In
een rijk land als Nederland moet een probleem als laaggeletterdheid
veel steviger worden aangepakt, zegt Geke van Velzen, directeur van
Stichting Lezen & Schrijven. ‘De aanpak van het probleem staat in
geen verhouding tot de omvang ervan: slechts 5 procent van de
laaggeletterden wordt op dit moment bereikt, en volgt cursussen om er
iets aan te doen.’
In
deze Week van de Alfabetisering (tot en met zondag) brengt Van Velzen
het probleem onder de aandacht, ook in de hoop daarmee een taboe te
doorbreken. Van Velzen: ‘Veel laaggeletterden durven er niet over te
praten, dat maakt de stap naar taalles groter.’
Nederland
telt 2,5 miljoen laaggeletterden van 16 jaar of ouder, blijkt uit een
onderzoek van de OESO uit 2012. Laaggeletterden zitten onder het taal-
of rekenniveau van mbo-2/3, en hebben bijvoorbeeld moeite met het lezen
van bijsluiters en het invullen van belastingaangiftes. Ze zijn twee
keer zo vaak werkloos als geletterden, en hebben doorgaans een slechtere
gezondheid.
Ook
mensen die moeite hebben met rekenen vallen onder laaggeletterden. Het
ministerie van OCW heeft de definitie in 2012 verbreed vanwege het
belang van financiële kennis. Analfabeten vallen buiten de definitie.
Van
de Nederlanders van 16-65 jaar heeft 12 procent moeite met lezen, 13
procent met rekenen - een meerderheid van hen worstelt met beide. 55 tot
65-jarigen en eerste generatie migranten zijn oververtegenwoordigd
onder laaggeletterden. Meer dan de helft van de laaggeletterden heeft
Nederlands als moedertaal.
Het
probleem moet op verschillende niveaus worden aangepakt, zegt Geke van
Velzen. ‘De regering, gemeentes, het onderwijs, werkgevers - iedereen
kan hieraan bijdragen. We hopen ook dat professionals zoals artsen en
schuldhulpverleners laaggeletterdheid eerder zullen herkennen,
bijvoorbeeld als iemand keer op keer zegt dat hij zijn bril is
vergeten.’
Het
ministerie van OCW bespreekt op dit moment met betrokken partijen een
‘ambitieuze, gezamenlijke aanpak’ om laaggeletterdheid te bestrijden,
aldus een woordvoerder. Deze aanpak wordt begin 2019 gepresenteerd. Ook
heeft het kabinet het budget voor laaggeletterdheid structureel met 5
miljoen euro verhoogd.
Graddie Jansen-van Leeuwen (72) uit Soest: ‘Ik ben weer goed in creatieve dingen’
‘Paf!
Je zit weer te dromen hè?’ Graddie herinnert zich nog goed dat ze op
school regelmatig met een liniaal op haar vingers werd geslagen. ‘De
leraar dacht dat ik mijn best niet deed, als ik een paar bladzijden
achterliep. Maar ik kon gewoon niet zo snel lezen.’
Vanaf
de lagere school in Utrecht ging ze direct door naar de huishoudschool,
waar ze tot haar grote opluchting op haar 14de werd weggestuurd. Ze
ging werken en wonen in een bejaardentehuis in Bussum.
Haar
leesvaardigheid was sinds de basisschool nauwelijks verbeterd. Met
zinsopbouw had - en heeft - ze moeite. ‘Als ik een volle pagina lees,
wordt het een puinhoop.’ Of ze zich daarvoor schaamt? ‘Nee, ik ben weer
goed in creatieve dingen. Als ik iets niet begrijp, vraag ik het gewoon.
Ik heb een goed geheugen.’ Graddie onthoudt beelden in plaats van
woorden. ‘Als ik ergens ben geweest, onthoud ik de gebouwen en weet ik
later zo weer terug te komen.’
Engels bij het ROC
Graddie
maakt sinds 1970 poppen, onder meer voor Amerikaanse klanten. Om met
hen te communiceren, volgde ze twintig jaar geleden een cursus Engels
aan het ROC in Soest. ‘Daar zag ik pas hoe leuk school eigenlijk is. Ik
was dus blij toen ze mij bij het ROC ook een cursus Nederlands
aanboden.’
Ze
leest sindsdien gemakkelijker, weet wat punten en komma’s betekenen,
maar met bepaalde dingen heeft ze nog steeds moeite. ‘Bij apparaten die
je koopt, krijg je tegenwoordig boekwerken, in allerlei talen. Ik vind
het wel goed, denk ik dan.’ Zaken die ze eerst op het gemeentehuis kon
regelen, moeten tegenwoordig via internet - ‘een bak vol geschreven
informatie’, volgens Graddies begeleider.
Bij
het voorlezen van haar kleinkinderen raakte ze bij lange zinnen de
draad kwijt, en verzon dan zelf verhaallijnen. ‘Ze zeiden altijd dat ik
heel spannend kon vertellen. Ik heb een rijke fantasie.’ De
kleinkinderen, nu tussen 8 en 14, weten dat hun oma worstelt met lezen,
en bieden tegenwoordig aan haar voor te lezen. ‘Heerlijk, gezellig.’
Sluimerende woede
Het voorlezen van de Volkskrant
gaat vloeiend, maar de tekst begrijpen is lastiger. ‘De nieuwe film van
Spike Lee trilt van sluimerende woede… bij sluimeren denk ik aan iets
langzaams, of aan een insect.’ Met haar hand verbeeldt ze een spin die
over de krant kruipt. ‘Gaat dit over een film die voor woedende reacties
heeft gezorgd?’
De
kop ‘Werkt Rus straks tot zijn dood?’ begrijpt Graddie wel. ‘Ik neem
aan dat Rus een afkorting is voor de Russen. Die krijgen straks geen
pensioen meer, denk ik. Al staat daar nog een vraagteken.’
‘Die
zinnen gaan maar door!’, zegt ze bij de column van Bert Wagendorp. ‘Ik
snap niet wat ik net heb gelezen. Korte zinnen vind ik veel prettiger.’
Andere suggesties: een witregel na een alinea, grotere letters (‘Het
moet natuurlijk niet kinderachtig worden, maar één slagje groter moet
kunnen.’) en eenvoudigere woorden. ‘Misère betekent slechte staat?
Waarom schrijven ze dat dan niet?’ Even later, bij de kop ‘Banken
oogsten kritiek’: ‘Oogsten is iets in de natuur binnenhalen. Ik begrijp
wat ze ermee bedoelen, maar ‘krijgen’ was makkelijker geweest.’
Ze
is gestopt met haar cursus Nederlands, maar houdt haar woordenschat op
peil met het online spelletje Wordfeud. ‘Met mijn broers en zussen zit
ik alsmaar te ‘feuten’. Met dat spelletje kun je alle woorden proberen.
Als je een foutje maakt, keurt de computer het af, maar niemand anders
merkt het. Ik heb veel fantasie, dus soms gok ik maar wat. Als het dan
een bestaand woord blijkt te zijn, wil ik ook - ik ben een doordouwer -
in het woordenboek opzoeken wat het betekent. Ik studeer dus
tegenwoordig zelf.’
Marina Wapperom (53) uit Swifterbant: ‘Als ik iets moest ondertekenen, deed ik snel mijn arm in het verband’
Nu
kan ze erom lachen, maar gevaarlijk was het natuurlijk wel. Marina
Wapperom (53) deed maar wat, toen ze haar twee astmatische kinderen
pufjes en medicatie toediende. De juiste doseringen waren een raadsel.
‘Ik gaf ze een dienblad vol medicijnen. De volgende dag stond ik weer
bij de huisarts.’
Door
gebrekkige scholing kon Marina lange tijd geen woord - of bijsluiter -
lezen. Op de basisschool in Harderwijk miste ze geregeld lessen omdat ze
moest oppassen op haar broertje en zusje - vader was op werk, moeder
kon niet voor de kinderen zorgen. Op de middelbare school liep Marina
daardoor achter. ‘Van de leraar moest ik de planten water geven, het
papier versnipperen.’
Geen
wonder dus, dat Marina geen eindexamen deed en niet kon lezen en
schrijven toen ze rond haar zestiende van de middelbare school af ging.
Ze schaamde zich er dood voor. ‘Ik ben in Nederland geboren en naar
school gegaan. Dan moet je kunnen lezen en schrijven, vinden veel
mensen. Ik kon dat niet.’
