donderdag 28 september 2017

''Of er is een weg. Of ik vind een weg. Of ik maak een weg.''


Greenpeace

Alarm voor de Noordpool. De zo ‘groene’ Noorse overheid laat nieuwe oliebronnen aanboren in het Noordpoolgebied. Ons protest werd door de Noorse kustwacht afgekapt. Maar we geven niet op! Als we van de Zuidpool beschermd gebied kunnen maken, dan moet dat met de Noordpool ook lukken. Help de Noordpool beschermen, juist nu.
»Steun ons nu een jaar lang via Climate Force
Greenpeace vindt het onbegrijpelijk dat er niet wordt ingegrepen. Met jouw steun aan Climate Force kunnen wij wél in actie komen. Gesteund door supporters zoals jij wisten we van de Zuidpool al een beschermd gebied te maken. Sinds vorig jaar heeft Antarctica zelfs het grootste zeenatuurgebied ter wereld.
»Word 12 maanden lang klimaatheld (na een jaar stopt je donatie automatisch)

Jan Wolkers Prijs 2017

 

Nog vijf boeken doen mee in de strijd om de Jan Wolkers Prijs 2017 voor het beste Nederlandse natuurboek. Genomineerd zijn: Wilde apen van Frank Berendse, Dieren met toekomstplannen van Frans van der Helm, Veluwe van Dirk Hilbers, De kinderen van de nacht van Dik van der Meulen en Vogels op de cm2 van Peter Müller. De jury noemt het aanbod sterk en gevarieerd. De prijsuitreiking is op zondag 15 oktober.

vrijdag 1 september 2017

''Dans met je hart en je voeten zullen volgen.'


Expositie Modeontwerper Walter Van Beirendonck maakte een tentoonstelling over maskers. Tribale maskers worden gecombineerd met westerse maskers.

Je verandert je identiteit met een masker’

Walter Van Beirendonck: Welcome Little Stranger, 1997 Foto Scott Trindle
Walter Van Beirendonck (60) grijpt met een hand naar zijn woeste baard. „Ja, zo’n lange baard is al een half masker. Ik ben verlegen, voel me snel ongemakkelijk onder mensen. Met die baard heb ik een buffer gecreëerd die deel is gaan uitmaken van mijn imago. Zo verschuil ik me een beetje.”
De modeontwerper uit Antwerpen is gastconservator en inrichter van Power Mask, een eigenzinnige en bijzonder vormgegeven tentoonstelling over maskers in het Wereldmuseum Rotterdam. Samen met kunsthistoricus Alexandra van Dongen en antropoloog Sonja Wijs bracht Van Beirendonck honderden maskers uit tal van culturen en tijden bijeen.
Tribale maskers uit Afrika en Oceanië, afkomstig uit de collecties van wereldmusea, worden gecombineerd met westerse maskers, creaties van modeontwerpers en werk van hedendaagse kunstenaars. De bezoeker stapt voortdurend van de ene wereld in de andere, zegt Van Beirendonck. „Het is een visuele douche, die je genietend kunt ondergaan.”
Van Beirendonck denkt allerminst als een klassiek antropoloog; ordenen en classificeren, daar is hij niet op uit. Toch is het niet vreemd dat het Wereldmuseum vorig jaar juist hem heeft uitgenodigd als gastconservator voor een tentoonstelling over de kracht van maskers. Niet alleen zijn maskers een terugkerend thema in het oeuvre van Van Beirendonck, vanaf het begin van zijn loopbaan heeft hij invloeden uit tribale kunst verwerkt in zijn creaties.
De leeuwenmanenkragen rond de hoofden van Masai-krijgers, de maskers van de Bozo, de cilindervormige ogen van de dansmaskers van de Tolai uit Nieuw-Brittannië, de maskers van de Yupik, een Inuitvolk – de lijst met etnografische referenties in de collecties van Van Beirendonck is lang.
Niet voor niets noemde schrijver Tijs Goldschmidt hem in deze krant een „Antwerpse Papoea”. Goldschmidt vroeg zich af hoe het er in het hoofd van Van Beirendonck aan toegaat: „Het zou me niet verbazen als er in zijn verbeelding regelmatig Oceaniërs of Papoea’s met ufo’s landen in Antwerpen om zich daar te mengen tussen buitenaardse wezens, stripfiguren en gestileerde sm-georiënteerden.”

Kleurrijk, blijmakend, gedurfd

De tentoonstelling Power Mask is zoals Van Beirendoncks mode: kleurrijk, gedurfd, blijmakend en vol culturele referenties. Voor de inrichting koos hij voor installatie-achtige presentaties. Met semi-antieke vitrinekasten in felle kleuren, waarin een pestmasker wordt gepresenteerd naast een Duits ijzeren Schandmaske uit 1700 en een futuristisch masker van Maiko Takeda dat door de IJslandse zangeres Björk werd gedragen. Door de tentoonstelling zwerven gemaskerde en gekostumeerde mannequinpoppen, die soms zijn neergestreken op een Rietveld-stoel of een andere designklassieker.
Voor de aankleding van de zalen worden fotografie en beeldende kunst vaak als uitgangspunt gebruikt. Op een muurschildering met lichaamsvormen, gemaakt door de Amerikaanse kunstenaar Brian Kenny – volgens Van Beirendonck „de nieuwe Keith Haring” – hangen zestig maskers. In een andere zaal dienen blow-ups van oude foto’s als ondergrond. Bijvoorbeeld de vijftig jaar oude cover van het Franse tijdschrift Paris Match, waarop acht verzamelaars aan een tafel zijn geportretteerd met een Afrikaans masker voor hun gezicht. Een historisch belangrijke foto, die als illustratie diende bij een artikel over een tentoonstelling in het Grand Palais in Parijs, een van de eerste plekken in het Westen waar tribale kunst als een volwaardige kunstvorm werd gepresenteerd.
Van Beirendonck hing over een aantal foto’s van maskers vergelijkbare echte maskers. En de samenstellers selecteerden foto’s die laten zien hoezeer kunstenaars als Picasso, Man Ray en André Breton het niet-westerse masker begin vorige eeuw omarmden. Van Beirendonck herkent zich in hun enthousiasme: „Zij vielen voor de beeldtaal van die maskers en hadden geen idee waarvoor ze oorspronkelijk waren gebruikt. Zo is het bij mij ook: ik reageer spontaan op de bijzondere vormen. Daarna pas ga ik uitzoeken waar die maskers vandaan komen en waarvoor ze dienden.”
Foto Ronald Stoops
De beeldtaal van etnografica en de ‘westerse blik’ als uitgangspunt voor een tentoonstelling is een keuze die tegenwoordig gevoelig ligt.
Activistische groepen uit sommige landen van herkomst, de zogenoemde source communities, bestempelen dat sinds enige tijd als een nieuwe vorm van kolonisatie. Sommige musea zijn de critici tegemoetgekomen en hebben protocollen opgesteld voor de omgang met de koloniale geschiedenis en het bijbehorende erfgoed. Ze betrekken source communities bij de samenstelling van tentoonstellingen, en in het kader van de ‘dekolonisatie’ worden ook regelmatig objecten ‘teruggegeven’ aan musea in Afrika, Oceanië en de Verenigde Staten.

Worstelen met moreel kompas

De meeste etnografische musea worstelen met hun voorgeschiedenis en hun morele kompas, zegt conservator Alexandra van Dongen. Bij Power Mask hebben alle maskers tekst en uitleg gekregen over herkomst en gebruik. Maar verder hebben de samenstellers ervoor gekozen de etnografische objecten vanuit een artistieke invalshoek te presenteren.
Van Dongen: „Het etnografisch museum is een koloniaal en eurocentrisch fenomeen. Als je morele kompas een bepaalde kant uitgaat, is de uiterste consequentie dat je het etnografisch museum sluit. Dit Wereldmuseum met zijn fantastische collectie en archief was op sterven na dood. Met Power Mask gaan we met respect op zoek naar een open en meervoudige benadering van de verzameling.”
Inhoudelijk is de associatieve opzet van Power Mask ook goed te verdedigen, zegt Van Dongen: „Tribale maskers hebben nou eenmaal een tweede leven gekregen in andere werelden, bijvoorbeeld in kunstenaarskringen in Parijs aan het begin van de twintigste eeuw. Bovendien zijn sommige etnografische maskers ontstaan in een sfeer van toerisme of gemaakt in opdracht van handelaren. Wat is authenticiteit? Je kunt niet alles heilig verklaren. Dat strookt niet met de historische werkelijkheid.”

Beeldtaal van voorouders

Van Beirendonck was zich tot voor kort niet bewust van deze gevoeligheden. Hij kreeg de afgelopen decennia nooit kritiek op de etnografische invloeden in zijn modecollecties. Twee jaar geleden zag hij wel hoe het Britse merk KTZ onder vuur werd genomen door de Inuit-gemeenschap. De aanleiding was een grote print die nogal letterlijk van het Canadese Inuit-volk was gekopieerd. De beeldtaal van hun voorouders overnemen, dat kon niet.
Zelf verdiept hij zich al lang in tribale rituelen: „Ik doe constant onderzoek naar folkloristische en etnografische collecties. In mijn eigen collecties heb ik altijd geprobeerd actuele vertalingen te maken van die impressies. De manier waarop stammen op Papoea-Nieuw-Guinea maskers gebruiken om van gedaante te veranderen, houdt hem al decennia bezig: „Je verandert je identiteit niet door een handschoen aan te trekken. Maar wél met een masker.”
Vorm: Koen Smeets

Large pirogue - Ewe - Togo


Estimated age: between 1950 and 1960 - Pirogue of collection - Of a large size, in good condition

Ethnic group: ÉWÉ / EHWE.
Country of origin: Togo.
Estimated age: between 1950 and 1960.
Main material: wood.
Aspect of surface: crusty.
Apparent condition: Good condition.
State of preservation: in its original condition.
Dimensions, in cm: 47 x 28 x 28 cm.
Weight, in grams: 2695 grams.

For the ÉWÉ, the turtle is the symbol of calm and temperance.


The ÉWÉ are a people of Western Africa, mainly established in the Southeast of Ghana and in the South of Togo (where they form the majority of the population), and also in the Southwest of Benin. They speak the Éwé language.


The ÉWÉ (Eibe, Ehwe, Eve, Vhe, Krepe, Krepi, Popo) originate from the Notsé, from where they spread throughout the southern region. They dispersed in 3 directions. In the North they founded, among other things, the cities of Kpalimé and Agou, in the South they built the town of Tsévié, and towards the sunset they gave birth to the city of Ho (Ghana). A 4th group left the town of Notsé later and settled in the Southeast to give birth to the country of Ouatchi.


Foreigners often mistake this ethnic group with the MINA who form a minority group in Southern Togo. That is why in many references made to the life of the Togolese, including the ones given by foreign journalists, the word Mina is often used erroneously in place of the term Éwé.

De eerste bomen blozen in herfstkleuren, de eerste eikels vallen. De zon is nog warm. Een ode aan september / Trouw

Waarom september een prachtige maand is
Natuurdagboek
Het mag dan nog een paar weken zomer heten, in de natuur is de herfst allang begonnen. 
De meeste planten zijn uitgebloeid, de meeste vogels uitgebroed. Er bloeien nog planten en er broeden nog vogels, maar ze zijn over hun groeispurt respectievelijk broedpiek heen. Veel vogels trekken reeds zuidwaarts. Insecten hebben hun piek ook achter de rug. De eerste bomen blozen in herfstkleuren, de eerste eikels vallen.
De zon is nog warm, maar staat een stuk lager dan we gewend waren en het wordt al om half negen donker. Gelukkig kunnen we dankzij de klimaatverandering op zonnige dagen tot in december buiten zitten. In september komen zelfs zwoele avonden in toenemende mate voor en ook los daarvan is september een prachtige maand.
Het lage licht dat door het groen, geel en rode kleurenpalet schijnt, over het rijpe mos strijkt en bedauwde spinnenwebben doet glinsteren... Kom daar eens in een andere maand om! Die spinnen zijn nu massaal aanwezig en ook veel ander leven is er nog in overvloed. Sommige dagvlinders zijn aan hun nieuwe generatie bezig, sommige zweefvliegen, juffers en libellen vliegen onbekommerd rond. Herfstasters en -tijlozen komen tot bloei en overal schieten paddenstoelen uit de grond. Herfstspanners, een nachtvlindersoort, bereiden hun verpopping voor.
Vogels zijn er nu juist veel, want ook al zijn de gierzwaluwen, grutto's en koekoeken grotendeels vertrokken, uit het oosten en noorden trekken vogels met zwermen tegelijk binnen. Sommige zijn op doorreis, andere blijven de winter bij ons.
Afgezien van die seizoensmigranten zijn er ook meer standvogels, onze vaste bewoners, dan een half jaar geleden. Zij hebben intussen een nieuwe generatie opgevoed. Van spreeuwen zijn er nu zeker twee keer zoveel. De helft van hen gaat komende winter ook weer dood, trouwens, maar zullen we daarover onze tranen niet laten biggelen voor het zover is?

In Jemen voltrekt zich 's werelds grootste humanitaire ramp

In Jemen voltrekt zich 's werelds grootste humanitaire ramp Bombardementen, hongersnood en ziekten: de oorlog in Jemen zorgt voor buitengewoon veel leed. En islamitische terroristen winnen terrein