Door: Joris Belgers −
11/11/16, 12:03
© Epa.
Cohen, hier in 2008 in Duitsland.
Leonard Cohen was er wel zo'n beetje klaar mee, zei hij. Het beeld dat
oprees van de Canadese liedschrijver uit het imposante profiel dat The
New Yorker onlangs publiceerde, was dat van een oude, fragiele man. Maar
wel een die in volle tevredenheid terugkeek op een onmetelijk rijk
leven, klaar om de oversteek te maken.
Zo schreef hij ook in een kort briefje aan zijn geliefde Marianne Ihlen,
toen hij afgelopen zomer hoorde dat de Noorse op haar sterfbed lag. Hij
had het gevoel dat hij vlak achter haar zat - als ze vanuit het
hiernamaals de vingers uitstrekte, zou ze hem misschien wel kunnen
aanraken. Het briefje bleek profetisch. Leonard Cohen overleed maandag
op 82-jarige leeftijd, maakte zijn familie vandaag bekend.
Marianne Ihlen was niet zijn eerste muze, ze zou ook zeker niet zijn
laatste zijn. Hij ontmoette haar rond 1960 op het Griekse eiland Hydra,
waar de twintiger uit Montreal een huisje had gekocht uit de erfenis van
zijn vroeg overleden vader. Om te schrijven, geen muziek, maar proza en
poëzie.
Schrijven deed de Canadees al sinds zijn tienerjaren,
sinds hij voor het eerst het werk van zijn grote voorbeeld Federico
García Lorca las, naar wie hij later zijn dochter zou vernoemen. Hij had
al eens de akoestische gitaar opgepakt, en speelde een tijdje in een
folkbandje - the Buckskin Boys - maar dat mocht geen naam hebben.
Zijn hart lag bij het geschreven woord. Zijn eerste dichtbundel
verscheen in 1956, ook schreef hij twee romans in Griekenland. Soms
werkte hij gedisciplineerd, avond aan avond, ontstoken door zijn liefde
voor Ihlen die inmiddels met haar zoontje was ingetrokken. Andere dagen
sleet hij lummelend in de Griekse zon, verdoofd door hash, andere
middelen, of depressies.
Hoewel gewaardeerd als dichter,
bleef écht literair succes uit. Eind jaren zestig raakte Cohen verzeild
in de New Yorkse meute rondom Andy Warhol. Op een avond hoorde hij de
zangeres Nico zingen. Bob Dylan verzorgde de soundtrack van die dagen.
Cohen pakte zijn gitaar weer op. Countryzangeres Judy Collins maakte een
hit van het door hem geschreven 'Suzanne', waarmee de muziekcarrière
van liedschrijver begon, die op zijn 33ste zou debuteren met de
klassieker 'Songs of Leonard Cohen'.
Zwaarmoedig?
Ook in de muziek was Marianne zijn muze: natuurlijk gaat 'So Long,
Marianne' over haar, net als 'Bird on the Wire'. Maar de relatie
brokkelde af, door ontrouw en het gereis tussen Hydra, New York, Oslo en
Montreal. In de jaren zeventig kreeg hij twee kinderen - Lorca en Adam -
van Suzanne Elrod, niet die van het liedje.
Hoewel
succesvol bleef Cohen toch lang een beetje een songwriter's songwriter,
zogezegd, eentje die trouwens op grote waardering van Dylan kon rekenen.
Misschien klonk Cohen te zwaarmoedig voor het grote publiek.
Dat veranderde met het album 'Various Positions', uit 1984. Met daarop
'Hallelujah', een moderne hymne die acht jaar later pas écht een hit zou
worden in de handen van achtereenvolgens John Cale en Jeff Buckley. Het
zorgde ervoor dat er meer dan ooit naar Leonard Cohen geluisterd werd.
Toch keerde Cohen midden jaren negentig de wereld zijn rug toe. Zes
jaar bracht hij door in een Zen-klooster in de bergen boven Los Angeles.
De door aanvallen van hevige somberte geteisterde Cohen zocht gedurende
zijn hele leven soelaas in religie en spiritualiteit. Niet alleen
bladerde de kleinzoon van een rabbijn hiervoor door het Oude Testament.
Jarenlang leefde hij als boeddhistische monnik, studerend en mediterend.
In stilte, zijn carrière was voorbij, dacht iedereen. Zijn zaken waren
ondertussen toevertrouwd aan manager en huisvriend Kelley Lynch.
Had hij dat maar niet gedaan. In 2005 klaagde Cohen Lynch aan voor vijf
miljoen dollar. Lynch was al gedurende zijn kloosterjaren begonnen met
verduisteren, plots bleek Cohens bankrekening leeg te zijn. Dus ging
Cohen, de zeventig gepasseerd, weer op pad. Banaal genoeg om geld, maar
zijn concerten werden nog altijd goed bezocht én ontvangen - ook al was
er van zijn toch al nooit heldere stemgeluid niet veel meer over. Tot
2013 zou hij blijven optreden. Daarnaast bracht hij de afgelopen vijf
jaar nog drie albums uit, waarmee hij het productieve begin van zijn
carrière evenaarde.
Drie weken terug verscheen de laatste. 'You
Want It Darker', dat niet eens zo subtiel al vele toespelingen maakte
op het einde. I'm ready my lord, hoor je hem prevelen. Typisch Cohen:
somberte met een knipoog, depressie met relativeringsvermogen. Onderwijl
zich verwonderend over de menselijke conditie.
Dat was wat de muziek van Cohen zo universeel, tijdloos en geliefd maakte bij een grote schare fans.
Die fans stelde hij overigens nog gerust, bij de albumpresentatie van
'You Want It Darker', drie weken terug. Dat 'klaar om te sterven', wat
hij had gezegd in The New Yorker? Schromelijk overdreven. Hij had altijd
al een zekere neiging tot dramatiseren gehad, knipoogde hij. Het was de
bedoeling dat hij voor eeuwig zou leven.