Jan van Aken
De afvallige
Jan
van Aken (1961) schreef eerder vijf goed ontvangen historische romans.
In 'De afvallige' maakt hij het de lezer niet gemakkelijk. Het
gecompliceerde verhaal over een volksverhuizing, godsdienststrijd,
moord, machtspelletjes, de jacht op een moordenaar en de invloed van
gewone mensen op de loop van de geschiedenis speelt in het laat-Romeinse
rijk tussen 360 en 395. Veel personages, veel verhaallijnen, veel
tijdssprongen, veel vreemde woorden en historische begrippen vergen van
de lezer de uiterste aandacht, groot inlevingsvermogen, een goed
geheugen en liefst een stevig historisch referentiekader. Van Aken is
geen bijzonder literair stilist (soms ronduit slordig) en zijn
personages hebben niet alle even veel diepgang, maar hij weet een
spannend verhaal te vertellen (al had het geheel beknopter gemogen) en
een consistent tijdsbeeld op te roepen. Een onmodieus boek, met grote
eruditie geschreven en slim gecomponeerd, voor liefhebbers van spanning
en historie. Normale druk.
|
Saskia De Coster
Wij en ik
Deze
roman gaat over de welgestelde familie Vandersanden, die in een
villawijkje op een berg in Vlaanderen woont. Het is een wat vreemde
familie, met mislukte mannen, manische huisvrouwen en getroebleerde
tieners. In het verhaal worden vader Stefaan, moeder Mieke en dochter
Sarah gevolgd. Het wordt al snel duidelijk dat Stefaan bezig is zijn
eigen ondergang te bewerkstelligen en het is vooral Sarah die
achtervolgd wordt door de neerslachtigheid van haar familie. In Amerika,
waar ze naartoe reist na de dood van haar vader, probeert ze zich
hieraan te ontworstelen. De zesde roman van Saskia de Coster (1976), en
ook hier houdt ze haar scherpe, beeldende en soms bevreemdende
schrijfstijl vast. In Vlaanderen wordt ze inmiddels tot de grootste
schrijvers van het land gerekend, en met dit boek schreef ze een
prachtige familieroman, die na de dramatische gebeurtenissen toch
hoopvol eindigt. Kleine druk.
|
Stefan Hertmans
Oorlog en terpentijn
Aan
de hand van hem nagelaten memoires van zijn grootvader Urbain
reconstrueert de Vlaamse schrijver (1951) in beeldrijke taal het leven
van zijn grootvader die rond 1900 in armoede opgroeide in Gent. Hertmans
verbindt op indrukwekkende wijze vroege jeugdervaringen van zijn
grootvader met de latere, toen Urbain als jong soldaat hachelijke dagen
en nachten in de loopgraven overleefde. Zo worden de gruwelen van de
Eerste Wereldoorlog aangekondigd met de beschrijving van een argeloze
Urbain, die terecht komt in een oude gelatinefabriek, waar dierenkoppen
worden gekookt. 'Een zwarte stierenkop rolde tot tegen een tafelpoot.
Meteen kropen de witte maden ertegenaan als een onstuitbaar leger dat
uit een andere wereld naar hier was gestuurd om alles te bedekken en
zich loos te vreten (...)'. Ook beschrijft Hertmans de transformatie van
tijdgeest en stadslandschap, waarbij de schone natuur in vredestijd
niets verraadt van het bloed en lijden dat de vruchtbare aarde
opslorpte. Tegelijkertijd definieert de kleinzoon de afstand en de
verwantschap met zijn grootvader. Met zwart-wit illustraties.
|
Natalie Koch
De sterren stil
Natalie
Koch (1966) is musicoloog. Ze debuteerde in 2006 met de goed ontvangen
roman 'Streken'. Dit boek bestaat uit twee afdelingen, elk onderverdeeld
in hoofdstukken met de titels 'Het waterpeil van de dood' en 'Vliegers
en parachutes'. Er zijn twee ik-personages, George en Noortje, maar de
echte hoofdpersoon is Dennis. George en Dennis zijn vanaf hun tiende
boezemvrienden en wonen in hun studententijd lang samen. George krijgt
een vriendin, Brenda, maar zij trouwt met Dennis. Noortje is hun
dochtertje. Dennis, fotograaf, verongelukt op een reis onder
onduidelijke omstandigheden als Noortje vier is. Acht jaar later
verschijnt Sophia, de moeder van Dennis. George kent haar van vroeger,
toen hij met Dennis in Barcelona was, waar Sophia woont. Haar
verschijnen geeft onrust, zowel bij Noortje als George. Bij beiden
begint de zoektocht naar wat er met Dennis is gebeurd. Een fascinerende,
knappe roman over het verlies van een dierbare en hoe dat verlies te
verwerken. Het taalgebruik is mooi, soms barok en complex, maar goed
leesbaar.
|
Tom Lanoye
Gelukkige slaven
In
Gelukkige slaven gaan twee Belgische bannelingen op zoek naar zichzelf
in een wereld die te groot en te chaotisch is geworden voor iedereen.
In Buenos Aires speelt Tony Hanssen - een voormalige cruise director op de meest luxueuze plezierboten ter wereld - een gevaarlijk spel als toy boy van mevrouw Bo Xiang, de bejaarde echtgenote van een beruchte, steenrijke Chinees. In Zuid-Afrika dringt een heel andere Tony Hanssen - de gevluchte computerspecialist van een gecrashte zakenbank - een wildpark binnen met een precisiegeweer en oorlogsmunitie. De ene Tony is een illusieloze loser, de andere Tony een levenslustige nerd. Allebei hopen ze op verlossing. De ene wil zijn vrijheid terug, de andere zijn gezin. Pas als ze elkaar voor het eerst ontmoeten, in weer een ander continent, blijkt hoezeer ze op elkaar zijn aangewezen om hun doel te bereiken. Als ze het al bereiken. Gelukkige slaven is een Lanoye pur sang: een inktzwarte tragikomedie met onvergetelijke personages en dialogen, een ingenieuze plot en een virtuoze stijl. |
Marente de Moor
Roundhay, tuinscene
‘Op
16 september 1890 nam een man de trein van Dijon naar Parijs, daarna is
er nooit meer iets van hem vernomen.’ In de eerste zin van deze roman
verdwijnt meteen de hoofdpersoon, een uitvinder. In zijn bagage zijn
uitgewerkte ideeën, klaar om gepatenteerd te worden. Maar onderweg komt
de twijfel. Behoren zijn gedachten hem wel toe? En kan hij voor de
gevolgen van zijn uitvinding instaan? In de nieuwe eeuw gaat zijn zoon
naar hem op zoek, en hij ontdekt wie baat had bij de vermissing, maar
ook hoe moeilijk het is geworden om werkelijk spoorloos te blijven.
Roundhay, tuinscène is een tragikomische, weemoedige roman over ons
groeiende verlangen de dingen vast te leggen voor later, en de wanhopige
poging van een zoon om een goede indruk te maken op een verdwenen
vader. Het verhaal is gebaseerd op het leven van Louis Le Prince
(1842-?), de uitvinder die het filmpje Roundbay Garden scene maakte
jaren voordat Edison en Lumière met hun bewegende beelden kwamen.
|
Margriet de Moor
Melodie d'amour
In
haar negende roman focust Margriet de Moor (AKO Literatuurprijs 1992)
op de allesoverheersende kracht die de liefde uitricht in het leven van
mensen. Die liefdeskracht kan leiden tot groot geluk en evengoed het
leven totaal ontwrichten: altijd is de liefde groter dan de mens kan
bevatten. De roman bestaat uit vier verhalen die vanuit verschillende
perspectieven aan elkaar zijn geschakeld. Hoofdpersoon is de Rotterdamse
stadsarcheoloog Luuk van Doesburg die in alle vier verhalen een
dominante bijrol speelt. Eerst als jongste zoon in het huwelijksdrama
van zijn ouders dat zich afspeelt in de wederopbouw van de jaren
vijftig. Later als overspelige echtgenoot en minnaar van een labiele
lerares klassieke talen, die wraakgierig instort als Luuk haar inruilt
voor de veel jongere Roselynde. Het slotverhaal wordt verteld door Luuks
wettige echtgenote Myrte, die op haar beurt weer een heel eigen
liefdespad inslaat. Een knap gecomponeerde, sensitief geschreven roman
over de veelkleurige caleidoscoop van de liefde en de prijs die voor
passie en overspel wordt betaald. Normale druk.
|
Ilja Leonard Pfeijffer
La Superba
De
Nederlandse schrijver (1968) is vijf jaar geleden vanuit Leiden per
fiets in Genua beland en er gebleven. Hij is verliefd geworden op deze
Italiaans stad bijgenaamd 'La Superba' (de hoogmoedige) en wil er in een
lange brief aan een Nederlandse vriend (een 'opera buffa van het
dagelijks leven' in drie aktes en twee intermezzi) uitbundig en met veel
bravoure verslag van doen, om die later uit te werken tot een grote
roman over migratie. Ilja zit op het terras en laat de wereld aan zich
voorbijtrekken, valt keer op keer voor het vele vrouwelijke schoon
('meisjessurfen'!), raakt geïntrigeerd door een vrouwelijk been, bezingt
pooiers en schooiers, legt verhalen van vluchtelingen vast, verliest
gaandeweg alle controle, valt ten prooi aan steeds radicalere seksuele
verwarring, raakt betrokken bij schimmige zaakjes en krijgt de maffia
achter zich aan. 'La Superba' is een alternatieve reisgids van Genua,
een breed uitwaaierende, groteske, absurde quasi-autobiografie, een ode
aan de verbeelding en satire op de Italiaanse dramatiek en zijn eigen
machogedrag en ijdelheid, een aanklacht tegen xenofobie en vooral: een
feest om te lezen. Normale druk, volle bladspiegel.
|
Jannie Regnerus
Het lam
Deze
indringende korte roman vertelt in heldere, ingehouden bewoordingen het
relaas van Clarissa, moeder van de vijfjarige Joris die kanker krijgt.
Het verhaal begint met Joris' ontdekking van een dood lam op een markt.
's Avonds vraagt hij Clarissa of ook hij kan doodgaan. 'Zijn vraag
overviel haar (...) Ze had nog geen waterdicht plan, geen troostrijke
verklaring voor sterven (...)' Kort daarop plast Joris 'het
vermiljoenrood van de Vlaamse primitieven'. Clarissa ziet alleen nog
eindigheid en verval. Eertijds was de wereld een kleurexplosie zoals het
altaarstuk 'Het Lam Gods' van de Gebroeders Van Eyck. Nu ziet ze
wachtkamers, patiënten, cliniclowns, en haar kind dat lijdt, dat zich
verzet tegen zijn moeder die hem uitlevert aan pijnlijke behandelingen.
Haar waarnemingen leiden echter ook tot hoopvolle associaties met
bezielde kunstzinnige verbeelding. Joris herwint zijn kracht. Ze
bezoeken het altaarstuk, waarbij ze hem optilt op ooghoogte met het lam,
zodat het goddelijk licht 'neerdaalt op Het Lam, over de engelen en
over de toegestroomde aanbidders, maar nu ook een beetje over Joris
(...)'. Debuutroman van de Nederlandse beeldende kunstenaar en
schrijfster (1971) die eerder enkele non-fictie titels publiceerde.
|
Ineke Riem
Zeven pogingen om een geliefde te wekken
Hoofdpersonage
is Lioba Hoogenboom, die vanaf jonge leeftijd als halve wees bij haar
opa in het fictieve dorpje Oudering op Voorne-Putten woont. Haar
excentriciteit en eigenzinnigheid, die door nuchtere dorpsbewoners
wordt aangezien voor hoogmoed, versterken haar eenzaamheid en isolement.
Als Lioba niet tot de kunstacademie wordt toegelaten en haar geliefde
haar afwijst, komt zij tot een wanhoopsdaad. Als gevolg daarvan valt zij
als een Zuid-Hollands Sneeuwwitje in een diepe slaap. Pogingen haar te
laten ontwaken zijn vergeefs, totdat een oude dame bij het bed van de
slapende verschijnt. Deze knap gestructureerde, maar wat overladen
debuutroman van de auteur (1980) is doortrokken van een surrealistische
sfeer. Naast (sprookjes-)motieven zijn er tal van verwijzingen naar de
Nederlandse of wereldliteratuur; diverse vertellers zijn aan het woord.
Een hoofdstuk uit dit lezenswaardige werk is als afzonderlijk verhaal
eerder gepubliceerd en bekroond met de Nieuw Proza Prijs 2012. De
zwart-witomslagillustratie en illustraties in het binnenwerk zijn van de
auteur.
|
Allard Schroder
De dode arm
Hoofdpersoon
in Schröders stilistisch fraaie roman is Ernst Elfkind Coltersteen. Hij
is een onecht kind: over zijn vader (een Amerikaanse vliegenier?) wil
zijn moeder niet spreken. Hij groeit op in een burgerlijk
provinciestadje, trekt op met Almi, een verstandelijk beperkt
buurmeisje, totdat die verdrinkt in de dode arm van een rivier. Ernst
ontwikkelt zich tot 'een man van glas', iemand zonder eigenschappen,
karakter en beroep. Op zoek naar zijn vader, in Duitsland, omringt hij
zich met sprookjesachtige figuren, zoals de duivelse Widergaenger, die
later nog eens als Widko opduikt; de Amerikaanse militair Walker, die
vol zit met sterke verhalen; de revolutionaire Brigitte; een wellustige,
gokverslaafde, oudere aristocrate en zijn schuwe buurmeisje Katharina,
jarenlang Ernsts geliefde. Als hij uiteindelijk zijn vader vindt, wordt
duidelijk waarom deze verzwegen werd. Schröder kiest opnieuw de Duitse
cultuur en de klassieke Oudheid als inspiratiebronnen en voor een
hoofdpersoon met tegenstrijdige idealen, die op zoek lijkt naar een
soort Arcadië. Kleine druk.
|
Jeroen Theunissen
De omwegen
De
hoofdstukken in de vierde roman van de Vlaamse schrijver (1977)
springen van jaartal op jaartal. De leden van een Belgische familie -
vader een zich van socialisme tot nationalisme ontwikkelende politicus,
moeder een vrouw in de schaduw - worden gevolgd. Een drieling, drie
zoons van wie de namen met Jo beginnen, staat in 1994, op hun achttiende
jaar gereed om de wereld in te trekken. Ieder op zijn manier de
mislukking tegemoet. Er is een intellectuele, compromisloze
wereldverbeteraar; een wordt in Amerika multimiljonair en een is een van
land naar land voort reizende vrijheidslievende avonturier. Via omwegen
komen zij uiteindelijk weer terug in België, waar de vader, die een
vreselijk geheim met zich meedraagt, zijn nadagen als politicus beleeft
en de moeder in coma ligt. Personages uit de periferie van de familie
worden belicht; incestueuze betrekkingen hebben gevolgen. Een breed
vertelde familieroman; het vertelplezier spat er vanaf. Een intrigerend
werk, ook stilistisch bijzonder, met een ongewone zeggingskracht.
|
Vrouwkje Tuinman
De rouwclub
Tijdens
het drukbezochte festival 'Lovalicious' loopt de situatie uit de hand.
Er ontstaat paniek in de massa, Harold, de tweede man van het team van
festival Walhalla, is hierbij aanwezig. Hij probeert in te grijpen, met
fatale gevolgen. Harold overlijdt na een paar dagen op de intensive
care. Deze roman geeft een realistisch beeld van het rouwproces. Eerst
het ongeloof, dan de vlucht in het zaken regelen, de afstandelijkheid
van het afscheid en later pas het verdriet. Door het sociale netwerk
rondom Harold bijeen te houden kunnen zijn vrienden de herinneringen aan
hem blijven delen. De stijl is toegankelijk en zonder overdrijving.
Tuinman (1974) publiceerde vier dichtbundels, ontving in 2010 de
Halewijnprijs voor haar oeuvre en schrijft veel voor tijdschriften. Dit
is haar derde roman. Zij publiceerde eerder over rouwverwerking na de
plotselinge dood van een vriend. De thematiek van de dood van dertigers,
wier toekomst nog onvervuld is, is vrij zwaar. Door de nuchtere,
persoonlijke uitwerking wordt hier de dood van jonge mensen
bespreekbaar.
|
Wytske Versteeg
Boy
Versteeg
(1983) debuteerde met het alom geprezen 'De wezenlozen' (2012). Haar
tweede roman doet hier niet voor onder. De naamloze moeder is psychiater
en wordt geconfronteerd met de dood van haar Afrikaanse pleegzoon Boy.
De psychische gevolgen voor haar zijn groot. Gaat de politie uit van een
ongeluk, de moeder denkt aan moord. Gedreven door wraakzucht gaat zij
op zoek naar de moordenaar, naar zij vermoedt Hannah, de lerares drama
van Boy. Zij bezoekt Hannah en probeert uit haar herinneringen de dood
van haar zoon te achterhalen. Hannahs gebrek aan overwicht in de klas,
haar nalatigheid, het spelen van Shakespeares Richard III hebben
ernstige gevolgen. In de roman is niet alleen de persoonlijke drang tot
wraakneming belangrijk, vooral de analyse van relaties (de ik-figuur en
haar omgeving, de ik-figuur en Hannah, de ik-figuur en haar man en
Hannah en de klas van Boy) dragen bij aan de schuldvraag. Hannah blijkt
uiteindelijk feilloos ieders deel (ouders, docente, klasgenoten) van de
schuld aan Boys dood te duiden. Zelfs Boy treft schuld. Een superieur
verhaal.
|
Joost de Vries
De republiek
Historicus
en journalist Joost de Vries (1983) debuteerde met 'Clausewitz', een
boek dat voor prijzen genomineerd, maar ook gemengd ontvangen werd. In
'De republiek' zien we een jonge wetenschapper (Hitler-studies) die zijn
legendarische leermeester en zijn vriendin verliest, in een
geheime-dienstcomplot verzeild raakt en speelt met identiteiten. Dit
veelzijdige boek lijkt een spionagethriller, een satire op de
academische wereld, een filosofisch-psychologische roman en een
coming-of-age-book. Daardoor wordt niet goed duidelijk wat de inzet is
van de auteur. Te vaak ook lijkt W.F. Hermans de schrijver geïnspireerd
te hebben. Wie door de slordigheden van dit boek heen leest (twee keer
hoe iets proeft in plaats van hoe iets smaakt, slokkop in plaats van
slokop) heeft er een veelal spannende, geestige en onderhoudende roman
aan, bij vlagen voortreffelijk, maar ook bij vlagen ongeïnspireerd van
stijl. Dat een consistente thematiek moeilijk valt te ontdekken, doet
niets af aan de amusementswaarde van deze montere satire. Kleine druk.
|
Pieter Waterdrinker
Lenins balsem
Deze
roman van Waterdrinker (1961) speelt zich opnieuw af in Rusland. De
tijd is -afgezien van enkel prospecties- die van het einde van de Sovjet
Unie. Olaf Weber, een Nederlandse jurist, een man die zijn ouders heeft
verloren en alleen in de wereld staat, is door een Belgische
organisatie naar Moskou gezonden. Al snel komt hij terecht tussen
oplichters en anderszins lichtzinnige. Ook hij belandt aan de zelfkant.
Wanneer de schavuit Alexander Perelman hem beweegt om op zoek te gaan
naar Lenins balsem - nodig voor Lenins tentoongestelde lichaam; een
balsem waar verjongende krachten van uit zouden gaan - ontstaat een
spannende queeste naar dit elixer en de formule ervan. Daar zou veel
geld mee te verdienen zijn. Dit is een avonturenroman en tegelijk een
soort graalroman. Mooie bladzijden zijn gewijd aan de pseudo-tante van
Olaf. De keerzijde van het communisme, oligarchische wantoestanden en
zelfverrijking, worden in dit boek belicht. Een onstuimig vertelde
roman, duizelingwekkend in de veelheid aan avonturen en personages, maar
zeker onderhoudend.
|
Robbert Welagen
Het verdwijnen van Robbert
Roman
over een jonge schrijver, ook Robbert Welagen geheten, die na zijn
debuut niet van de wereld, maar wel voor zijn omgeving wil verdwijnen.
Hij wil een inhoudsloos, betekenisloos bestaan leiden. Gedreven door de
obsessieve wens om onzichtbaar te zijn voor zijn familie en zijn
onbereikbare geliefde Chloe lost hij op in de gezichtsloze Duitse stad
Rohen, waar hij een uiterst zinnelijke relatie met zijn bovenbuurvrouw
aangaat. Als het thuisfront hem ontdekt, trekt hij verder oostwaarts.
Ten slotte vestigt hij zich op een eilandje in de Ionische zee en leidt
als leraar Engels een minimalistisch bestaan. De door hem zo gewenste
leegheid drijft hem ertoe toch met Chloe contact te zoeken, waardoor
pijnlijk duidelijk wordt dat zijn bestaan een grote vlucht voor zichzelf
is. Robbert Welagen (1981), schrijfdocent, vertelt vanuit een fictief
eigenperspectief een verhaal dat door toegankelijke en verzorgde taal
uitblinkt. De opbouw van de roman maakt wegleggen lastig, het is een
echte pageturner.
|
Miek Zwamborn
De duimsprong
Nadat
de schrijfster in haar twee eerdere romans het leven op een
boorplatform en dat van een boomchirurg volgde, staat nu het
onderzoekswerk van de geoloog centraal. De hoofdpersoon maakt reizen
naar Zwitserland en Engeland om daar bijzondere fenomenen in de
aardlagen te bestuderen. Als haar reisgenoot Jens van de aardbodem lijkt
te zijn verdwenen, zet ze haar tochten alleen voort in de hoop hem
ergens aan te treffen waar ze denkt hun gezamenlijke onderzoeksvragen te
kunnen beantwoorden. Daarnaast maakt de lezer in een tweede verhaallijn
kennis met de Zwitserse geoloog Albert Heim die beroemd werd vanwege
zijn eerste ballonvlucht over de Alpen en de maquettes die hij maakte
van bergmassieven. Het boek is rijk geïllustreerd met zwart-witfoto's
uit het leven van Heim en van bijzondere geologische verschijnselen.
Soms is het even raden naar wat de afbeelding nu precies voorstelt,
omdat de bijschriften achter in het boek zijn opgenomen. Maar dat draagt
tegelijkertijd bij aan de enigszins mysterieuze sfeer die het geheel
uitademt en past bij de eenzame stilte die bergbeklimmers op grote
hoogte ervaren. Kleine druk. Mooie combinatie van een reisverhaal en de
geschiedschrijving van een vakgebied in romanvorm.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten