Femke Halsema eist de progressieve waarden terug die rechts heeft gekaapt
Nationalisme,
gelijke rechten voor homo’s, vrijheid van meningsuiting: rechtse
politici pronken ermee. Femke Halsema, oud-fractievoorzitter van
GroenLinks in de Tweede Kamer, eist die progressieve veren terug.
In
haar Essay voor de Maand van de Filosofie – dat vandaag uitkomt en
waarvan morgen delen verschijnen in Trouws zaterdagbijlage
Letter&Geest – betoogt Halsema dat nieuw-rechts de vooruitgang heeft
gekaapt. En dat het die vooruitgang nu laat stagneren. ‘Met zoveel
rechtse bravoure zou je bijna vergeten dat alle grote veranderingen in
de jaren zestig en zeventig bevochten zijn door progressieve geesten’,
schrijft Halsema. Ze wijst op volkshuisvesting en AOW, op rechten voor
arbeiders, homo’s, vrouwen, migranten en gehandicapten, op vrijheid van
meningsuiting. Dat alles heeft Nederland een ‘open, tolerant en
democratisch land’ gemaakt, citeert ze Baudet, om eraan toe te voegen
dat niet nieuw-rechts, maar ‘de progressieve beweging’ van nu daar de
erfgenaam van is.
Rechts is links te slim af
Halsema
stelt dat rechts links te slim af is geweest. ‘Terwijl links zich in de
verdediging laat drukken, worden vanaf de Fortuynrevolte – o ironie –
progressieve waarden als conservatief gedachtengoed gepresenteerd.
Vooral de vrijheid van meningsuiting, de gelijkheid van man en vrouw en
van hetero- en homoseksuelen worden symbolen van de nieuwrechtse,
populistische beweging. Progressieve politici worden geportretteerd als
verraders als zij bijvoorbeeld een algemeen verbod op hoofddoekjes niet
steunen.’
Halsema, zelf een progressief
politicus – ze was van 1998 tot 2011 Tweede Kamerlid voor GroenLinks,
eist de progressieve waarden van toen weer op voor links, bogend op een
rijk verleden, en hoop biedend voor de toekomst. Zo bepleit ze links
nationalisme: trots op een land dat homohuwelijk en euthanasie geregeld
heeft, en pal staat voor tolerantie.
Lees ook:
Er
is in Nederland genoeg steun voor standpunten die vanouds als links of
progressief gelden, maar toch delft links maatschappelijk en politiek
gezien vaak het onderspit.