even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
woensdag 12 juni 2019
Alexander de Grote op een strookje perkament
Letterkunde
Het is een verminkt stukje Middelnederlandse tekst op perkament.
Allerlei verhalen rond Alexander de Grote zijn samengevoegd tot een
complex geheel.
Berthold van Maris
Het strookje perkament, dat in de zestiende of zeventiende eeuw is gebruikt om een boek in te binden.
Foto Bernd Hendrickx
In de VS zijn zeventig versregels gevonden van een onbekend lang
verhalend Middelnederlands gedicht over Alexander de Grote. Het stukje
perkament ligt nu in de universiteitsbibliotheek van Antwerpen – een
geschenk van de Amerikaanse verzamelaar die de tekst ontdekte.
De
bibliothecaris haalt het voor ons uit de brandkast. Een mooi doosje van
zuurvrij karton gaat open, er komt een strook perkament uit te
voorschijn. Op de voorzijde staan 32 versregels, waarvan telkens het
laatste woord of de laatste letters zijn weggevallen. Op de achterzijde
bevinden zich nog eens veertig versregels, waarvan de eerste letters
ontbreken.
Wat heb je aan zo’n verminkt stukje tekst? „Heel veel”,
zegt Remco Sleiderink, terwijl we allebei naar het perkament staren.
Sleiderink is hoogleraar Middelnederlandse letterkunde. „Zo’n fragment,
daar kun je zoveel uit halen”, zegt hij.
Krachtige, sierlijke letters
Wie
het gedicht geschreven heeft is niet bekend. Wel is duidelijk wie het
handschrift heeft vervaardigd: de man die ook het befaamde handschrift
van Ferguut gekalligrafeerd heeft, in krachtige, sierlijke letters. Ferguut is een Middelnederlandse Arthurroman. Sleiderink herkent diens stijl aan de krullen van de h en de g, en aan een uitsteekseltje aan de d.
Daarmee
kan het handschrift ook gedateerd worden. Tweede kwart van de
veertiende eeuw. Sleiderink: „Ik vermoed dat de tekst zelf niet héél
veel ouder is. Begin veertiende eeuw, eventueel eind dertiende eeuw.”
Ook is duidelijk welk literair genre hier wordt beoefend. Namen van
personages zijn duidelijk te lezen: ‘alexander die coninc’ (koning
Alexander de Grote), ‘gadifiere [...] wte arabia geboren’ (Gadifer, in
Arabië geboren), en ‘phesonien die maget fetijs’ (de welgevormde maagd
Phesonie). De kenner van de middeleeuwse literatuur weet dan genoeg. We
zitten hier midden in een Alexanderroman. „Ik wille v secgen ... / Ene wile van andre ... / God late mi volbrin...”Sleiderink heeft, samen met collega Dirk Schoenaers, een
eerste, voorlopige reconstructie gemaakt van de tekst. De half of geheel
ontbrekende rijmwoorden liggen vaak voor de hand. Bijvoorbeeld, er
staat ergens: „Ik wille v secgen ... / Ene wile van andre ... / God late
mi volbrin...” Daar mag je gerust de rijmwoorden „dingen” en
„volbringen” bij denken: „Ik wille v secgen (...) / Ene wile van andre
dingen / God late mi volbringen”. (Ik ga u nu vertellen over andere
dingen / God laat mij dit volbrengen.)
Perkament gaat niet kapot. Je kunt dat vouwen en bewegen
Sleiderink: „Het mooie van dit fragment is dat hier
toevallig een episode wordt afgesloten, en dat er een nieuwe episode
wordt aangekondigd.” In de reconstructie (met de aangevulde letters
tussen haakjes): „Ic vertelde hier te v(oren) / Van Gadifiere den here
(vercoren) / Van Pheson den ridder (coene) / Hoe hi van Emenido(ene) /
Te Joseph verslegen (wert) / Daer menech riddere rou(wede hert).” „Ic vertelde hier te v(oren) / Van Gadifiere
den here (vercoren) / Van Pheson den ridder (coene) / Hoe hi van
Emenido(ene) / Te Joseph verslegen (wert) / Daer menech riddere rou(wede
hert).”„Dat verwijst terug naar een verhaal waar we nog geen
Middelnederlandse versie van hadden. En het is voor zover we zien ook
geen rechtstreekse vertaling van een van de Latijnse of Franse teksten
over Alexander. Het lijkt erop dat degene die hier aan het woord is de
Middelnederlandse dichter zelf is, die, op zijn eigen manier, het
verhaal aan elkaar praat.” De complete strook.Sleiderink vindt dat erg interessant. Het suggereert dat
allerlei uiteenlopende verhalen rond Alexander de Grote hier zijn
samengevoegd tot groter, complexer, ambitieuzer geheel. „Een compilatie,
zoals Lodewijk van Velthem die ongeveer in dezelfde tijd heeft
samengesteld in zijn „Lancelot-compilatie”. Daarin probeert hij alle
ridderromans rond koning Arthur met elkaar te verbinden in een groter
verhaal. Zoiets zou hier ook kunnen zijn gebeurd.”
Ook laat deze
vondst zien dat er meer teksten over Alexander de Grote in omloop waren
dan tot nu toe gedacht werd. „Koning Alexander” was, net als „Karel” (de
Grote) en (de fictieve) koning Arthur, een bron van allerlei
geromantiseerde ridderverhalen, en daarnaast een inspiratiebron voor
middeleeuwse machthebbers. De passage die in dit fragment wordt
aangekondigd, is volgens Sleiderink spannend, romantisch én leerzaam:
„Dat gaat over hoe je een conflict kunt bijleggen. Hoe je je soms met je
vijand moet verzoenen om samen tegen een andere vijand te kunnen
strijden. En ook: hoe onderhandel je? En: hoe converseer je op hoofse
wijze?”
Helemaal scannen
Het
gevonden stukje perkament is ooit, in de zestiende of zeventiende eeuw,
gebruikt voor het inbinden van een gedrukt boek. „Perkament gaat niet
kapot. Je kunt dat vouwen en bewegen, zonder dat het gaat scheuren. En
het heeft ook niet snel last van water. Dus het is heel handig materiaal
om in banden te verwerken. Als het eenmaal daarin verwerkt is, zie je
het niet meer. Je ziet het pas als die boeken verslijten, als ze gaan
openliggen.”
Wordt de kans dat er af en toe nog zo’n stukje
handschrift gevonden wordt, met de jaren niet steeds kleiner? „Nee”,
zegt Sleiderink. „Binnenkort gaan we vaker van dit soort dingen vinden.”
Hij heeft zijn hoop gevestigd op een nieuwe techniek, waarbij je een
boek helemaal kunt scannen zonder het uit elkaar te halen of zelfs
zonder het open te doen. „De verwachting is dat er dan meer fragmenten
gaan opduiken. De studie van fragmenten zal dan belangrijker worden.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten