Over twee jaar gaan de Haringvlietsluizen op een kier en stroomt er voor
het eerst in 47 jaar weer zout water in het Haringvliet. Daardoor zal
er weer riet gaan groeien, komen er meer vissen en insecten en is er dus
meer voedsel voor vogels.
Ooit wemelde het in het Haringvliet - de naam zegt genoeg - van de jonge
Atlantische haring. Geboren op zee trokken de jonge haringlarfjes naar
de Haringvlietdelta, waar het zoete water van de riviermonding van Maas
en Rijn en het zoute water van de Noordzee elkaar ontmoetten. Daar, in
dat dynamische estuarium, groeiden ze op. Eenmaal volwassen kozen ze
weer het ruime sop, om te paaien.
Ook trekvissen als stekelbaars, spiering, elft, flint en iconische soorten als de Europese steur en Atlantische zalm kunnen estuaria voor hun levenscyclus niet missen. Bovenstrooms geboren op de rivieren zwemmen de jonge trekvissen de rivier af en verblijven ze langere tijd in de zoet-zout overgang om zich aan te passen aan het zoute zeewater. Volwassen geworden op zee, trekken ze weer de rivier op, om te paaien, weer via het estuarium maar nu om er te wennen aan het zoete rivierwater.
Aan dit drukke migratieverkeer en de levendigheid in dit opgroeigebied van jonge haring, sprot, spiering, rivierprik en zeebaars - een gedekte tafel voor andere (trek)vissen maar ook (trek)vogels - kwam plots een einde toen in 1971 de Haringvlietdam werd voltooid. De rivierdelta was hermetisch afgesloten van de zee; geen vis kon er meer in of uit, ze stootten hun neus tegen de dam. Het getij achter de dam verdween en het Haringvliet werd zoet. Als prijs voor een veilige kust, ging de dynamiek van de karakteristieke deltanatuur met haar unieke plant- en diersoorten verloren.
In de Korendijkse slikken bijvoorbeeld, een buitendijks natuurgebied van
ruim 400 hectare in de Hoeksche Waard, zijn door het wegvallen van de
getijdenwerking de voorheen flauwe oevers steil geworden. Het gebied
werd droger en zoeter waardoor riet en biezen verdwenen en plaats
maakten voor bomen, struikgewas en manshoge ruigtekruiden. De
vogelbevolking veranderde mee. Moerasvogels kwamen. Ganzen en eenden
bleven, maar van de steltlopers alleen de weidevogels, de kustvogels
zijn verdwenen.
Hoe mooi zou het zijn, als die verloren gegane dynamische deltanatuur weer terug zou keren in het Haringvliet? Dromen daarvan is zo onrealistisch niet meer, dankzij het Kierbesluit: in 2018 worden de Haringvlietsluizen op een kier gezet, wanneer de waterstand in het Haringvliet lager is dan op zee.
Openzetten
De situatie van voor 1971 komt niet terug, maar toch: zelfs een getijdeslag van slechts 30 centimeter heeft al een enorme impact op de natuur, weet Stefan Soede, projectleider bij Natuurmonumenten. In het beheerkantoor Haringvliet/Krammer Volkerak in Numansdorp vertellen hij en programmamanager Angela Duijndam hoe een gelegenheidscoalitie van Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Ark Natuurontwikkeling, Vogelbescherming Nederland en Sportvisserij Nederland, het Haringvliet gaat voorbereiden op het openzetten van de kier.
Een drieënhalf jaar durend megaproject wordt het, dat dankzij een
startkapitaal van 13,5 miljoen euro uit het Droomfonds van de
Postcodeloterij van de grond kan komen. De andere helft van de
projectkosten wordt gefinancierd door provincie Zuid-Holland, gemeente
Goeree-Overflakkee, de coalitiepartners zelf, Rijkswaterstaat.
En door ondernemers, bijvoorbeeld van de Waterbus, die al deze zomer vanuit Rotterdam en Dordrecht vaarexcursies verzorgt naar het Haringvliet en daar bestemmingen aandoet als Willemstad, Hellevoetsluis, Middelharnis en Stellendam. Natuureiland Tiengemeten krijgt er aan de oostkant zelfs een extra steiger bij, waar Waterbus en plezierbootjes kunnen aanleggen.
Niet alleen de natuur gaat dus van het project profiteren, de economie pikt eveneens graantjes mee, vooral de toerisme- en recreatiesector. Ook een plan voor markewoningen bij natuurgebied Meneerseplaat maakt deel uit van het Droomfondsproject Haringvliet.
Onderhandelingen met de visserijsector moeten leiden tot harmonie tussen economische belangen en de ecologische draagkracht van het gebied. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat de trekvissen, als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan, aan weerskanten van de Haringvlietdam ten prooi vallen aan intensieve visserij. Goede afspraken zijn broodnodig, zegt Duijndam, getuige het verhaal over een door Ark uitgezette gezenderde steur, die meerdere keren is opgevist. "Hij is wel weer teruggegooid, gelukkig."
Toen het Rijk begin deze eeuw nog substantieel geld uitgaf voor natuur,
lag er een veel groter plan klaar: project 'Deltanatuur', dat bedoeld
was als compensatie voor negatieve ontwikkelingen in de Waddenzee. De
overheid had voor dat doel onder andere 500 hectare landbouwgrond
aangekocht in de Zuiderdieppolders voor natuurontwikkeling.
Project Deltanatuur sneuvelde toen het Rijk het natuurbeleid afstootte naar de provincies en staatssecretaris Bleker het verbood nog langer landbouwgrond op te offeren voor nieuwe natuur. Na de decentralisatie kreeg provincie Zuid-Holland het beheer over de poldergrond.
"Er was veel weerstand tegen een natuurbestemming", zegt Angela Duijndam, "maar gemeente Goeree-Overflakkee zag wel in dat je bij een krimpende bevolking toch moet proberen reuring te houden op het eiland. Een natuurbestemming zou in ieder geval nieuwe kansen bieden op recreatief vlak."
Toen is, in 2012/2013, het 'Gebiedsproces Noordrand Goeree' gestart. "De vier partners in dit proces - provincie, gemeente, Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten - werden het eens over drie doelstellingen: natuurontwikkeling, windenergie en agrarische structuurversterking. Van de 500 hectare overheidsgrond kreeg 70 hectare een natuurbestemming, 430 hectare ging terug naar de agrariërs. Kavels konden herschikt worden zodat de boeren gunstiger bedrijfsomstandigheden kregen."
Van de oorspronkelijke 500 hectare deltanatuur bleef dus maar 70 hectare over. "Dat klopt, maar je kunt ook zeggen dat de boeren 70 hectare grond zijn kwijtgeraakt", antwoordt Duijndam diplomatiek. "Het is maar net van welke kant je het bekijkt."
Natuurlijk geheel
De 70 hectare nieuw in te richten natuur, bekend als 'Blok de Wit', grenst aan het Zuiderdiep en het ten noorden daarvan gelegen natuurgebied Scheelhoek - een voormalige zandplaat in het Haringvliet. Blok de Wit, Zuiderdiep en Scheelhoek vormen straks een natuurlijk geheel: 'topnatuur' waarin gevaren, gefietst, gewandeld en gestruind kan worden.
Voor het zover is moet de landbouwgrond in Blok de Wit worden omgezet in natuur. Volgend jaar zomer wordt begonnen met het graven van kreken. Door Blok de Wit komt een fiets- en wandelpad. Een deel van de windmolens komt waarschijnlijk langs de zuidkant. "De boeren hadden ze graag in het Blok zelf gehad, naast Zuiderdiep/Scheelhoek, maar dat kan niet", zegt Duijndam, "want dat is Natura 2000-gebied."
De spuisluis van het Zuiderdiep bij de visafslag van Goeree spuit tot nu toe alleen naar buiten, zoet water richting de zee. Maar als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan, zal ook de Zuiderdiepsluis, als 'achterdeurtje' van de kier, hopelijk een stukje worden opengezet, vertelt Duijndam. "Met 'de hand aan de kraan' zal dan ook het water van het Zuiderdiep kunnen verbrakken, tot aan het einde van de Scheelhoek. We streven naar bescheiden intergetijdennatuur in Blok de Wit en de Scheelhoek, visvriendelijk, met dynamische overgangen van zout naar zoet en hoog naar laag."
Ook aan de andere kant van het Haringvliet begint volgend jaar zomer het
natuurherstel. "De steile oevers van de kreken in natuurgebied de
Korendijkse slikken gaan we verflauwen", vertelt Stefan Soede. "Ook
willen we vispasseerbare drempels leggen in de kreken. Bij vloed kan het
water dan wel de kreken in maar er niet meer helemaal uit, bij eb
blijft een deel achter de drempels hangen. Door zo meer natuurlijke
omstandigheden te creëren, zal het ecosysteem veranderen. Er zal weer
riet gaan groeien op de flauwe oevers, er komen meer visjes en insecten
en daarmee meer voedsel voor vogels."
Nu zijn de Korendijkse slikken nauwelijks begaanbaar, ook doordat het gebied tijdelijk is afgesloten vanwege werkzaamheden aan de dijk. De begroeiing staat manshoog, het pontje is gezonken, de uitkijkpost in elkaar gestort. "Vergane glorie", zegt Soede. Maar dat gaat veranderen. "We gaan de vrijkomende grond van de oevers gebruiken om de wandelpaden op te hogen.
Op de kop van het zuiden willen we een hoge uitkijktoren maken, vanwaar je het Haringvliet kunt overzien - dat gaat een end of the world- ervaring worden! Ook voorzieningen als goede informatiebordjes, een bankje en een fatsoenlijk parkeerterrein moeten het gebied toeristisch aantrekkelijker maken, want hoe meer toerisme, hoe groter het draagvlak voor natuurontwikkeling."
Deltanatuur
In 2018 gaan de Haringvlietsluizen op een kier en stroomt er voor het
eerst in 47 jaar weer zout water in het Haringvliet. Achter de dam wordt
de natuur voorbereid op brak water en bescheiden extra getij.
Ook trekvissen als stekelbaars, spiering, elft, flint en iconische soorten als de Europese steur en Atlantische zalm kunnen estuaria voor hun levenscyclus niet missen. Bovenstrooms geboren op de rivieren zwemmen de jonge trekvissen de rivier af en verblijven ze langere tijd in de zoet-zout overgang om zich aan te passen aan het zoute zeewater. Volwassen geworden op zee, trekken ze weer de rivier op, om te paaien, weer via het estuarium maar nu om er te wennen aan het zoete rivierwater.
Aan dit drukke migratieverkeer en de levendigheid in dit opgroeigebied van jonge haring, sprot, spiering, rivierprik en zeebaars - een gedekte tafel voor andere (trek)vissen maar ook (trek)vogels - kwam plots een einde toen in 1971 de Haringvlietdam werd voltooid. De rivierdelta was hermetisch afgesloten van de zee; geen vis kon er meer in of uit, ze stootten hun neus tegen de dam. Het getij achter de dam verdween en het Haringvliet werd zoet. Als prijs voor een veilige kust, ging de dynamiek van de karakteristieke deltanatuur met haar unieke plant- en diersoorten verloren.
Hoe mooi zou het zijn, als die verloren gegane dynamische deltanatuur weer terug zou keren in het Haringvliet? Dromen daarvan is zo onrealistisch niet meer, dankzij het Kierbesluit: in 2018 worden de Haringvlietsluizen op een kier gezet, wanneer de waterstand in het Haringvliet lager is dan op zee.
Openzetten
De situatie van voor 1971 komt niet terug, maar toch: zelfs een getijdeslag van slechts 30 centimeter heeft al een enorme impact op de natuur, weet Stefan Soede, projectleider bij Natuurmonumenten. In het beheerkantoor Haringvliet/Krammer Volkerak in Numansdorp vertellen hij en programmamanager Angela Duijndam hoe een gelegenheidscoalitie van Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Ark Natuurontwikkeling, Vogelbescherming Nederland en Sportvisserij Nederland, het Haringvliet gaat voorbereiden op het openzetten van de kier.
En door ondernemers, bijvoorbeeld van de Waterbus, die al deze zomer vanuit Rotterdam en Dordrecht vaarexcursies verzorgt naar het Haringvliet en daar bestemmingen aandoet als Willemstad, Hellevoetsluis, Middelharnis en Stellendam. Natuureiland Tiengemeten krijgt er aan de oostkant zelfs een extra steiger bij, waar Waterbus en plezierbootjes kunnen aanleggen.
Niet alleen de natuur gaat dus van het project profiteren, de economie pikt eveneens graantjes mee, vooral de toerisme- en recreatiesector. Ook een plan voor markewoningen bij natuurgebied Meneerseplaat maakt deel uit van het Droomfondsproject Haringvliet.
Onderhandelingen met de visserijsector moeten leiden tot harmonie tussen economische belangen en de ecologische draagkracht van het gebied. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat de trekvissen, als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan, aan weerskanten van de Haringvlietdam ten prooi vallen aan intensieve visserij. Goede afspraken zijn broodnodig, zegt Duijndam, getuige het verhaal over een door Ark uitgezette gezenderde steur, die meerdere keren is opgevist. "Hij is wel weer teruggegooid, gelukkig."
Project Deltanatuur sneuvelde toen het Rijk het natuurbeleid afstootte naar de provincies en staatssecretaris Bleker het verbood nog langer landbouwgrond op te offeren voor nieuwe natuur. Na de decentralisatie kreeg provincie Zuid-Holland het beheer over de poldergrond.
"Er was veel weerstand tegen een natuurbestemming", zegt Angela Duijndam, "maar gemeente Goeree-Overflakkee zag wel in dat je bij een krimpende bevolking toch moet proberen reuring te houden op het eiland. Een natuurbestemming zou in ieder geval nieuwe kansen bieden op recreatief vlak."
Toen is, in 2012/2013, het 'Gebiedsproces Noordrand Goeree' gestart. "De vier partners in dit proces - provincie, gemeente, Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten - werden het eens over drie doelstellingen: natuurontwikkeling, windenergie en agrarische structuurversterking. Van de 500 hectare overheidsgrond kreeg 70 hectare een natuurbestemming, 430 hectare ging terug naar de agrariërs. Kavels konden herschikt worden zodat de boeren gunstiger bedrijfsomstandigheden kregen."
Van de oorspronkelijke 500 hectare deltanatuur bleef dus maar 70 hectare over. "Dat klopt, maar je kunt ook zeggen dat de boeren 70 hectare grond zijn kwijtgeraakt", antwoordt Duijndam diplomatiek. "Het is maar net van welke kant je het bekijkt."
De 70 hectare nieuw in te richten natuur, bekend als 'Blok de Wit', grenst aan het Zuiderdiep en het ten noorden daarvan gelegen natuurgebied Scheelhoek - een voormalige zandplaat in het Haringvliet. Blok de Wit, Zuiderdiep en Scheelhoek vormen straks een natuurlijk geheel: 'topnatuur' waarin gevaren, gefietst, gewandeld en gestruind kan worden.
Voor het zover is moet de landbouwgrond in Blok de Wit worden omgezet in natuur. Volgend jaar zomer wordt begonnen met het graven van kreken. Door Blok de Wit komt een fiets- en wandelpad. Een deel van de windmolens komt waarschijnlijk langs de zuidkant. "De boeren hadden ze graag in het Blok zelf gehad, naast Zuiderdiep/Scheelhoek, maar dat kan niet", zegt Duijndam, "want dat is Natura 2000-gebied."
De spuisluis van het Zuiderdiep bij de visafslag van Goeree spuit tot nu toe alleen naar buiten, zoet water richting de zee. Maar als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan, zal ook de Zuiderdiepsluis, als 'achterdeurtje' van de kier, hopelijk een stukje worden opengezet, vertelt Duijndam. "Met 'de hand aan de kraan' zal dan ook het water van het Zuiderdiep kunnen verbrakken, tot aan het einde van de Scheelhoek. We streven naar bescheiden intergetijdennatuur in Blok de Wit en de Scheelhoek, visvriendelijk, met dynamische overgangen van zout naar zoet en hoog naar laag."
Nu zijn de Korendijkse slikken nauwelijks begaanbaar, ook doordat het gebied tijdelijk is afgesloten vanwege werkzaamheden aan de dijk. De begroeiing staat manshoog, het pontje is gezonken, de uitkijkpost in elkaar gestort. "Vergane glorie", zegt Soede. Maar dat gaat veranderen. "We gaan de vrijkomende grond van de oevers gebruiken om de wandelpaden op te hogen.
Op de kop van het zuiden willen we een hoge uitkijktoren maken, vanwaar je het Haringvliet kunt overzien - dat gaat een end of the world- ervaring worden! Ook voorzieningen als goede informatiebordjes, een bankje en een fatsoenlijk parkeerterrein moeten het gebied toeristisch aantrekkelijker maken, want hoe meer toerisme, hoe groter het draagvlak voor natuurontwikkeling."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten