Journalist Rami Jarrah
Rami Jarrah is net terug uit Aleppo. Als een van de weinigen doet hij
nog verslag van de verwoesting in Syrië. Hij was getuige van Russische
bombardementen, die alleen burgers troffen. En hij vertelt dat de
bewoners niet meer geloven in vrijheid en democratie. ‘Je kunt nog beter
zeggen dat je strijdt voor meer elektriciteit, anders lachen ze je
uit.’
Dit weekend vluchtten tienduizenden burgers richting Turkije, omdat het Syrische regime een nieuw offensief is begonnen tegen de resterende rebellengroepen in Aleppo. Het was om deze mensen opnieuw een gezicht te geven dat de 31-jarige Jarrah naar Aleppo trok.
„De mensen in Aleppo voelen zich door iedereen in de steek gelaten. Er is nul vertrouwen in de politieke oppositie of in de internationale gemeenschap. Ook de bereidheid die er in het begin was om met de media te werken, is helemaal weg. Ze vinden dat het toch geen zin heeft, of ze vinden dat de media juist in hun nadeel hebben gewerkt.”
Jarrah werd een beetje beroemd in de begindagen van de Syrische revolutie. Onder de schuilnaam ‘Alexander Page’ gaf hij aan de lopende band interviews aan buitenlandse media. Tot het regime hem eind 2011 ontmaskerde. Hij vluchtte naar Egypte en later naar Turkije, van waaruit hij enthousiast campagne bleef voeren voor de revolutie.
Van dat enthousiasme is weinig overgebleven. De oorlog is nu vijf jaar bezig en niemand gelooft echt dat Genève III, de vredesgesprekken die vorige week zijn begonnen, veel meer gaan opleveren dan Genève I en II. Helemaal niet in Aleppo.
Waarom bent u ondanks de gevaren toch naar Aleppo gegaan?
„Ik stelde vast dat mensen in oppositiegebied in Syrië niet meer
gehoord werden. In de internationale media lag de focus bijna
uitsluitend op IS. Het Syrische regime deed hard zijn best om zijn
versie van het verhaal te verkopen aan de wereld. Maar aan de kant van
de oppositie was het stil geworden. Daardoor kwam de wereld niet te
weten wat er echt aan de hand is in Syrië.”
Wat is u het meest opgevallen in Aleppo?
„Dat er geen emotie meer lijkt te bestaan. Het is heel vreemd: je
ziet een man met zijn zoontje, maar je voelt geen emotionele band tussen
de twee. Ik heb mensen familieleden zien verliezen en bijna
onmiddellijk overgaan tot de orde van de dag. Ik denk dat mensen zich
distantiëren van hun geliefden omdat de situatie zo gevaarlijk is. Het
is een beschermingsmechanisme.”„Woorden als vrijheid en democratie hebben elke betekenis verloren. Dat is een belangrijke reden waarom groepen als Jabhat al-Nusra zo succesvol zijn. Zij vechten niet voor vrijheid, maar voor de sunnitische islam en dat is op dit moment heel effectief. Het probleem is dat de groepen die onder het Vrije Syrische Leger vallen die ideologie overnemen. Als die groepen de strijd willen aangaan met de jihadisten, dan moeten zij iets concreets bieden, iets wat een effect heeft op het leven van de mensen. Je kunt tegenwoordig beter zeggen dat je vecht voor meer elektriciteit dan voor vrijheid en democratie. Want daarmee lachen mensen je gewoon uit.”
Dat is heel pessimistisch.
„Ja, maar het is de realiteit. Mensen moeten beseffen dat als je een
dictatuur als die van Assad in stand houdt, je meer terroristen creëert.
Ik had een vriend, Mohammed Said, die mede de Coalitie voor Vreedzame
Verandering heeft opgericht in Damascus, in het begin van de revolutie.
Op een bepaald moment hadden we een afspraak, maar hij werd onderweg
aangehouden. Hij is naar een gevangenis gebracht waarvan je weet dat je
er niet uit terugkeert.„Zijn broer heeft zich toen bij ons aangesloten. Hij was geen activist, maar hij wilde iets doen. Na een tijdje vond hij dat activisme geen zin had: hij sloot zich aan bij het Vrije Syrische Leger. Maar dat schoot ook niet op, en hij sloot zich aan bij een kleine groep die wel succesvol was. Zijn broer zat nog altijd in de gevangenis en hij wist waar. Op een dag reed hij met een auto vol dynamiet de gevangenis binnen: hij heeft zichzelf opgeblazen en zijn broer. Die groep was Jabhat al-Nusra.”
In het Westen wordt de discussie over Syrië gedomineerd door de strijd tegen IS. Hoe ziet men dat in Aleppo?
„Kijk, IS heeft zo’n 2.000 mensen gedood. Tegelijk zijn
honderdduizenden mensen gedood door artillerie, vaatbommen, de
verwoesting van steden. Dat zijn allemaal methodes die het regime
gebruikt. Dat wil niet zeggen dat mensen niet bang zijn voor IS. Ze zijn
even bang voor IS als voor het regime. Maar IS is een werktuig van
datzelfde regime.”
Bedoelt u dat het regime en IS samenwerken?
„Nee, ik zeg niet dat de twee met elkaar communiceren, wel dat zij
gemeenschappelijke belangen hebben. Het beleg van Aleppo is zo’n
gemeenschappelijk belang. IS wil graag de hand leggen op Aleppo en
iedereen die het conflict volgt, weet dat het regime daar niet echt een
probleem mee zou hebben. Want wat gebeurt er als IS Aleppo inneemt? Dan
is Aleppo niet langer een probleem voor het regime, maar voor de hele
wereld. Dan gaat de internationale coalitie tegen IS Aleppo
bombarderen.”
Toch lijkt het erop dat het regime, met steun van Hezbollah en Rusland, wel degelijk Aleppo wil heroveren.
„Ik geloof niet dat ze Aleppo willen veroveren. Ik denk dat ze de
stad net zolang gaan wurgen tot de bevolking en het verzet daar murw
zijn gemaakt. Vergeet niet dat Aleppo ook door IS wordt belegerd. Is dit
niet het beste bewijs dat IS en het regime geen vijanden zijn? Anders
zouden ze toch tegen elkaar vechten in plaats van Aleppo te belegeren?”
Binnenkort worden vredesbesprekingen hervat. Wat is een realistische oplossing?
„Het is heel anders dan in het begin, toen we riepen: het regime moet
vallen, Bashar al-Assad en al zijn medeplichtigen moeten berecht
worden. Gewone mensen in Aleppo, of ze nu aan oppositie- of aan
regimekant wonen, kan het niets meer schelen wie aan de macht is. Ze
willen stabiliteit, dat de gevechten ophouden en dat de gevangenen
vrijkomen. Er zijn duizenden mensen gevangengezet of gekidnapt, en die
hebben allemaal families. Zij willen hun geliefden terug, of tenminste
weten wat er met hen is gebeurd. Als die voorwaarden vervuld zijn, gaan
de mensen een oplossing aanvaarden. En dan zullen groepen als Jabhat
al-Nusra de mensen niet meer kunnen misbruiken.”
U was getuige van de Russische bombardementen. Volgens u vallen daarbij veel meer burgerdoden dan wordt toegegeven.
„De Russische bombardementen richten zich alléén op burgers. Ik
geloofde het eerst ook niet. Ik dacht dat Rusland wellicht iets meer in
zou zitten over burgerdoden dan het regime. Maar toen ging ik naar
Aleppo. Je gaat naar een bominslag en je vraagt aan mensen: ‘Welke groep
opereert hier, hebben ze hier een gebouw, een checkpoint?’ En de mensen
zeggen: ‘Nee, het dichtstbijzijnde checkpoint is drie kilometer
verderop.’ ‘Waarom vallen ze hier dan aan?’ ‘We weten het ook niet.
Omdat ze ons willen doden zeker?’„Ik kon dat niet geloven. Maar de volgende weken zag ik steeds hetzelfde gebeuren. Op den duur kon je niet anders dan vaststellen: ze doden echt burgers, met als doel hun aantal te verminderen of om mensen te dwingen de stad te verlaten. Hoe kun je anders uitleggen dat er een aanval plaatsvindt op een gebouw dat vlakbij een markt ligt en waar honderden mensen aanwezig waren?”
Klopt het dat Rusland vooral de oppositie bestookt, en minder IS?
„Het laatste videoverslag dat ik heb gemaakt, was op een frontlinie
tussen het Vrije Syrische Leger en IS. De IS-vlag wapperde een kilometer
ofzo verder. Plots kwamen er Russische vliegtuigen over. Je denkt: die
gaan vast IS aanvallen. Maar nee: ze vielen de kant van het Vrije
Syrische Leger aan. De plaatselijke bevelhebber vatte het goed samen.
Hij zei: ‘Het moment dat de Russen ophouden met ons aanvallen en in
plaats daarvan IS bombarderen, gaan wij opnieuw tegen het regime
vechten.’„Dus voor mij is het duidelijk: Rusland wil alles verwoesten wat lijkt op een legitieme oppositie, zodat straks alleen de jihadisten en het regime overblijven.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten