© Trouw.
Artist impression van Scheelhoek, Zuiderdiep en Blok de Wit.
Deltanatuur
In 2018 gaan de Haringvlietsluizen op een kier en stroomt er voor het
eerst in 47 jaar weer zout water in het Haringvliet. Achter de dam wordt
de natuur voorbereid op brak water en bescheiden extra getij.
Ook trekvissen als stekelbaars, spiering, elft, flint en iconische soorten als de Europese steur en Atlantische zalm kunnen estuaria voor hun levenscyclus niet missen. Bovenstrooms geboren op de rivieren zwemmen de jonge trekvissen de rivier af en verblijven ze langere tijd in de zoet-zout overgang om zich aan te passen aan het zoute zeewater. Volwassen geworden op zee, trekken ze weer de rivier op, om te paaien, weer via het estuarium maar nu om er te wennen aan het zoete rivierwater.
Aan dit drukke migratieverkeer en de levendigheid in dit opgroeigebied van jonge haring, sprot, spiering, rivierprik en zeebaars - een gedekte tafel voor andere (trek)vissen maar ook (trek)vogels - kwam plots een einde toen in 1971 de Haringvlietdam werd voltooid. De rivierdelta was hermetisch afgesloten van de zee; geen vis kon er meer in of uit, ze stootten hun neus tegen de dam. Het getij achter de dam verdween en het Haringvliet werd zoet. Als prijs voor een veilige kust, ging de dynamiek van de karakteristieke deltanatuur met haar unieke plant- en diersoorten verloren.
Hoe mooi zou het zijn, als die verloren gegane dynamische deltanatuur weer terug zou keren in het Haringvliet? Dromen daarvan is zo onrealistisch niet meer, dankzij het Kierbesluit: in 2018 worden de Haringvlietsluizen op een kier gezet, wanneer de waterstand in het Haringvliet lager is dan op zee.
Openzetten
De situatie van voor 1971 komt niet terug, maar toch: zelfs een getijdeslag van slechts 30 centimeter heeft al een enorme impact op de natuur, weet Stefan Soede, projectleider bij Natuurmonumenten. In het beheerkantoor Haringvliet/Krammer Volkerak in Numansdorp vertellen hij en programmamanager Angela Duijndam hoe een gelegenheidscoalitie van Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Ark Natuurontwikkeling, Vogelbescherming Nederland en Sportvisserij Nederland, het Haringvliet gaat voorbereiden op het openzetten van de kier.
En door ondernemers, bijvoorbeeld van de Waterbus, die al deze zomer vanuit Rotterdam en Dordrecht vaarexcursies verzorgt naar het Haringvliet en daar bestemmingen aandoet als Willemstad, Hellevoetsluis, Middelharnis en Stellendam. Natuureiland Tiengemeten krijgt er aan de oostkant zelfs een extra steiger bij, waar Waterbus en plezierbootjes kunnen aanleggen.
Niet alleen de natuur gaat dus van het project profiteren, de economie pikt eveneens graantjes mee, vooral de toerisme- en recreatiesector. Ook een plan voor markewoningen bij natuurgebied Meneerseplaat maakt deel uit van het Droomfondsproject Haringvliet.
Onderhandelingen met de visserijsector moeten leiden tot harmonie tussen economische belangen en de ecologische draagkracht van het gebied. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat de trekvissen, als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan, aan weerskanten van de Haringvlietdam ten prooi vallen aan intensieve visserij. Goede afspraken zijn broodnodig, zegt Duijndam, getuige het verhaal over een door Ark uitgezette gezenderde steur, die meerdere keren is opgevist. "Hij is wel weer teruggegooid, gelukkig."
Project Deltanatuur sneuvelde toen het Rijk het natuurbeleid afstootte naar de provincies en staatssecretaris Bleker het verbood nog langer landbouwgrond op te offeren voor nieuwe natuur. Na de decentralisatie kreeg provincie Zuid-Holland het beheer over de poldergrond.
"Er was veel weerstand tegen een natuurbestemming", zegt Angela Duijndam, "maar gemeente Goeree-Overflakkee zag wel in dat je bij een krimpende bevolking toch moet proberen reuring te houden op het eiland. Een natuurbestemming zou in ieder geval nieuwe kansen bieden op recreatief vlak."
Toen is, in 2012/2013, het 'Gebiedsproces Noordrand Goeree' gestart. "De vier partners in dit proces - provincie, gemeente, Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten - werden het eens over drie doelstellingen: natuurontwikkeling, windenergie en agrarische structuurversterking. Van de 500 hectare overheidsgrond kreeg 70 hectare een natuurbestemming, 430 hectare ging terug naar de agrariërs. Kavels konden herschikt worden zodat de boeren gunstiger bedrijfsomstandigheden kregen."
Van de oorspronkelijke 500 hectare deltanatuur bleef dus maar 70 hectare over. "Dat klopt, maar je kunt ook zeggen dat de boeren 70 hectare grond zijn kwijtgeraakt", antwoordt Duijndam diplomatiek. "Het is maar net van welke kant je het bekijkt."
De 70 hectare nieuw in te richten natuur, bekend als 'Blok de Wit', grenst aan het Zuiderdiep en het ten noorden daarvan gelegen natuurgebied Scheelhoek - een voormalige zandplaat in het Haringvliet. Blok de Wit, Zuiderdiep en Scheelhoek vormen straks een natuurlijk geheel: 'topnatuur' waarin gevaren, gefietst, gewandeld en gestruind kan worden.
Voor het zover is moet de landbouwgrond in Blok de Wit worden omgezet in natuur. Volgend jaar zomer wordt begonnen met het graven van kreken. Door Blok de Wit komt een fiets- en wandelpad. Een deel van de windmolens komt waarschijnlijk langs de zuidkant. "De boeren hadden ze graag in het Blok zelf gehad, naast Zuiderdiep/Scheelhoek, maar dat kan niet", zegt Duijndam, "want dat is Natura 2000-gebied."
De spuisluis van het Zuiderdiep bij de visafslag van Goeree spuit tot nu toe alleen naar buiten, zoet water richting de zee. Maar als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan, zal ook de Zuiderdiepsluis, als 'achterdeurtje' van de kier, hopelijk een stukje worden opengezet, vertelt Duijndam. "Met 'de hand aan de kraan' zal dan ook het water van het Zuiderdiep kunnen verbrakken, tot aan het einde van de Scheelhoek. We streven naar bescheiden intergetijdennatuur in Blok de Wit en de Scheelhoek, visvriendelijk, met dynamische overgangen van zout naar zoet en hoog naar laag."
Nu zijn de Korendijkse slikken nauwelijks begaanbaar, ook doordat het gebied tijdelijk is afgesloten vanwege werkzaamheden aan de dijk. De begroeiing staat manshoog, het pontje is gezonken, de uitkijkpost in elkaar gestort. "Vergane glorie", zegt Soede. Maar dat gaat veranderen. "We gaan de vrijkomende grond van de oevers gebruiken om de wandelpaden op te hogen.
Op de kop van het zuiden willen we een hoge uitkijktoren maken, vanwaar je het Haringvliet kunt overzien - dat gaat een end of the world- ervaring worden! Ook voorzieningen als goede informatiebordjes, een bankje en een fatsoenlijk parkeerterrein moeten het gebied toeristisch aantrekkelijker maken, want hoe meer toerisme, hoe groter het draagvlak voor natuurontwikkeling."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten