
Haar stem was mooi, gedragen en diep: Kitty Courbois wist je met haar
stem als toeschouwer altijd te raken. Zij was een van de zeldzame
toneelactrices die de zaal het gevoel gaf dat ze speelde voor jou
alleen. Een van haar bijzonderste klassieke rollen was
Medea
van Euripides bij Toneelgroep Amsterdam. Dat was in 1989,in de regie van
Gerardjan Rijnders. Over die rol zei ze destijds: „Geen poespas, een
eerlijke voorstelling”. Die woorden typeren haar als film- en
toneelactrice. Eerlijk, zonder franje.
Afgelopen zaterdag is ze
overleden aan een hersenbloeding, ze was 79 jaar.
Geliefde van Hugo Claus
Kitty Courbois werd op 13 juli 1937 geboren boven een
kruidenierswinkel in Nijmegen. Haar broer is de jazz-slagwerker Pierre
Courbois. Nadat ze enige tijd bij een reclamebureau had gewerkt en een
korte flirt had met het cabaret van Ted de Braak besloot ze zich in te
schrijven bij de Arnhemse Toneelschool. Ze studeerde in 1960 af met de
rol van kelnerin in het licht-absurdistische stuk
Rhinoceros
van Eugène Ionesco. Daarna ging haar carrière als film- en
theateractrice snel. Courbois oogstte daarnaast bekendheid als geliefde
van Hugo Claus in de jaren zeventig. Aan hun stormachtige liefde wijdde
Claus de roman
Het jaar van de kreeft (1972), een felbewogen
liefdesverhaal waarin Courbois zich, naar eigen zeggen, „niet herkende”.
Ook was ze bevriend met Ramses Shaffy en Joop Admiraal.
In 1963 maakte Courbois haar speelfilmdebuut in de korte film
Helden in een schommelstoel van Frans Weisz. Haar grote doorbraak kwam met haar geheimzinnige vertolking van de titelheldin uit
Het gangstermeisje
(1966) van Frans Weisz. Regisseur en actrice wisten op onnavolgbare
wijze een on-Hollandse, Franse sfeer op te roepen. Belangrijke rollen
vertolkte Courbois in films als
Het bittere kruid (1985),
Op hoop van zegen (1986) en
Leedvermaak
(1989), ook van Frans Weisz. Hierin speelde ze de rol van Ada, een
joodse moeder die tijdens de Tweede Wereldoorlog haar kind tijdelijk
afstaat. Eerder vertolkte ze in het toneelstuk
Leedvermaak (1982) van Judith Herzberg bij Toneelgroep Baal dezelfde rol. Leonard Frank deed de regie.
Een oorlogskind
NRC noemde Courbois „de koningin van het verdriet” in een
voorstelling die gaat over „de roep om liefde en geborgenheid”. Die roep
om liefde heeft ze tot ver in haar carrière voortgezet. een van haar
intieme rollen was die van vertelster in de poëzievoorstelling
Parels van Poëzie (2012).
Hoewel ze altijd in ensembles speelde, was ze verheugd alleen op het
toneel te staan, met niets meer dan een glas water en een klein
tafeltje. Ze bracht haar lievelingsdichters ten gehore, aangevuld met
haar levensverhaal. Vooral dat laatste element was bijzonder. Ze zei
erover:
„Ik begin als meisje van drie dat voor het eerst van haar
leven applaus krijgt. Ik ben een oorlogskind, dus de oorlog speelt een
grote rol. Ik breng de gedichten theatraal, soms bijna als een dialoog
zoals je dat in het theater speelt.”
Ze vervolgde:
„Eigenlijk is deze gehele voorstelling een terugblik op
mijn leven, waarin acteur Joop Admiraal en Shaffy een beslissende rol
vervullen. Een leidraad vormen de gedichten van Judith Herzberg. In haar
toneelstuk Leedvermaak vertolkte ik de rol van Ada, de joodse
moeder die haar kind moet laten onderduiken. Die rol is bij mijn leven
gaan horen en elke keer leg ik weer nieuwe accenten. Ik verbind
toneelspelen en poëzie met elkaar. Ik houd van taal. Ik wil het publiek
de schoonheid van taal en poëzie laten ondergaan.”
Niet alleen hunkerende moeders en hun verdriet vertolkte Courbois op
eminente wijze, ook wist ze vorstinnen overtuigend tot expressie te
brengen. In de vierdelige VPRO-serie
Beatrix, Oranje onder vuur (2012) speelde ze de rol van Wilhelmina der Nederlanden. Een van haar laatste grote rollen speelde Courbois in 2015 in
Kings of War
door Toneelgroep Amsetrdam, waarin ze de moeder is van de oerschurk
Richard III. In 2014 speelde ze nog samen met Ingeborg Elzevier en
Sigrid Koetse in het toneelstuk
La Paloma.
Courbois-parel
Bij haar vijftigjarig theaterjubileum op 28 maart 2010 werd door
Toneelgroep Amsterdam en de Stadsschouwburg Amsterdam de
‘Courbois-parel’ in het leven geroepen. Deze doorgeefprijs mag de
ontvangster op een zelfgekozen moment aan een bewonderde actrice
overhandigen. Opvallend en typerend voor Courbois is dat de prijs
bestaat uit een negentiende-eeuws Frans kistje van glas, waarin een
broche met parel ligt op een lapje stof die Courbois zelf ooit droeg.
Het zijn reepjes van kostuums uit
Andromach,
Richard III, The massacre at Paris,
Zomertrilogie en
Naar Damascus. Op 26 februari 2013 droeg Courbois de parel over in de Stadsschouwburg Amsterdam aan Halina Reijn.
Wie Courbois’ indrukwekkende filmografie en theatervertolkingen
overziet kan niet anders dan diep onder de indruk zijn van de
veelzijdigheid van haar werkzaamheden. Zonder enige opsmuk maar met
grote expressie, zowel in stem als fysiek, gaf zij gestalte aan haar
rollen. Zoals ze daar in 1982 stond als joodse moeder in
Leedvermaak
die haar kind moet afstaan aan een andere moeder, opdat het kind blijft
leven, getuigde ze van een onwaarschijnlijk vermogen om verdriet vorm
te geven. Het was haar gevoileerde stem die in theater Frascati langs de
balkons gleed, als een schaduw.
Hoe te sterven
In
Happy End (2009) van Herzberg en Weisz treedt ze op als een geestverschijning. In deze film komt het thema van
Leedvermaak
opnieuw aan de orde, nu niet met de vraag hoe de oorlog te overleven
maar als vraag: „Hoe te sterven.” Actrice Courbois is in deze film al
vijftien jaar geleden overleden. Als geest luistert ze toe en kijkt ze
rond naar de gasten en familieleden, die allemaal een groot geheim
dragen.
Kitty Courbois heeft met haar talloze rollen weergaloos uiting
gegeven aan de raadsels van vroeger die altijd blijven doorsijpelen in
het heden, vanaf
Leedvermaak tot in
Happy End. Ze is
haar woorden over eenvoud van het spel altijd trouw gebleven, of ze nu
in een groot gezelschap speelde of alleen aan een tafel, met een glas
water en foto’s van Ramses Shaffy en gedichten van Hugo Claus of Judith
Herzberg.