
idee ontstond om de vluchtelingen voor een paar uur uit Moria te halen,
naar de taverne die Nikos en Katerina runnen aan zee. "Zodat ze voor
even niet alleen maar vluchteling zijn, maar gewoon mens."
Honderd maaltijden per dag
En
zo serveert het echtpaar met hulp van andere vrijwilligers zeventig tot
honderd maaltijden per dag. De gasten arriveren met een bestelbusje dat
een paar keer per dag op en neer rijdt naar Moria. Vandaag staan gele
rijst, pasta in tomatensaus en koolsalade op het menu. En, hoe kan het
ook anders, de sardientjes die Nikos vanaf vier uur vanmorgen heeft
gevangen.
De gasten eten voor het eerst
in lange tijd aan gedekte tafels, op stoelen, met bestek van metaal.
Normaal moeten ze vier uur in de rij staan voor een aluminium bakje met
een prakje dat ze zonder uitzondering als vies beoordelen. Op het terras
in de schaduw zijn kinderen in de weer met hoepels, speelgoed en
kleurplaten. Bij vertrek krijgt iedereen een kledingpakket mee.
"Dit
is voor het eerst in lange tijd dat ik kan ontspannen", zegt Muhammed
Jawed (40) uit de Afghaanse hoofdstad Kaboel, de vader van het gezin op
het strand. "Hier is het rustig en er is geen geschreeuw. En het is
overzichtelijk, ik hoef niet constant op te letten waar in de chaos mijn
kinderen zijn." Hij steekt nog een sigaret op.
Weerstand
Maar
niet iedereen is nog blij met het initiatief van Nikos en Katerina. De
lokale weerstand tegen vluchtelingen op Lesbos groeit naarmate de tijd
verstrijkt en nu hun aantal weer tot recordhoogte is gestegen. Tot
wanhoop van hoteluitbaters kwakkelt het toerisme nog steeds, vanwege het
imago van vluchtelingeneiland. Omwonenden in Moria klagen over
vernieling en diefstal. De inwoners vinden dat zij een onevenredig zware
last dragen, zeker nu de problematiek zich al jaren voortsleept en er
geen verbetering in zicht is.
"Betalende
gasten komen sinds een jaar niet meer naar het restaurant. We werken nu
alleen nog maar voor vluchtelingen en draaien op donaties. En ook ben
ik klanten van mijn viswinkel kwijtgeraakt. De buurt houdt niet meer zo
van ons", vertelt Nikos.
Hij vindt het
lastig en het doet pijn, maar hij wil ze ook niet veroordelen. "Het zijn
geen racisten. Ze zijn het gewoon zat. De meesten hebben het niet
makkelijk vanwege de economische problemen. En dan zien ze dat de EU
miljoenen spendeert aan een vluchtelingenkamp, en dat het nog steeds een
puinhoop is."
Het is voor Nikos en
Katerina geen reden om te stoppen. Sterker nog, ze runnen inmiddels ook
een café voor vluchtelingen in Mytilini, de hoofdstad van Lesbos, waar
Katerina deze middag is. "Het is het waard", zegt Nikos. "Want ik ben
ervan overtuigd dat dit soort sociale initiatieven het verschil maakt
voor vluchtelingen. Daar kunnen miljoenen aan hulpgeld niet tegenop."
Lees ook:
Met de avond sluipt ook de wanhoop vluchtelingenkamp Moria binnen
Niet
eerder sinds de deal met Turkije in maart 2016 zaten er zoveel
vluchtelingen in kamp Moria op het Griekse eiland Lesbos. Als een van de
weinige journalisten kwam Trouw-correspondent Thijs Kettenis binnen in
het kamp, waar de ontlasting door de straten stroomt.
Artsen zonder grenzen: Evacueer kinderen per direct uit vluchtelingenkamp Moria
De
situatie in vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos is zo
erbarmelijk dat de 3500 kinderen die er vastzitten onmiddellijk moeten
worden geëvacueerd, vindt Artsen zonder Grenzen (AzG). Voor hun veiligheid.
zondag 16 september 2018
Het International Literair Festival Utrecht gaat van start
Onder de genodigde sprekers bevinden zich bekende schrijvers als Julian Barnes, Paolo Cognetti en Salman Rushdie.
vrijdag 14 september 2018
Antislavernij-activisten in Mauritanië opgepakt / Amnesty International
Biram Dah Abeid is het gezicht van de antislavernijbeweging IRA in het west-Afrikaanse Mauritanië en hij was kandidaat bij de parlementsverkiezingen van 1 september. De politie pakte hem op 7 augustus 2018 op nadat een journalist een klacht tegen hem indiende. Abeid zou hem hebben bedreigd. Twee dagen later volgde de arrestatie van antislavernij-activist Adbellahi el Housein Mesoud wegens medeplichtigheid. |
Abeid strijdt voor uitbanning van slavernij in Mauritanië. De regering heeft zijn organisatie, die in Mauritanië tienduizenden leden telt en wereldwijd afdelingen heeft, verboden. Zijn arrestatie, zo vlak voor de parlementsverkiezingen waarvoor hij zich kandidaat stelde, lijkt politiek gemotiveerd. |
Amnesty International roept de autoriteiten van Mauritanië op om beide activisten een eerlijk proces te geven. Ook moet de regering onmiddellijk een einde maken aan de arrestatie van journalisten, leden van de oppositie en antislavernij-activisten. |
Europarlement stemt voor zwaarste procedure tegen Hongarije
De ontwikkelingen in het Hongarije
vormen een bedreiging voor de Europese waarden. Daarom is een
meerderheid van het Europees Parlement voor het activeren van de
zwaarste strafprocedure tegen het voormalige Oostblokland. Nooit eerder zette het parlement deze stap.
Abonneren op:
Posts (Atom)