Geheim
Ze
probeerde dat op allerlei manieren te verbergen. ‘Als ik iets moest
ondertekenen, deed ik snel mijn arm in het verband, dat ik altijd in
mijn tas had zitten.’
Zelfs
haar man en kinderen wisten lange tijd van niets. ‘Ik vroeg altijd of
mijn man iets wilde regelen. Mijn man was en is heel zorgzaam, hij deed
dat altijd. Pas toen we ons gingen verloven, heb ik het hem verteld.’
Haar
woonkamer was haar wereld. ‘Ik kon met niemand meepraten, wist nergens
iets vanaf. En als ik dan met iemand in gesprek was, blokkeerde ik.’
Bovendien: hoe kom je ergens als je geen straatnamen of verkeersborden
kunt lezen?’ Ze ging nooit naar de supermarkt, omdat ze geen idee zou
hebben wat ze in haar mandje had gegooid. ‘Je moet overal kunnen lezen.’
Leergierig
Door
haar angst om met anderen in gesprek te gaan, durfde ze geen cursussen
te volgen. Ze kon daar niet meer onderuit, tot haar schoonzus haar
vijftien jaar geleden met een smoes naar het ROC in Dronten lokte. Bij
de test die ze daar deed, deed ze alles fout.
Er
volgde een cursus Nederlands, speciaal voor laaggeletterden, waardoor
het lezen steeds beter ging. Vorig jaar las ze zelfs de hertaalde versie
van Het dagboek van Anne Frank. Toen ze eraan begon, viel ze
door de inspanning na vijf regels in slaap. Maar nu wil ze ook andere
boeken lezen. ‘Ik ben leergierig geworden.’
Stapje hoger
Haar
zelfvertrouwen is enorm toegenomen, blijkt ook uit het gesprek, waarbij
ze vaak lacht en zich kwetsbaar opstelt. Nou ma, zei haar zoon deze
week, je mag wel een stapje terugzetten. ‘Nee, ik stap steeds hoger! Pas
nu durf ik tegen hem in te gaan. Hij is 26.’
Toch blijft het lezen van de Volkskrant
van 30 augustus vooralsnog een intimiderende ervaring. Korte,
gebruikelijke woorden vormen geen probleem. Andere woorden op de
voorpagina, zoals ‘hamerslag’, ‘onontwarbaar’, ‘sluimerend’ en
‘celibaat’ drijven haar tot wanhoop. ‘Sorry, dit zijn te moeilijke
woorden. Ik krijg het er warm van.’
Ze
leest de woorden staccato voor, terwijl haar wijsvinger haar tempo
bijhoudt. De moeilijke woorden slaat ze over; ze zegt dan ‘moeilijk
woord’ en gaat door met de zin. Later keert ze daarbij terug, en leest
ze die letter per letter. De letters spreekt ze fonetisch uit, zoals dat
op de basisschool gaat.
Als
ze de voorpagina - waar geen groot artikel staat - omslaat en bij
pagina 2 en 3 aankomt, zakt de moed Marina helemaal in de schoenen. ‘Oh
nee, hier hoef ik niet aan te beginnen. Dit is véél te druk. Ik zie nu
één groot zwart vlak, sorry.’ Wat als op zo’n drukke pagina belangrijke
informatie staat? ‘Ik heb daar een trucje voor: ik gebruik dan het
vergrootglas op mijn telefoon. Daar kan ik dan een paar woorden mee
lezen.’
Start!-krant
Korte
zinnen, geen ingewikkelde formuleringen, en in de artikelen wordt
weinig voorkennis van lezers verondersteld. De Start!-krant is een krant
voor laaggeletterden, waarvan wekelijks een digitale versie verschijnt.
Maandelijks wordt een papieren versie verspreid in buurthuizen,
bibliotheken en scholen.
De
Start!-krant is ‘gewoon een krant’, zegt Marianne Verhallen,
adjunct-uitgever van Eenvoudig Communiceren, uitgever van de krant. ‘We
hebben nieuws over buiten- en binnenland, gezondheid en entertainment.’
Op de voorpagina van de september-editie: de warme zomer, Maarten van
der Weijden, de doorbraak in de zaak-Nicky Verstappen en de Pride
Amsterdam.
Daarnaast bevat de krant ook lesmateriaal, zoals opdrachten voor begrijpend lezen en rekensommen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten