even (3 weken) in Nieuw Zeeland / 3 weeks (only!) in New Zealand / 3 semaines seulement (hélàs!) en Nouvelle Zélande!....
en dan / nu alles en nog wat / des choses et d'autres ensuite / allerlei dann bzw. jetzt / other things which now matter (to me!)
Alarm
voor de Noordpool. De zo ‘groene’ Noorse overheid laat nieuwe
oliebronnen aanboren in het Noordpoolgebied. Ons protest werd door de
Noorse kustwacht afgekapt. Maar we geven niet op! Als we van de Zuidpool
beschermd gebied kunnen maken, dan moet dat met de Noordpool ook
lukken. Help de Noordpool beschermen, juist nu.
Het
was een onbegrijpelijke beslissing. Een paar dagen voor het tekenen van
het klimaatakkoord gaf de Noorse regering voor het eerst in 20 jaar
nieuwe stukken Noordpoolgebied vrij voor olieboringen. Daardoor kon
oliegigant Statoil deze zomer noordelijker dan ooit naar olie boren.
Olie die we voor een veilig klimaat niet eens meer mogen verstoken! Met
voorbedachte rade zet de Noorse regering het leven in het
Noordpoolgebied en het klimaat verder op het spel. Al 8 miljoen mensen
tekenden voor bescherming van het Noordpoolgebied.
De
hoeveelheid ijs op de Noordpool neemt al jarenlang gestaag af. Hoe
harder het Noordpoolijs smelt, hoe sneller onze atmosfeer opwarmt.
Oliemaatschappijen als Statoil en Gazprom juichen: minder ijs betekent
meer toegang voor hun boortorens tot ongerept gebied met nieuwe olie- en
gasbronnen. Nu, aan het eind van de zomer, is de Noordpool het meest
kwetsbaar.
Greenpeace
vindt het onbegrijpelijk dat er niet wordt ingegrepen. Met jouw steun
aan Climate Force kunnen wij wél in actie komen. Gesteund door
supporters zoals jij wisten we van de Zuidpool al een beschermd gebied
te maken. Sinds vorig jaar heeft Antarctica zelfs het grootste
zeenatuurgebied ter wereld.
Nog vijf boeken doen mee in de strijd om de Jan Wolkers Prijs 2017 voor het beste Nederlandse natuurboek. Genomineerd zijn: Wilde apen van Frank Berendse, Dieren met toekomstplannen van Frans van der Helm, Veluwe van Dirk Hilbers, De kinderen van de nacht van Dik van der Meulen en Vogels op de cm2 van Peter Müller. De jury noemt het aanbod sterk en gevarieerd. De prijsuitreiking is op zondag 15 oktober.
Walter Van Beirendonck: Welcome Little Stranger, 1997
Foto Scott Trindle
Walter Van Beirendonck (60) grijpt met een hand naar zijn woeste
baard. „Ja, zo’n lange baard is al een half masker. Ik ben verlegen,
voel me snel ongemakkelijk onder mensen. Met die baard heb ik een buffer
gecreëerd die deel is gaan uitmaken van mijn imago. Zo verschuil ik me
een beetje.”
De modeontwerper uit Antwerpen is gastconservator en inrichter van Power Mask,
een eigenzinnige en bijzonder vormgegeven tentoonstelling over maskers
in het Wereldmuseum Rotterdam. Samen met kunsthistoricus Alexandra van
Dongen en antropoloog Sonja Wijs bracht Van Beirendonck honderden
maskers uit tal van culturen en tijden bijeen.
Tribale maskers uit Afrika en Oceanië, afkomstig uit de collecties
van wereldmusea, worden gecombineerd met westerse maskers, creaties van
modeontwerpers en werk van hedendaagse kunstenaars. De bezoeker stapt
voortdurend van de ene wereld in de andere, zegt Van Beirendonck. „Het
is een visuele douche, die je genietend kunt ondergaan.”
Van Beirendonck denkt allerminst als een klassiek antropoloog;
ordenen en classificeren, daar is hij niet op uit. Toch is het niet
vreemd dat het Wereldmuseum vorig jaar juist hem heeft uitgenodigd als
gastconservator voor een tentoonstelling over de kracht van maskers.
Niet alleen zijn maskers een terugkerend thema in het oeuvre van Van
Beirendonck, vanaf het begin van zijn loopbaan heeft hij invloeden uit
tribale kunst verwerkt in zijn creaties.
De leeuwenmanenkragen rond de hoofden van Masai-krijgers, de maskers
van de Bozo, de cilindervormige ogen van de dansmaskers van de Tolai uit
Nieuw-Brittannië, de maskers van de Yupik, een Inuitvolk – de lijst
met etnografische referenties in de collecties van Van Beirendonck is
lang.
Niet voor niets noemde schrijver Tijs Goldschmidt hem in deze krant
een „Antwerpse Papoea”. Goldschmidt vroeg zich af hoe het er in het
hoofd van Van Beirendonck aan toegaat: „Het zou me niet verbazen als er
in zijn verbeelding regelmatig Oceaniërs of Papoea’s met ufo’s landen in
Antwerpen om zich daar te mengen tussen buitenaardse wezens,
stripfiguren en gestileerde sm-georiënteerden.”
Kleurrijk, blijmakend, gedurfd
De tentoonstelling Power Mask is zoals Van Beirendoncks mode:
kleurrijk, gedurfd, blijmakend en vol culturele referenties. Voor de
inrichting koos hij voor installatie-achtige presentaties. Met
semi-antieke vitrinekasten in felle kleuren, waarin een pestmasker wordt
gepresenteerd naast een Duits ijzeren Schandmaske uit 1700 en
een futuristisch masker van Maiko Takeda dat door de IJslandse zangeres
Björk werd gedragen. Door de tentoonstelling zwerven gemaskerde en
gekostumeerde mannequinpoppen, die soms zijn neergestreken op een
Rietveld-stoel of een andere designklassieker.
Voor de aankleding van de zalen worden fotografie en beeldende kunst
vaak als uitgangspunt gebruikt. Op een muurschildering met
lichaamsvormen, gemaakt door de Amerikaanse kunstenaar Brian Kenny –
volgens Van Beirendonck „de nieuwe Keith Haring” – hangen zestig
maskers. In een andere zaal dienen blow-ups van oude foto’s als
ondergrond. Bijvoorbeeld de vijftig jaar oude cover van het Franse
tijdschrift Paris Match, waarop acht verzamelaars aan een tafel
zijn geportretteerd met een Afrikaans masker voor hun gezicht. Een
historisch belangrijke foto, die als illustratie diende bij een artikel
over een tentoonstelling in het Grand Palais in Parijs, een van de
eerste plekken in het Westen waar tribale kunst als een volwaardige
kunstvorm werd gepresenteerd.
Van Beirendonck hing over een aantal foto’s van maskers
vergelijkbare echte maskers. En de samenstellers selecteerden foto’s
die laten zien hoezeer kunstenaars als Picasso, Man Ray en André Breton
het niet-westerse masker begin vorige eeuw omarmden. Van Beirendonck
herkent zich in hun enthousiasme: „Zij vielen voor de beeldtaal van die
maskers en hadden geen idee waarvoor ze oorspronkelijk waren gebruikt.
Zo is het bij mij ook: ik reageer spontaan op de bijzondere vormen.
Daarna pas ga ik uitzoeken waar die maskers vandaan komen en waarvoor ze
dienden.”
Foto Ronald Stoops
De beeldtaal van etnografica en de ‘westerse blik’ als uitgangspunt
voor een tentoonstelling is een keuze die tegenwoordig gevoelig ligt.
Activistische groepen uit sommige landen van herkomst, de zogenoemde source communities,
bestempelen dat sinds enige tijd als een nieuwe vorm van kolonisatie.
Sommige musea zijn de critici tegemoetgekomen en hebben protocollen
opgesteld voor de omgang met de koloniale geschiedenis en het
bijbehorende erfgoed. Ze betrekken source communities bij de
samenstelling van tentoonstellingen, en in het kader van de
‘dekolonisatie’ worden ook regelmatig objecten ‘teruggegeven’ aan musea
in Afrika, Oceanië en de Verenigde Staten.
Worstelen met moreel kompas
De meeste etnografische musea worstelen met hun voorgeschiedenis en
hun morele kompas, zegt conservator Alexandra van Dongen. Bij Power Mask
hebben alle maskers tekst en uitleg gekregen over herkomst en gebruik.
Maar verder hebben de samenstellers ervoor gekozen de etnografische
objecten vanuit een artistieke invalshoek te presenteren.
Van Dongen: „Het etnografisch museum is een koloniaal en
eurocentrisch fenomeen. Als je morele kompas een bepaalde kant uitgaat,
is de uiterste consequentie dat je het etnografisch museum sluit. Dit
Wereldmuseum met zijn fantastische collectie en archief was op sterven
na dood. Met Power Mask gaan we met respect op zoek naar een open en meervoudige benadering van de verzameling.”
Inhoudelijk is de associatieve opzet van Power Mask ook goed
te verdedigen, zegt Van Dongen: „Tribale maskers hebben nou eenmaal een
tweede leven gekregen in andere werelden, bijvoorbeeld in
kunstenaarskringen in Parijs aan het begin van de twintigste eeuw.
Bovendien zijn sommige etnografische maskers ontstaan in een sfeer van
toerisme of gemaakt in opdracht van handelaren. Wat is authenticiteit?
Je kunt niet alles heilig verklaren. Dat strookt niet met de historische
werkelijkheid.”
Beeldtaal van voorouders
Van Beirendonck was zich tot voor kort niet bewust van deze
gevoeligheden. Hij kreeg de afgelopen decennia nooit kritiek op de
etnografische invloeden in zijn modecollecties. Twee jaar geleden zag
hij wel hoe het Britse merk KTZ onder vuur werd genomen door de
Inuit-gemeenschap. De aanleiding was een grote print die nogal
letterlijk van het Canadese Inuit-volk was gekopieerd. De beeldtaal van
hun voorouders overnemen, dat kon niet.
Zelf verdiept hij zich al lang in tribale rituelen: „Ik doe constant
onderzoek naar folkloristische en etnografische collecties. In mijn
eigen collecties heb ik altijd geprobeerd actuele vertalingen te maken
van die impressies. De manier waarop stammen op Papoea-Nieuw-Guinea
maskers gebruiken om van gedaante te veranderen, houdt hem al decennia
bezig: „Je verandert je identiteit niet door een handschoen aan te
trekken. Maar wél met een masker.”
Estimated age: between 1950 and 1960 - Pirogue of collection - Of a large size, in good condition
Ethnic group: ÉWÉ / EHWE.
Country of origin: Togo.
Estimated age: between 1950 and 1960.
Main material: wood.
Aspect of surface: crusty.
Apparent condition: Good condition.
State of preservation: in its original condition.
Dimensions, in cm: 47 x 28 x 28 cm.
Weight, in grams: 2695 grams.
For the ÉWÉ, the turtle is the symbol of calm and temperance.
The ÉWÉ are a people of Western Africa, mainly established in the
Southeast of Ghana and in the South of Togo (where they form the
majority of the population), and also in the Southwest of Benin. They
speak the Éwé language.
The ÉWÉ (Eibe, Ehwe, Eve, Vhe, Krepe, Krepi, Popo) originate from
the Notsé, from where they spread throughout the southern region. They
dispersed in 3 directions. In the North they founded, among other
things, the cities of Kpalimé and Agou, in the South they built the town
of Tsévié, and towards the sunset they gave birth to the city of Ho
(Ghana). A 4th group left the town of Notsé later and settled in the
Southeast to give birth to the country of Ouatchi.
Foreigners often mistake this ethnic group with the MINA who form a
minority group in Southern Togo. That is why in many references made to
the life of the Togolese, including the ones given by foreign
journalists, the word Mina is often used erroneously in place of the
term Éwé.
Het mag dan nog een paar weken zomer heten, in de natuur is de herfst allang begonnen.
De
meeste planten zijn uitgebloeid, de meeste vogels uitgebroed. Er
bloeien nog planten en er broeden nog vogels, maar ze zijn over hun
groeispurt respectievelijk broedpiek heen. Veel vogels trekken reeds
zuidwaarts. Insecten hebben hun piek ook achter de rug. De eerste bomen
blozen in herfstkleuren, de eerste eikels vallen.
De
zon is nog warm, maar staat een stuk lager dan we gewend waren en het
wordt al om half negen donker. Gelukkig kunnen we dankzij de
klimaatverandering op zonnige dagen tot in december buiten zitten. In
september komen zelfs zwoele avonden in toenemende mate voor en ook los
daarvan is september een prachtige maand.
Het
lage licht dat door het groen, geel en rode kleurenpalet schijnt, over
het rijpe mos strijkt en bedauwde spinnenwebben doet glinsteren... Kom
daar eens in een andere maand om! Die spinnen zijn nu massaal aanwezig
en ook veel ander leven is er nog in overvloed. Sommige dagvlinders zijn
aan hun nieuwe generatie bezig, sommige zweefvliegen, juffers en
libellen vliegen onbekommerd rond. Herfstasters en -tijlozen komen tot
bloei en overal schieten paddenstoelen uit de grond. Herfstspanners, een
nachtvlindersoort, bereiden hun verpopping voor.
Vogels
zijn er nu juist veel, want ook al zijn de gierzwaluwen, grutto's en
koekoeken grotendeels vertrokken, uit het oosten en noorden trekken
vogels met zwermen tegelijk binnen. Sommige zijn op doorreis, andere
blijven de winter bij ons.
Afgezien van
die seizoensmigranten zijn er ook meer standvogels, onze vaste
bewoners, dan een half jaar geleden. Zij hebben intussen een nieuwe
generatie opgevoed. Van spreeuwen zijn er nu zeker twee keer zoveel. De
helft van hen gaat komende winter ook weer dood, trouwens, maar zullen
we daarover onze tranen niet laten biggelen voor het zover is?