Vandaag mag dan de dag van het ultieme lijdensverhaal zijn, in de
samenleving is lijden 'uit', merkt de Antwerpse psychiater Dirk De Wachter. 'Eigenlijk moet het elke dag een beetje Goede Vrijdag zijn.'
Hoe gaan wij volgens u tegenwoordig om met lijden?
“Onze westerse samenleving met haar
grootstedelijke cultuur, haar technologische vernuft en haar materiële
welstand, creëert de illusie dat er geen lijden is. Ik noem dat
leukigheidscultuur. Je ziet het op Facebook,
al die de feestjes, de vakanties, de pretparkerigheid. Ik heb niets
tegen mensen die zich amuseren, maar ik merk dat we het onvermijdelijke
lijden ontkennen.
“Daarom hebben psychiaters het zo druk.
Mensen verdragen de ongemakken van het leven niet meer. Ze noemen het
ziekte, terwijl de maatschappij problematisch is. Ze gaan naar de dokter
en vertellen onder medisch geheim: ‘Ik sta glimlachend op Facebook,
maar ik voel me zo slecht, geef me een pil.’ Dat is kort door de bocht,
maar zo komen mensen ook bij mij.”
Wat bedoelt u met onvermijdelijk lijden?
‘We moeten alles alleen kunnen en vanuit onszelf succesvol en fantastisch zijn. Lijden past niet in dat idee.’
“Hongersnood of oorlog kennen we nu
niet in het Westen, we hebben het heel goed. Maar het kan dat onze
kinderen niet doen wat we wensen, dat onze geliefde wegvalt, naar andere
oorden vertrekt, dat we ouder worden, of ziek, ondanks onze goede
ziekenhuiszorg, of stel u voor: dat we doodgaan! Al die dingen zijn des
levens, ze overkomen je.”
Accepteren we dat echt minder dan vijftig jaar geleden?
“We leven anders dan vroeger in een
ikkige tijd. De vrijheid die ‘ik’ heet, kan alles alleen. Dat ultieme
autonome denken zit ons in de weg. We moeten alles alleen kunnen en
vanuit onszelf succesvol en fantastisch zijn. Lijden past niet in dat
idee van maakbaarheid, dus doen we maar alsof het er niet is.”
Geldt dat ook op Goede Vrijdag?
“Deze Goede Vrijdag geeft mij hoop, omdat er, merk ik, meer aandacht is voor lijden in het geseculariseerde Nederland.
Blijkbaar is er toch behoefte aan een ritueel, aan collectieve
sacralisering van lijden. Alsof er een barst zit in de
leukigheidscultuur, dat het even oké is om betraand te luisteren naar
Bach. Tegelijkertijd: als we maar één dag plaats geven aan het lijden en
de troost, is dat mij te weinig. Eigenlijk moet het elke dag een beetje
Goede Vrijdag zijn.”
Was het vroeger allemaal beter?
‘De noodzaak van de medemens toont zich in het lijden’
“Nee, denk aan de hypocrisie, de
onderdrukking van de arbeidersklasse en vrouwen. Toch moeten we de
tradities en de goede zaken uit onze geschiedenis niet zomaar weggooien.
In het enthousiasme waarmee we ons religieuze systeem hebben afgebouwd,
zijn we een deel van onze zingeving, ons rituele denken en de plaats
van lijden kwijtgeraakt. De ultieme uitdaging van de volgende generatie
is zin. Het zal toch ergens een plaats moeten krijgen, maar misschien
niet in de kale kerken van onze grootouders.”
Jonge mensen mediteren toch al bij bosjes en doen aan yoga?
“Ik zie inderdaad dat zij heel erg op
zoek zijn, dat is goed. Ze gaan allerlei oosterse, soms obscure methoden
gebruiken, trekken sandalen en lange kleren aan, gebruiken
wierookstokjes. Ik wil hen niet belachelijk maken, maar ik ben soms ook
bezorgd. Het lijkt soms of de zinsvraag voortkomt uit de dagelijks
doordrammende wereld maar pas zwaar op ons hoofd terechtkomt bij
ervaringen van tegenslag en verlies. Het lijkt mij nuttig om erover na
te denken voor we struikelen.”
Wat is een goede manier om te lijden?
“Daar kan ik kort over zijn: met elkaar.
Ik bedoel niet dat we een soort emo-cultuur moeten creëren, waarin we
lijden uitvergroten. Ik bedoel gewoon dat als je thuiskomt en je baas is
lastig geweest, dat je geliefde, die je gezicht ziet, vraagt: ‘Schat,
wat is er aan de hand’, en dat je samen op de bank gaat zitten en elkaar
eens stevig vasthoudt. Dat je erover spreekt. De noodzaak van de
medemens toont zich in het lijden, daarom is het misschien wel extra
nodig in individualistische tijden. Dat is een wezenlijk punt, volgens
mij: de zin verschijnt in ogen van de vragende medemens.”
Verdrietdokter met Reve als inspiratie
Psychiater alias ‘verdrietdokter’ Dirk de Wachter
(1960) legde in 2012 de samenleving op de sofa in het boek ‘Borderline
Times’. In dat boek past hij de persoonlijkheidstoornis toe op de
maatschappij van nu. Hij concludeert dat de scheidslijn tussen gewone
mensen en psychiatrische patiënten dun is.
De kern van zijn betoog, ook in zijn latere boeken, is: we moeten ongelukkig durven zijn.
De psychiater is hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Het boek ‘De avonden’ van Gerard Reve, met zijn interne monologen, inspireerde hem om psychiater te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten